Leven in een prestatiemaatschappij: hoe vrij ben jij?
Heb je de Tweede Wereldoorlog nog bewust meegemaakt? Ik wel…
Ik weet nog dat we in mei 1940 moesten evacueren naar Wezep, omdat Hattem, waar we woonden, te dicht bij de brug over de IJssel lag. Spullen in een kinderwagen gepakt en samen met veel anderen lopend op weg… En ik weet ook nog hoe later een handjevol Joden dat in Hattem woonde, in een vrachtwagen werd geladen en naar Westerbork werd getransporteerd. Ik zie nog een oude man met een grijze baard naar ons zwaaien: “Tot ziens, Hattemers!” We hebben hem nooit teruggezien.
Ik weet nog hoe we de laatste Oorlogswinter iedere avond mensen uit het Westen aan tafel hadden: trekkers, op zoek naar eten. Ik zie nog die twee jongetjes uit Rotterdam, tien en dertien jaar, zonder schoenen en de voeten helemaal stuk gelopen.
Ik weet ook nog hoe op 18 april 1945 de eerste drie Canadezen vanuit Zwolle over de Geldersedijk Hattem binnen kwamen. En ik weet nog hoe er op 5 mei uitbundig gehost werd door de straten: we waren vrij! Maar ik weet ook nog hoe een paar dagen later jonge vrouwen, die het met Duitse soldaten hadden aangelegd, werden vernederd. Hoe ze op het marktplein werden kaalgeschoren en vervolgens op een wagen gehesen en onder luid gejoel door de straten werden rondgereden. En ik weet nog dat ik me daar toen niet goed bij voelde. Kan dit zomaar? De vrijheid gebruiken om mensen te vernederen?
Ervaringen van nu
Op 4 mei herdenken we mensen die hun leven voor onze vrijheid gaven. Maar zijn we echt vrij? Innerlijk vrij? En gunnen we elkaar vrijheid? Er zijn plaatsen waar asielzoekers hun huizen uit gepest worden door Nederlanders. Is dat vrijheid? Er zijn jongeren die ’s morgens overgeven voor ze naar school gaan omdat ze daar altijd het mikpunt van vernederingen zijn. Is dat vrijheid? Er zijn mensen die bij alles wat ze zeggen en doen zich afvragen: “Hoe kom ik over? Wat denken de mensen van me?” Is dat vrijheid?
Echt vrij zijn – kan dat?
Hoe vrij zijn we eigenlijk? Hoe vrij ben jij? Als je alsmaar probeert aan de verwachtingen van anderen te voldoen, wat zijn dan je eigen verwachtingen van het leven? Als je steeds bezig bent met de vraag: “Hoe kom ik over? Wie ben je dan zelf?” Is dat vrijheid?
We leven in een prestatiemaatschappij. We moeten presteren. Hoger, verder, meer! Aan verwachtingen voldoen. Functioneringsgesprekken kunnen als een zwaard boven je hoofd hangen. Is dat vrijheid?
Is het mogelijk om onbevangen en fier in het leven te staan? Innerlijk onbeschadigd en vrij, ondanks de kneuzingen die je hebt opgelopen? En maakt het daarbij verschil uit of je in Jezus gelooft? Boven mijn huiskamerdeur hangt een Bijbeltekst die daarover gaat. Het is een regel uit een brief van de apostel Paulus aan de christelijke gemeente in Korinthe. Ik kijk er vaak maar en soms schiet ik er bijna bij in de lach. Een bevrijdende lach!
Drie valkuilen
Ik heb ervan geleerd dat er drie valkuilen zijn die je belemmeren om als een innerlijk vrij mens in het leven te staan.
De eerste valkuil is dat je je laat beheersen door wat anderen van je denken. Dat je jezelf niet meer durft te zijn. Dan ben je niet vrij, maar gebonden door wat anderen van je vinden. Paulus had ook nogal wat te stellen met mensen die negatief over hem dachten. Hij voldeed bij lange na niet aan hun verwachtingen. Maar hij is er niet van ondersteboven. Hij zegt: “Als ik maar aan Gods verwachtingen voldoe!”
