Hoe we opnieuw kunnen geloven als een kind
Op verscheidene plaatsen in het evangelie lezen we wat Jezus vindt van kinderen. Zo zegt Hij: “…als je Gods Koninkrijk niet ontvangt als een kind, dan zal je er nooit deel aan hebben…” (Luc. 18). Anders gezegd; je kunt alleen deel hebben aan Gods Koninkrijk, als je het aanneemt als een kind.
Deze Jezus-quote is in feite zeer alarmerend en een dringende aansporing om te onderzoeken wat Jezus met deze woorden bedoelt en hoe we opnieuw kunnen geloven als een kind.
Uit de grondtekst van die Lucas-passage valt op te maken dat het kleine kinderen betrof. Peuters, het rationele verstand maar net in ontwikkeling en nog geen besef van goed en kwaad. Klein grut, dat eigenlijk nog niks wist, maar des temeer ervoer. Hun wereldje niet groter dan het huiselijk nest en zich veilig wetend in de warme nabijheid van die onbegrijpelijk grote en sterke moeder en/of vader.
Wellicht verwees Jezus met deze uitspraak ook naar de mens van vóór de zondeval. Naar hun paradijselijke staat, voordat ze zich versnoept hadden.
Adam en Eva trokken dagelijks met hun Maker op. Geheel naar Gods aard waren ze vol van eenheidsbesef; één met God, één met de volmaakte schepping en één met elkaar. Zich ten volle bewust van overeenkomst en nauwelijks besef van irrelevante verschillen. We zien dat ook bij kleine kinderen als ze bij elkaar zijn. Verschil in kleur of geslacht valt hen nauwelijks of niet op. Veel meer worden ze geboeid door hun grote overeenkomsten als mensenkindjes.
Adam en Eva leefden in gelukzalige harmonie met besef van Gods tegenwoordigheid.
Ze kenden volkomen zonder kennis, totdat ze verleid werden en hun de schellen op de ogen vielen.
De giga impact van deze onvermijdelijke ramp werd niet zozeer bepaald door die eerste kinderlijke ongehoorzaamheid, hoezeer het ook een trendbreuk was in de onbevangen relatie met hun Maker. Maar het dodelijk trauma werd vooral veroorzaakt door de inhoud van hetgeen ze stiekem snackten. Ze vulden zich met kennis van goed en kwaad, menende dat ze daarmee als God zouden zijn…
Niet alleen raakte de mens sindsdien verward in de goed-kwaad polarisatie, maar ze werden bevangen door een alles bepalende dualistische schijnwerkelijkheid. Ze waren verstandig geworden; denkende wezens en gedachten functioneren nu eenmaal via tegenstellingen; binaire routes. Als een computer die rap eindeloze stromen enen en nullen produceert. In die ratio-werkelijkheid bestaat geen vrede en is niets echt zeker of absoluut. Het verstand tracht weliswaar zekerheid te verwerven door uitputtende onderzoeken, analyses en waarheidsvinding. Het resultaat is slechts nog meer twijfel, controverse en verwarring. Het verstand tracht zich te pantseren met normen en regels, maar die blijken juist overtreding te bewerken. Als volwassen verstandige mensen zijn we echt van het padje af… Niet zozeer omdat ons verstand zo fout is, maar omdat het los geslagen is van onze kern; ons hart. En geloof dat behoud bewerkt is nu eenmaal puur een zaak van ons hart. Dat kenmerkt het onbedorven kind; het leeft voornamelijk vanuit het hart. Vertrouwen in plaats van begrijpen. Zich klein en afhankelijk weten in plaats van belangrijk en autonoom. Overgave in plaats van zelfverheffing.
Het mooie van deze tekst is dat Jezus ons volwassenen oproept om Zijn koninkrijk te aanvaarden als een kind. En als Hij daartoe uitnodigt, dan is dat ook mogelijk. We hoeven zelfs niet eerst stokoud en kinds te worden. Jezus heeft aan het kruis voor ons de weg gebaand naar die paradijselijke staat. Wat het van ons vraagt is dat we ons heel direct tot Hem keren en ons zonder rationeel voorbehoud (opnieuw) aan Hem toevertrouwen … als een kind dat zich bewust is verdwaald te zijn en snakt naar die onbelemmerde acceptatie van PaMa God. Dat is het wezen van Jezus-meditatie; herhaalde radicale toewijding en intense aanbidding vanuit een dorstig hart.
De vraag is wel of we bereid zijn om onze autonome verstandigheid op te geven en het meten met de maat van goed en kwaad aan God over te laten. Want voor degene die eet van die kennisboom is de levensboom buiten bereik. Als we echter terug willen keren naar die onbevangen kinderlijke overgave, dan is het zaak dat we ons met alles wat in ons is richten op de Ene. Dat we alles aan Zijn controle overgeven; ook ons verstand. Hem onbeschrijfelijk hoger achten dan ons denken. Bereid onszelf in die Liefde te verliezen. Als een waterdruppeltje in de oceaan. In eerste instantie kan die hartsbeweging wat denkherrie tussen onze oren oproepen. Maar als we vanuit ons hart op onze Heer gericht blijven en het alleen van Hem verwachten, dan wordt het allengs rustiger en mogen we stilaan deel hebben aan die heerlijke Vrede.
Dit artikel is afkomstig uit de nieuwsbrief van Oasis Trails. In een Spaans dorpje, aan het pelgrimspad naar Santiago de Compostela, runt de Oasis Trails gemeenschap een kleine herberg. Het is een gemeenschap van gelovigen, die de gasten zowel praktisch als geestelijk met Jezus, het Levende Woord, in contact wil brengen. Heel praktisch en betrokken, op een manier die bij de gasten past. Lees hier meer over de Oasis Trails.
Praatmee