Piet Vergunst: Het nieuwe magazine 'Petrus' spreekt relativerend over kerk en geloof
"Met het vernoemen van Petrus refereert het nieuwe magazine van de kerk aan het karakter van de onstuimige apostel, sterk als een rots én ook feilbaar. Nu er drie nummers verschenen zijn, is een evaluatie niet voorbarig meer," schrijft Piet Vergunst in De Waarheidsvriend.
"De naam van Petrus voor een magazine over ‘geloof, hoop en liefde in de Protestantse Kerk’ is een teken van creativiteit. ‘Nee, dit blad gaat niet over die ene visser, die vriend en volgeling van Jezus’, schrijft hoofdredacteur Marusja Aangeenbrug in het eerste nummer. ‘Wel over de kerk, want die lijkt wel op Petrus. Sterk als een rots en tegelijk zwak en feilbaar. Soms moedig, soms overmoedig, soms te voorzichtig. Maar vooral een plek waar ieder mens welkom is.’
Enthousiast en overmoedig
Inderdaad, de keuze voor Petrus kan diverse associaties oproepen. Zijn enthousiasme voor het Evangelie, waarmee hij zijn Meester overigens voor de voeten kon lopen. Zijn overmoed, die hem in een uur van beproeving deed wankelen en die hem de Heiland deed verloochenen. Zijn berouw, dat hem eerlijk maakte voor God. Zijn twee apostolische brieven, die de vrucht zijn van een leven dat gesnoeid en geheiligd is, die bereidheid tonen om te lijden voor de Heere Jezus.
Petrus, hij was een bijzonder voorwerp van Jezus’ liefde. Terwijl Hij als gevangene voor het Sanhedrin staat, houdt Hij oog voor de discipel die Hem ter plekke verloochent: ‘En de Heere keerde Zich om en keek Petrus aan.’ (Luk.22:61) En het is enige dagen later als de engel bij het geopende graf de vrouwen als opdracht geeft: ‘Zeg tegen Zijn discipelen, én Petrus…’ Hij kon niet meer vallen uit het hart van Christus.
Belijdenis
Mijn eerste associatie brengt mij bij de belijdenis van Petrus. Zo sterk is immers de kerk niet – en in tijden dat ze het dacht wel te zijn, ging het hopeloos verkeerd. Een gebroken gestalte is haar identiteit, een gebrokenheid waarin ze leert dat Gods kracht ín haar zwakheid aan het licht komt.
De Vader Die in de hemelen is, had ooit Petrus de belijdenis op de lippen gelegd, als antwoord op de vraag wat de mensen over de Zoon des mensen zeggen: ‘U bent de Christus, de Zoon van de levende God.’ Vanwege die belijdenis was de apostel een rots. Wat een mooie roeping geeft Petrus daarom zichzelf als magazine, om Hem centraal te stellen, om te bouwen op het fundament dat God Zelf gelegd heeft, om alle menselijke ervaringen te brengen tot de gehoorzaamheid aan Jezus Christus.
Instrument
Wat biedt Petrus de kerk? Op welke manier is het nieuwe magazine een instrument om ouderen en jongeren te bewaren bij de belijdenis over Jezus Christus? Dan immers gaat het over geloof, hoop en liefde. Met die vraag ben ik gaan lezen.
In de eerste plaats is het nieuwe magazine informatief. Uiteraard is dat een open deur. Een blad dat geen informatie geeft, is geen blad. Niettemin, allerlei stemmen uit de kerk komen tot klinken, persoonlijke verhalen over hoe kerkzijn beleefd wordt. Nergens is in drie nummers het gevaar daarbij reëel dat de artikelen te moeilijk zijn. Integendeel, hier en daar mag het betekenisvoller. Wat moet je immers met wat de predikanten Janneke Nijboer, Wim Vermeulen en Jantine Veenhof onder hun toga dragen, voor welke kleur schoenen ze kiezen?
Duidend?
Is dit magazine ook duidend? Helpt het christenen vandaag om hun leven met God én hun leven tussen de mensen en in Zijn schepping vorm te geven? Ondanks de breedte van de Protestantse Kerk lijkt het me reëel om die vragen te stellen. Immers, als de kerk belijdt dat het Woord van God de enige bron en norm voor haar speken en handelen is, dan is de koers daarmee benoemd.
In dit opzicht stelt Petrus teleur. Neem het openingsartikel uit elk nummer waarin de Amsterdamse predikanten R. Visser en P.J. Visser met een bekende Nederlander in gesprek zijn. Al lees ik ook mooie citaten, is dit de conclusie: ‘De twee predikanten verschillen wel vaker van mening over de rol van Jezus. Ze komen er ook nu niet uit.’ Overbodig op te merken dat ons denken over de Heere Jezus geen vrije kwestie zijn kan.
Relativerend
In Petrus word je niet tegengesproken en krijg je zelfs geen vraag gesteld als je opmerkt: ‘Ik geloof niet meer dat dé waarheid bestaat, zoals allerlei religies claimen. God zie ik in de liefde tussen mensen onderling.’ Met dit citaat van de 75-jarige Tineke uit Wezep (in een gesprek met een jongere) hebben we tegelijk een ander kenmerk van het nieuwe magazine te pakken, namelijk het relativerende spreken over het christelijk geloof, over de kerk. Ik vind dit schokkend, aangrijpend.
De ene keer vertelt de 73-jarige Rina uit Oost-Souburg (waar zijn de ouderen in de kerk die jongeren stimuleren bij God, Zijn Woord en gemeente te blijven?) dat ze ‘in de loop van de tijd minder kerkdiensten is gaan bezoeken, maar daardoor niet minder ging geloven’. Een paar bladzijden verder ontmoet ik een ervaren kostersechtpaar uit het Friese plaatsje Friens, beiden geen lid van de kerk. ‘Voor de kerk was dat blijkbaar geen probleem.’ Hoe leren we de gemeente van Friens kennen? ‘Friens kan niet zonder de kerk, maar niet zozeer als plek om te geloven.’ Erg!"
Piet Vergunst is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend. Lees hier zijn volledige commentaar en klik hier om een abonnement op De Waarheidsvriend te nemen.
Praatmee