Paulus had als apostel een taak van God gekregen. Hij mocht de geheimen van Gods liefde bekendmaken onder de mensen. Dat was zijn opdracht. Nu zijn wij geen apostelen en God heeft voor u en voor jou en voor mij een andere opdracht dan voor Paulus. Maar je mag geloven in het wondere geheim dat Paulus heeft uitgedeeld. Het geheim dat God van je houdt! Dat er op de hele wereld niemand is die zoveel van je houdt als Jezus. Wat de mensen ook van je vinden. En als je dat gelooft dan krijg jij net als Paulus ook een taak van Hem. Dan mag jij op je eigen plaats en met je eigen gaven zijn medewerker zijn in deze wereld! Dan ben jij iemand met wie God een bijzondere bedoeling heeft. Iemand met een roeping. Hoe je jezelf ook voelt en wat de mensen ook van je vinden.
Een tweede valkuil: Je trekt je terug en voelt je boven anderen verheven. Op het eerste gezicht lijkt het erop dat Paulus dat ook deed. “Eigenlijk interesseert het me niet” zei hij “wat de mensen van me vinden.” Natuurlijk raakt het Paulus wel, maar hij raakt er niet van uit zijn evenwicht.
Wij zeggen soms: “Ach joh, trek je er toch niets van aan, daar moet je boven staan. Ze zijn niet wijzer…” Maar dan kijk je vanuit jouw ongenaakbare ivoren toren op anderen neer. En word je daar dan gelukkig van?
Mensen hebben mensen nodig. Zo heeft God ons geschapen. God heeft er last van als jij je terugtrekt of als je je boven anderen verheft. Dat is een valkuil. Als je daarin trapt ben je verkeerd bezig. Dan ga je in tegen Gods bedoeling met je leven!
Er is ook een derde valkuil: Je bent alsmaar bezig jezelf te ontleden en daardoor draai je in een kringetje rond. Navelstaren. Jezelf binnenstebuiten keren. Waarom reageren anderen op me zoals ze doen? Ligt dat aan mij? Waarom doe ik eigenlijk zoals ik doe. Waarom ben ik zoals ik ben?
Dat zijn allemaal vragen die er best toe doen. Maar als je erin blijft steken ligt de schuld altijd bij een ander en ben jij het slachtoffer. Die rol ligt ons wel. Het zit ons van het verloren paradijs af aan al in het bloed: “De vrouw die U mij gegeven hebt” zei Adam “die heeft mij verleid.” “De slang die U gemaakt hebt” zei de vrouw “die is de oorzaak van alles.” Altijd de ander, nooit ik zelf…
Soms ga je nog een stapje verder: Ik lees in de Bijbel en ik bid en ik ga naar de kerk en ik geef in de collecte, maar doe ik dat echt uit liefde voor God of alleen maar omdat het mezelf een goed gevoel geeft? Navelstaren. Een valkuil! Je komt er nooit uit, uit zulke vragen.
Ergens in de Bijbel staat: “Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie zal het kennen?” (Jeremia 17:9-10). Jezelf helemaal begrijpen en doorgronden, dat lukt nooit. Dat kun je beter aan God overlaten.
Wie mij beoordeelt…
Weet je wat Paulus zegt? “Wat anderen van me vinden of wat ik van mezelf vind, dat telt niet!” Ook niet wat ik van mezelf vind dus! En dan schrijft Paulus die woorden die boven mijn huiskamerdeur hangen: Hij die over mij oordeelt, is de Heer. Punt! Niet de mensen. Niet ikzelf. Hij! Hij die me beter kent en meer van me houdt dan wie dan ook. Hij beoordeelt mij!
Ik kijk vaak naar die woorden. Ik heb er ook al vaak mensen mee mogen bemoedigen. Het is net of je boven jezelf uitgetild wordt. Plotseling kom je in de ruimte te staan en zie je de betrekkelijkheid en de kleinheid van zoveel dingen die je gisteren nog uit je evenwicht brachten.
Die mij beoordeelt is de Here (NBG 1951). Wat een bevrijding! Daar kun je het mee volhouden, als je door mensen verkeerd beoordeeld en miskend wordt. Het gaat er niet om wat de mensen van je vinden. Het gaat er ook niet om wat je van jezelf vindt. Het gaat erom wat God van je vindt!
Dat mag je ook gewoon tegen Hem zeggen: “Here God, U kent me toch? U weet hoe ik in elkaar zit. U kent mijn diepste motieven. Help me dan om niet de mensen naar de ogen te kijken maar U. Help me om U trouw te zijn.” Dan tilt Hij je op en dan krijg je zijn vrede in je hart. En je durft als een bevrijd mens fier je nek uit te steken: Die mij beoordeelt is de Here!
