Ook opa’s en oma’s hebben een rol bij geloofsopvoeding kleinkinderen
Er komt in onze tijd geweldig veel op onze kleinkinderen af. Geloofsopvoeding is daarom belangrijker dan ooit. Kinderen moeten worden toegerust in de strijd tegen de verleidingen van de duivel, bijvoorbeeld de zuigkracht van sociale media.
Het meeste dat geschreven en georganiseerd wordt over geloofsopvoeding is bedoeld voor ouders. Dat is te begrijpen omdat ouders bij de doop beloofd hebben hun kinderen onderwijs over het leven met de Heere God te geven en te laten geven. Ouders zijn ook het meest direct op hun kinderen betrokken. Ze zijn de eerst aangewezenen om voor hen te zorgen. Toch zijn zij niet de enigen die een verantwoordelijkheid hebben in de geloofsopvoeding. De gemeente die getuige was van de doop, wordt mede verantwoordelijk om de ouders te steunen in de geloofsopvoeding en om aan die opvoeding bij te dragen via de catechisatie, verenigingen en andere op kinderen en jongeren gerichte activiteiten.
Eén ‘partij’ wordt gemakkelijk vergeten: de grootouders. Ook zij hebben allerlei mogelijkheden om bij te dragen aan de geloofsopvoeding van hun kleinkinderen, deels door hun kinderen te ondersteunen bij de opvoeding van hun kinderen, maar ook in hun directe contact met de kleinkinderen. Maar juist omdat zij minder intensief met de kleinkinderen te maken hebben dan de ouders van die kleinkinderen, kan het best lastig zijn om als grootouders daarin je plaats te ontdekken. Tegelijk geeft die wat grotere afstand hen mogelijkheden die de ouders niet hebben. Pubers vertrouwen hun worstelingen met het geloof soms makkelijker toe aan opa en oma dan aan hun ouders.
Grootouders hebben meer levenservaring dan ouders. Dat wil echter niet zeggen dat zij geen behoefte zouden hebben aan een stuk toerusting. Juist dat balanceren tussen afstand en nabijheid tot je kleinkinderen kan lastig zijn. Bovendien is het inspirerend als je voorbeelden krijgt aangereikt van concrete mogelijkheden om datgene aan je kleinkinderen mee te geven wat voor jezelf zo belangrijk is: manieren om een relatie met God op te bouwen en te onderhouden. Soms kun je leren van collega-grootouders die positieve ervaringen met bepaalde werkvormen kunnen doorgeven. Soms is het waardevol om uit de mond van een deskundige, bijvoorbeeld een adolescentiepsycholoog, adviezen te krijgen met betrekking tot de omgang met je puber-kleinkinderen.
Stichting Generatio verzorgt toerustingsdagen voor grootouders met het oog op hun rol in de geloofsopvoeding van hun kinderen. Dit jaar is het thema ‘Geniet er maar van!’ Prachtig, zo’n positieve inzet: de bijdrage aan de geloofsopvoeding van je kleinkinderen is niet iets om tobberig over te doen, maar om als een enorm voorrecht te zien. Je mag vanuit de rijkdom van het geloof die je zelf ervaart, iets laten zien aan je kinderen. Zo’n toerustingsdag bestaat uit een plenaire lezing en een aantal workshops. Het is enorm verrijkend om aan zo’n dag deel te nemen. Alleen al het feit dat je je meer bewust wordt van je verantwoordelijkheid, maar ook van het scala aan mogelijkheden dat je hebt om je rol in de geloofsopvoeding van je kleinkinderen te pakken, is een beloning voor de geïnvesteerde tijd.
Praatmee