Orlando Bottenbley draaide om de hete brij heen in 'Kijken in de ziel'
In de laatste serie van Kijken in de ziel praat Coen Verbraak met twaalf religieuze leiders. In één van de uitzendingengaat het over zogeheten ‘hete hangijzers’. Een van die hete hangijzers is homoseksualiteit. John Lapré, zelf praktiserend homo, schrijft over hoe Orlando Bottenbley hierover sprak.
Verbraak voelt de religieuze leiders, waaronder de baptistenpredikant Orlando Bottenbley (1951), aan de tand. Bottenbley is momenteel verbonden aan een baptistengemeente in Amsterdam. Hiervoor was hij baptistenpredikant van de Vrije Baptistengemeente Bethel in Drachten.
Het gesprek ging als volgt.
Verbraak: Kun je in uw baptistenkerk openlijk homoseksueel zijn? Kun je samenwonen met een geliefde, met een partner, als homo?
Bottenbley: De vraagstelling vind ik gecompliceerd.
Verbraak: Het is een hele overzichtelijke vraag.
Bottenbley – lachend: Nee maar, de vraagstelling lijkt erop alsof onze baptistenkerk zou zeggen hoe mensen wel of niet moeten leven.
Verbraak: Dus dat doet u niet?
Bottenbley – met opgetrokken schouders: Dus, dus, dus daardoor kan ik niet met ja of nee antwoorden.
Verbraak: Nee. Kun je lid zijn van uw gemeente en gewoon als vriend samenwonen, als man?
Bottenbley: Mag ik het anders redeneren?
Verbraak: Nee, want dit is de vraag die ik u stel.
Bottenbley: Ja, ha-ha-ha, ik zou het anders benaderen. Als er mensen zijn die bij ons in de kerk komen – of ze nou homoseksueel zijn en een partner hebben – ze zijn van harte welkom bij ons in de gemeente.
Verbraak: Ik las een keer een interview met u in de Leeuwarder Courant en toen zei u dat u met homo’s, net als met materialisten, egocentristen en verslaafden in gesprek zou willen gaan over hun levensstijl.
Bottenbley: Met iedereen.
Verbraak: Ja, maar er zit iets in van: om er iets aan te verbeteren, aan te repareren misschien wel.
Bottenbley – na korte denkpauze: Maar laat mij even duidelijk zijn. Ik ben nog steeds bezig om in mijn eigen leven dingen te repareren (lacht breeduit).
Verbraak: Ja?
Bottenbley: Jazeker!
Verbraak: Heeft u homo’s in uw kerk…
Bottenbley – lachend: Jazeker!
Verbraak: … die praktiserend zijn?
Bottenbley: Op dit moment niet.
Verbraak: Maar dat kan wel?
Bottenbley: Ik zou het me kunnen voorstellen.
Verbraak: En zou u dat ook accepteren?
Bottenbley – opnieuw denkpauze: Mag ik het met een voorbeeld… Voor mij helpt het altijd om een voorbeeld te geven hè. Anders ga ik… Ik wil liever niet theoretiseren.
Verbraak: Nou ja, dit is helemaal geen theoretische vraag.
Bottenbley lacht hardop.
Verbraak: Een op die vier – vijf mensen is homoseksueel. Of weet ik veel. Ik weet de getallen niet uit mijn hoofd, maar…
Bottenbley: Jaja… Wie als volgeling van Jezus door het leven wil gaan, is welkom. En bij iedereen is God bezig een transformatie teweeg te brengen – ook in mijn leven. Dus… wij zijn allemaal mensen die hulp van elkaar en hulp van de Heere Jezus daarbij nodig hebben.
Verbraak: Het voelt toch een beetje als een omtrekkende beweging.
Bottenbley: Nee, nee. Echt niet.
Verbraak: Want ik weet, toen u in 2013 het lintje kreeg, dat bijvoorbeeld het COC Friesland zich daar fel tegen verzette en zei: die man vindt dat homo’s ziek zijn.
Bottenbley: Mensen leggen mij dingen in de mond zonder dat ze met mij gepraat hebben.
Verbraak: Want dat is ten onrechte. Zo ziet u dat niet?
Bottenbley: Volledig.
