Evangelisatie onder moslims in Irak: “We buigen de plannen van satan om in iets goeds”
Om vluchtelingen in Noord-Irak te helpen, heeft Stichting Hulp Vervolgde Christenen (HVC) een tweetal bakkerijen geopend in vluchtelingenkampen. Een mooie mogelijkheid om mensen te helpen, maar ook om het evangelie te verspreiden. “We zien dat veel moslims hun hart openen voor Jezus Christus”, zegt Jan Dirk van Nifterik van Stichting HVC.
“In Noord-Irak zitten miljoenen vluchtelingen die niet terug kunnen naar huis. Aan hen verlenen wij hulp. Regelmatig reizen we naar die landen en op den duur hadden we het plan om daar een bakkerij te heropenen. Vroeger was daar namelijk een bakkerij, maar die was niet meer in gebruik. Na een oproep hebben we haar binnen enkele dagen kunnen heropenen. We hebben zelfs een tweede kunnen openen.”
Gesprekken
“We hebben een team, dat bestaat uit een missionair werkers van de kerk en uit vluchtelingen. Wij zorgen voor de ingrediënten en zij bemannen de bakkerij. We bakken duizend broden per dag, waarvan de allerarmsten het gratis krijgen en de rest koopt het heel goedkoop.” Dit is een mooie kans om mensen het Evangelie te vertellen. “Mensen staan in de rij en de missionair werker probeert gesprekken aan te knopen. In de vluchtelingenkampen is dat relatief veilig te doen, omdat de meeste moslims die daar wonen vrij gematigd zijn.”
“Daarbij hebben ze moeten vluchten voor hun geloofsgenoten en ze hebben de extremistische islam gezien. Dat zorgt toch wel dat ze gaan reflecteren: is dit nou wat wij geloven? Dat maakt mensen erg open om ook na te denken over het christelijk geloof. Ook zijn er veel jezidi-vluchtelingen. Zij hebben in Irak nauwelijks liefde gekend. Door hen liefde te tonen, leren ze ook een andere kant van het leven kennen. Dan ontstaan er mogelijkheden om te vertellen over de drijfveren, waarom christenen hulp bieden.”
Hulp nodig
De bakkerij is broodnodig, zegt Van Nifterik. “De bakkerij loopt zes dagen door en dankzij de financiële steun kunnen we dit nog volhouden. Veel mensen kunnen nog lang niet naar huis en hebben onze hulp keihard nodig. Tegelijkertijd is de bodem van onze kas ook zichtbaar, we hopen op steun zodat we dit werk kunnen blijven doen.”
Getuigenissen
Terugkijkend op het eerste jaar van de bakkerij, kan Stichting HVC mooie getuigenissen noemen. “Veel mensen vinden het bijzonder dat juist christenen aandacht aan hen besteden, omdat ze zelf geen christen zijn. Veel mensen nemen ook Bijbels aan en lezen die. Het zorgt er zelfs voor dat mensen tot geloof komen. Maar ook zie je veel mensen die geraakt worden door de gesprekken met christenen. De contacten zijn er doorlopend. Mensen vervelen zich ook door de uitzichtloosheid waarin ze zich bevinden, dus ze hebben alle tijd voor een gesprek over het geloof.”
HVC biedt in Irak ook naailessen aan voor de vrouwen. En op markten in Irak staan evangelisten met Bijbels die door HVC ter beschikking worden gesteld. “We delen ze niet zomaar uit, het kan gevaarlijk zijn, zeker voor moslims. Er komt weerstand vanuit de omgeving, de familie of vanuit het dorp. In eerste instantie verlopen de contacten dan ook stiekem. Soms komen geïnteresseerden eerst meerdere keren bij de kraam, zonder iets mee te nemen. Ze kijken of niemand hen volgt en als niemand hen ziet. Vervolgens nemen ze snel een Bijbel mee.” Jan Dirk van Nifterik voegt toe dat God zoals zo vaak de plannen van satan dwarsboomt en kan ombuigen tot iets goeds. Door de oorlog met IS zijn miljoenen op de vlucht en juist nu komen velen in aanraking met het Woord van God.
Niet vergeten
Hij heeft nog wel een dringende oproep. “Juist nu de oorlog in Irak minder in het nieuws is, moeten we de christenen niet vergeten. Het is belangrijk dat ze terug kunnen naar hun dorpen. Als ze dat niet snel doen, zijn de andere religies hen voor en dan kom je er als christen niet meer tussen. In Mosul durven christenen bijvoorbeeld niet meer terug, uit angst voor de soennieten die strategische voorzieningen in handen hebben. Als wij willen dat het christendom in Irak blijft, is dit het moment om hulp te bieden. Wij blijven hier volop projecten voor ontwikkelen.”
Praatmee