Zonder de liefde stelt ons kerkleven geen moer voor
Paulus schrijft in zijn Korinthe-brief een treffende onderwijzing over de gemeente. Het twaalfde hoofdstuk gaat over het functioneren van de christengemeenschap met betrekking tot Gods Geest. Over de bedieningen en de onderlinge verhoudingen. De gemeente als het lichaam van Christus. Prachtig!
Maar Paulus doet er nog een schepje bovenop: “Doch ijvert naar de hoogste gaven en ik wijs u een weg, die nog uitnemender is.” En dan begint een hartverwarmend gedicht. Over de liefde. Naadloos aansluitend bij het hoogste gebod, zoals door Jezus verwoord.
Het gaat allemaal om de liefde. We kunnen druk zijn met het kerk-spel, met de vraag hoe het beter kan, hoe we vuriger worden, over de juiste leer… Maar zonder de liefde stelt het geen moer voor.
Als het om de liefde gaat, dan raak ik spontaan in een dip. Want als de liefde de meetlat is… Ik realiseer mij dat ik doorgaans niet liefheb, zoals Jezus dat bedoelt. Nou… ik hou zeker wel van mijn vrouw, kinderen, familie, vrienden… Maar de toets voor de Jezus-norm is of ik mijn vijanden liefheb. Want als ik zelfs mijn ergste vijand liefheb, dan heb ik ook mensen lief, die ik niet zo waardeer. Irritante mensen, zelfzuchtige aso’s, misleidende politici. Of ongewenste vreemdelingen, of andersgelovigen. Of gewoon de anonieme mensen op straat of in de trein, de buren… of de minste onder de mensen…
Ik kan mijn stinkende best doen om elk mens lief te hebben, ongeacht wie het is. Maar het lukt me niet! Een hopeloze situatie. Want alleen die Jezus-liefde vergaat nooit. De rest wel…
In een andere brief toont Paulus de uitweg uit deze uitzichtloze situatie. In de Galaten-brief noemt hij die liefde de vrucht van de Geest. Duidelijk! God geeft uitkomst. Niet ik kan die liefde produceren, maar de Heilige Geest bevruchtigt het mensenhart met die Liefde. Elk mensenhart, dat zich smachtend daar voor opent.
Met meditatieve aanbidding staan we vanuit het hart in verbinding met Gods liefde-bron. Die liefde blijkt dan zeker ook een ervaring te zijn. We worden vervuld met besef van Gods heerlijkheid, vrede, blijdschap, giga ruimte en ja, liefde voor God, voor de schepping, voor de mensen, zelfs voor mezelf.
Maar er zijn ook andere gevoelens. Liefde voor de mensen, die dreigen hun doel te missen en verloren raken, doet heel zeer. Jezus weende toen Hij naar Jeruzalem ging, de stad, die zelfs Hem zou verwerpen. Zo pijnlijk, dat Gods ultieme liefde-betoon niet beantwoord wordt. Zo kwetsend als liefde gewantrouwd en zelfs verraden wordt. In de sixties had rockband Nazareth een tophit: “love hurts”. Een smartelijke weeklacht, die dwars door de ziel snijdt.
Als we echte liefde leven, dan is ons hart open en kwetsbaar. Als kind waren we zo open en kwetsbaar en ieder van ons is in zekere mate pijn gedaan. Rap leerden we ons hart met een muurtje te beschermen. Soms zodanig dat we niets meer voelen. Is het angst voor de pijn van teleurstelling en afwijzing dat we aarzelen om Gods liefde in ons hart toe te laten? Om achter die muur vandaan te komen en gehoor te geven aan de Grote Opdracht?
Ja inderdaad, ons onbeschermde tere hart is zeer kwetsbaar. Onvermijdelijk dat het een keer breekt. Maar Jezus heelt gebroken harten. De brokken voegt hij weer samen, met genoeg kieren om Zijn Licht door te laten schijnen.
Dit artikel is afkomstig uit de nieuwsbrief van Oasis Trails. In een Spaans dorpje, aan het pelgrimspad naar Santiago de Compostela, runt de Oasis Trails gemeenschap een kleine herberg. Het is een gemeenschap van gelovigen, die de gasten zowel praktisch als geestelijk met Jezus, het Levende Woord, in contact wil brengen. Heel praktisch en betrokken, op een manier die bij de gasten past. Lees hier meer over de Oasis Trails.
Praatmee