Aan welke goede doelen moet ik geven?
De meeste lezers zullen het wel herkennen: met enig regelmaat ontvang je brieven en brochures van goede doelenorganisaties (GDOs), met een acceptgiro en een verzoek om steun. Het kan gaan om een handvol tot enkele tientallen verschillende organisaties, schrijft dr. H. Jochemsen in De Waarheidsvriend.
Motieven
Dat het voor een christen normaal is om van haar of zijn bezittingen te delen met anderen, zou geen betoog behoeven. Je hoeft niet erg bijbelvast te zijn om te weten dat de Bijbel vol staat met de oproepen om armen en behoeftigen te ondersteunen. Denk alleen al aan het laatste oordeel (Matt.25:31-44) waarin gevraagd zal worden of je hongerigen te eten en dorstigen te drinken gaf, mensen zonder (voldoende) kleren daaraan hebt geholpen, zieken en gevangenen bezocht en vreemdelingen (ontheemden) onderdak hebt gegeven. De profeten in het Oude Testament fulmineren vooral tegen twee typen van zonde van het volk. Ten eerste is de dienst aan de God van Israël, naar Zijn Woord, vervangen door eigenwillige godsdienst, dan wel afgoderij, waarbij deze laatste vaak gepaard ging met ‘gewijde prostitutie’.
Ten tweede is er sprake van sociaal onrecht, vooral in het laten voortbestaan van schrijnende armoede als gevolg van uitbuiting van de ‘gewone’ bevolking die daardoor tot armoede vervalt (zie verder ook bijv. Ps.82, Ps.146, 1 Kor.8, Gal.6:10, 1 Tim.6:17-19). Schrijnende armoede moeten we in het licht van de hele Schrift zien als onrecht en het proberen te verhelpen van armoede is dan ook eerder een kwestie van rechtvaardigheid dan van liefdadigheid. Al is het natuurlijk prima als die twee elkaar versterken.
Christelijke presentie
De taak van christenen en van de kerk is iets te weerspiegelen van het koningschap van Christus. Dat kan op vele manieren. Maar een centrale manier is ongetwijfeld de verkondiging van het Evangelie van Jezus Christus en daarmee de bevordering en instandhouding van (ere)diensten waarin dat centraal staat. Geven voor eigen gemeente en kerkgenootschap is een primaire verantwoordelijkheid voor alle christenen. Direct daarmee samenhangend kunnen we missionaire activiteiten noemen. Het klassieke onderscheid tussen zending en evangelisatie is niet zinvol meer nu Nederland volop zendingsland is geworden en in veel traditionele zendingslanden een landelijke kerk bestaat (al kan een bepaalde werkverdeling nog altijd nuttig zijn).
Het koningschap van Christus krijgt evenwel ook gestalte in het betoon van barmhartigheid en doen van recht. Dat kan heel goed via kerkelijke kanalen, vooral in die situaties waarin kerken in hun directe om geving mensen in nood kunnen bijstaan, zoals bijvoorbeeld de afgelopen jaren door bepaalde kerken in Syrië is gedaan. Toch kan in grootschalige humanitaire nood of op structurele wijze armoede tegengaan vaak beter door professionele hulp- of ontwikkelingsorganisaties gedaan worden, waarbij het wel wenselijk is dat die zo mogelijk plaatselijke kerken bij hun werk betrekken. Ik kan me ook voorstellen dat sommigen dat als een duidelijk pluspunt zouden zien van een organisatie die dat expliciet doet. Op deze wijze, maar niet alleen zo, kan namelijk de christelijke presentie goed ondersteund worden.
Dus, sluit het goede doel aan bij Gods heilrijke bedoelingen met mensen en met Zijn wereld? Dit lijkt mij een centraal criterium. Laat ik in aanvulling op het bovenstaande nog opmerken dat ook opkomen voor goed scheppingsbeheer daartoe behoort. Dit is voor veel kerken een gevoelig punt, wegens ervaren spanningen tussen landbouw en natuur. Het is een ingewikkelde discussie waarin mijns inziens kerken een bemiddelende rol kunnen spelen tussen opkomen voor de schepping en natuurbeheer en de belangen van boeren. Door de industrialisatie van de landbouw is aandacht voor natuurbeheer vaak op het tweede of misschien wel derde plan komen te staan, al wordt de laatste decennia ook aan voortdurende verbeteringen gewerkt.
Welke doelen?
Impliciet heb ik het al gehad over de vraag waaraan het geld wordt besteed. Wat ik schreef, houdt in dat kerken en christelijke organisaties voorop staan als we keuzes maken over ons geefpatroon. Ook seculiere goede doelen, zoals ontwikkelingswerk en noodhulp, hebben de BibleBelt ontdekt als een gebied waar mensen vrijgevig zijn. Op het menselijke vlak zullen ze best goed werk doen. Maar als we de mogelijkheid hebben diezelfde doelen na te streven via een goede christelijke organisatie, zou deze de voorkeur moeten hebben omdat dan de naam van Christus erbij wordt genoemd. Kritisch geven is van belang.
Dr. H. Jochemsen was tot 1 november 2017 directeur Prisma, vereniging van christelijke organisaties in ontwikkelingssamenwerking en wereldwijd diaconaat, en tot 1 juli jl. bijzonder hoogleraar Christelijke filosofie in Wageningen.
Praatmee