Ja maar… sla ik nu niet iets heel belangrijks over? Is het wel zo bevrijdend dat God mijn doen en laten beoordeelt? Hij ziet toch al mijn fouten? Hij ziet er nog veel meer dan ik er zelf zie. Dat is toch niet bevrijdend? Daar word je eerder bang van. Sommige mensen horen het hun moeder vroeger nog zeggen: ‘’Pas op hoor, God ziet je!” God als het Alziend oog: altijd en overal houdt Hij je in de gaten, pas op en kijk uit! Maar als je zo over God denkt, dan ken je Hem nog niet echt.
Je mag durven bidden: “Here God, wilt U me zelf laten zien wat er fout zit in m’n leven? En wilt U me maken zoals U me hebt bedoeld?” En je mag geloven: God kijkt met ogen vol liefde naar me. Hij zal me tot mijn recht laten komen! Als Hij me beoordeelt, dan haalt Hij me niet naar beneden maar zal Hij me juist opwaarderen! Weet je waarom? Omdat God het oordeel aan Jezus heeft toevertrouwd (Johannes 5:22). Dezelfde Jezus die voor ons door het vuur van het oordeel van God en mensen is gegaan. Die mij beoordeelt is die Here! De Redder zal mijn Rechter zijn! Over bevrijding gesproken!
Ten slotte
Die mij beoordeelt is de Here – wat doen we nu verder met die woorden? Boven de huiskamerdeur hangen – ja, maar is dat genoeg? Laten we God vragen of Hij mensen uit één stuk van ons wil maken. Betrouwbare mensen die zich niet anders voordoen dan ze zijn.
Als je je alsmaar zorgen maakt over hoe jij op anderen overkomt, als je wat wilt lijken, indruk wilt maken, een bepaalde schijn op wilt houden – dan ben je niet echt. Dan ben je niet vrij. Dan draag je een masker. Maar God heeft de mensen niet met een masker op geschapen. Steek je nek maar uit, durf maar echt te zijn. Bid of je steeds meer mag worden zoals God je heeft bedoeld!
Die mij beoordeelt is de Here. Maar niet alleen mij – ook de ander! Wij staan zo gauw klaar met een oordeel over elkaar. Zit er hier iemand in de zaal die nog nooit geroddeld heeft? Nog nooit iets negatiefs over iemand heeft gezegd? Nog nooit iemand met afbrekende kritiek heeft weggezet?
Laat het oordeel aan Jezus over. Wacht maar tot Hij zelf komt’ zegt Paulus. Straks zal Hij wel aan het licht brengen wat mensen ten diepste beweegt. Wachten is een diep Bijbels woord. Als je niet op God wilt wachten maar voor Hem uitloopt en het recht in eigen handen neemt, dan is dat eigenlijk een motie van wantrouwen tegen Hem. Dan vertrouw je niet echt dat jouw zaak bij Hem in goede handen is.
Die mij beoordeelt is de Here. Je zult er nog van staan te kijken straks! “Dan zal,” zegt de Bijbel “ieder van God de lof krijgen die hem toekomt!” Had je dat ooit gedacht?
Volgens sommige mensen is God net zo zuinig met het uitdelen van complimentjes als zij zelf: “Wat nou lof, niks hoofd omhoog… de mens is in zonde ontvangen en geboren. Onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad!”
Maar God bevrijdt je van dat loodzware denken en die sombere gedachten over Hem en over jezelf! Steek je nek maar uit en leef als een vrij mens, omdat God naar je wil kijken zoals Hij naar Jezus kijkt. Geloof je dat en aanvaard je dat?
Jezus heeft beloofd dat Hij straks tegen betrouwbare dienaren van Hem zal zeggen: Goed gedaan, kind van Mij! (Matteüs 25:21 en 23). Zelfs al denk je zelf: “Ik heb er niets van terecht gebracht.” God deelt geen medailles uit en geen ridderorders maar Hij haalt het mooiste en het beste uit je naar boven, dat waarvan je niet eens wist dat je het had maar dat Hij zelf in je hart heeft gelegd. Wat een bevrijding!
Bovenstaand fragment is afkomstig uit ‘Er staat meer dan er staat!’ van Dien de Haan. Klik hier om het boek te bekijken of te bestellen.
Praatmee