Eerlijk gezegd heb ik met gekromde tenen naar de fragmenten gekeken. Dat had alles met mijn verwachtingen te maken, geef ik meteen toe.
Ik verwachtte van een geestelijk leider als Orlando Bottenbley een helder antwoord op een vraag die hij in dit programma had kunnen verwachten.
De vraag was eenvoudig: Kun je als homoseksueel met een relatie lid zijn van uw gemeente? Wat volgde was toch echt wel een omtrekkende beweging.
Op Twitter zei PKN-predikant en radiopresentator Elsbeth Gruteke: ‘Ik vond het echt ontzettend irritant hoe hij lachend en wel geen antwoord gaf, en niet alleen op deze vraag niet, leg je kaarten op tafel.’
Ik reageerde daarop met: ‘Het ongemakkelijk heen en weer schuifelen, het met een lach in onzekerheid laten, lijkt het ‘nieuwe reageren’ in bepaalde kringen. Bekend is dat een homo met een vriend in zijn vorige gemeente werd geadviseerd (lees: gemaand) een ander onderdak te zoeken.’
Ik vind het niet getuigen van sterk leiderschap als iemand met de daad laat zien, wat hij desgevraagd voor een breder publiek niet durft uit te spreken. Elsbeth Gruteke merkt terecht op: ‘Wees gewoon eerlijk, dat geeft een veel helderder gesprek.’
Mocht Bottenbley spijt hebben gehad van wat er onder zijn leiderschap in zijn vorige gemeente is gebeurd, dan had hij zich in dit programma in de ziel kunnen laten kijken.
Pijn uit het verleden is daarmee geen verleden tijd, maar het signaal zou dan krachtig en helder zijn. Nu tooide Bottenbley zich in stilzwijgen, wist hij op het scherpst van de snede zich geen houding te geven. Ook dat is een antwoord. Mensen kunnen op een feestje schitteren door afwezigheid. En zo zie ik deze conversatie ook.
Het ‘Van harte welkom’ is zo gemakkelijk gezegd, maar wat als iemand van harte Jezus wil volgen, zijn leven deelt met iemand van hetzelfde geslacht én verbonden wil zijn aan een geloofsgemeenschap als de baptistenkerk in Amsterdam? Wat is dan het antwoord? Als het antwoord is: ‘Nee, dat gaat te ver. Het gaat tegen Gods gebod in en wij staan ervoor om daar een streep te trekken’, dan is dat een helder antwoord. Zeg het maar gewoon!
Als homo’s érgens behoefte aan hebben, is het aan duidelijkheid. Geen halfzacht en omslachtig ‘aan het lijntje houden’, tot zij in een volgende teleurstelling het veld moeten ruimen. Duidelijkheid zorgt ervoor dat homo’s geen contact zullen leggen met mensen, die ze in een later stadium moeten loslaten – met alle pijn als gevolg daarvan.
Ik heb meer begrip en respect voor de bevindelijk-gereformeerde predikant Floris van Binsbergen. Hij laat zich echt in de ziel kijken. Ik heb met ontroering gekeken naar zijn reactie toen hem werd gevraagd hoe hij zou reageren als zijn zoon zegt homo te zijn en met een vriend thuiskomt. Hij keurt de relatie af. Pijnlijk, schokkend en afschuwelijk, zullen sommigen misschien zeggen. Maar het is wél duidelijk! In zijn kerk moet je als homostel dus niet zijn. Natuurlijk is dat pijnlijk, maar je weet wel waar je aan toe bent.
Die duidelijkheid heeft mijn respect – wat ik er verder ook van vind. En die duidelijkheid is waar de gemeente van Jezus Christus (met zijn brede waaier aan filialen) toe geroepen is. Het omzichtig antwoorden lijkt een empathische manier van reageren. Maar schijn bedriegt. Het omzichtig antwoorden leidt tot verwarring.
Orlando Bottenbley, beste broeder, een Amsterdams homostel houdt heel veel van de Heere Jezus. Zij willen graag het goede leven vieren. Kunnen zij aansluiting vinden bij uw gemeente? Dit is geen theoretische vraag. Binnenkort maar eens op de koffie.
Praatmee