Kijken in de ziel daagt christenen uit: ga de confrontatie aan
Zweef jij ook zo tussen Van Binsbergen en Bottenbley in? Of heb je toch meer met zuster Anima of dominee Kruijff? Als je vraagt naar mijn lidmaatschap van een kerkelijke gezindte neig ik meer naar Van Binsbergen. Maar qua beleving voel ik me toch meer een Bottenbley. Enerzijds proef ik de vrucht van kennis en kunde bij Van Binsbergen en anderzijds de vrucht van de Geest bij dominee Bottenbley. Enerzijds dat gevoel van een extra hoorcollege op zondag bij de één en het verlengen van mijn feestavondje bij de ander.
'Kijken in de ziel' zendt nu al vier weken achtereenvolgens een serie gesprekken uit tussen presentator Coen Verbraak en geestelijk leiders/vertegenwoordigers. Ik zie ruimte voor uitleg, nuance en schuren. De kijkers mogen geconfronteerd worden, maar ook begrip leren opbrengen. Een kwalitatief hoppiegoed stukje televisie als je het mij vraagt.
Confronterend voor mij, omdat ik er samen naar kijk met mijn andersgelovige verloofde. Iemand die anders aankijkt tegen mijn geloof dan ik. Het levert de nodige keukentafelgesprekken op. En voor even stokt mijn column hier. Welke insteek kies ik vanaf hier? Ach, misschien is het beter als ik alle scenario’s maar even kort langsloop.
De serie laat voor mijn gevoel één zaak helder worden: geloven is in. Het is eigenlijk, durf ik wel te beweren, nooit weggeweest. Het laat ook ten diepste de kijker ervaren wat geloof en het meer cultuurgebonden woordje 'religie' voor verschillende Nederlanders betekent. Hoe hun geloof de moeilijkste situaties beïnvloedt en ook hoe het hen soms aan het twijfelen heeft gebracht.
Ik kan me daarentegen ook voorstellen dat deze serie voor de agnost geen uitkomst biedt. In alle gesprekken lijkt voor de zoekende wel iets van zinvolle zingeving te zitten. Sommige uitspraken door de christelijke, joodse of islamitische geestelijken over de hel negeert hij of zij misschien liever. De vreedzaamheid van de boeddhistische geleerden lijkt anderzijds zeer aan te spreken, maar ook de keurige Hollandse dominee in het zwart, altijd zwaarmoedig van toon en stem, gaf een brok in de keel toen hij contempleerde over de mogelijkheid dat één van zijn zoons homoseksueel zou zijn.
Weer een andere insteek is de laagdrempeligheid. De vriendelijke lach van pandit Mathura, de warmte die Jotika Hermsen uitstraalt alsof ze mijn eigen grootmoeder was, de gezelligheid van pastoor De Jong, de twinkeling in de ogen van Bottenbley; maar ook de humor van opperrabbijn Jacobs en de zachtmoedigheid van imam Van Bommel. Alles geeft de kijker toch het gevoel dat gelovigen heel erg benaderbaar en bereikbaar zijn. Met elk van hen zouden we zo een kop koffie, thee of een frisje doen. Met een enkele zelfs een biertje.
Maar natuurlijk kan ik ook weer over de representativiteit beginnen. Dit groepje van geestelijken vertegenwoordigt lang niet iedereen die zich wel in woord en daad tot hun geloof rekent. Typisch NTR weer? Waarom doen die dominees, rabbijnen, priesters en imams dit ook. Predik nou vooral binnen je eigen gebedsmuren, of op straat met de juiste melding aan de gemeente, maar zo op tv.. Je zou je er als gelovige spontaan voor gaan schamen.. Straks krijg ik, als kijker, nog vragen! Immers, elk gegeven televisieantwoord roept ook weer vervolgvragen op.
En dat laatste, ja, daarin zit de crux volgens mij. Dat moet het resultaat van deze serie zijn. Binnen onze eigen christelijke muren voelt alles zo veilig. Iedereen begrijpt je, vraagt je niet om uitleg, roept je niet ter verantwoording (enkele gezindten daargelaten). Het is een heerlijke bubbel waarbinnen we vooral met onszelf mogen bezig zijn. Onze relatie met God. Alles in afwachting van Gods koninkrijk. Gelovigen, in elk geval wij christenen, willen vaak zo graag horen dat ons geloof ertoe doet. Dat we in de marge nog steeds belangrijk zijn voor deze samenleving. We worden verdrietig, boos en/of verontwaardigd als ons geloof te kakken wordt gezet, maar..
Maar o wee als we ervoor moeten uitkomen. O wee, als we vragen moeten beantwoorden. O wee, als mijn atheïstische collega, die ook deze serie ziet, mij morgen op werk vraagt of ik ook vind dat hij naar de hel gaat. Dan kunnen we nog wel polsbandjes dragen met WWJD of de hele dag psalmen/Hillsong luisteren en in het verborgene op onszelf met God praten, maar vraagt Jezus ook niet van ons om de confrontatie aan te gaan? Mijn ervaring is dat ik best wel vanuit een christelijke politieke theologie in een volle raadzaal durfde te praten over kwetsbaren in onze samenleving, maar één-op-één uitleggen waarom ik bid voor m’n lunch? Moeilijk, moeilijk.
En toch: ga die confrontatie aan. Niet om te botsen, of te provoceren of anderszins pijn te doen, maar schuren mag soms wel. In de eerste plaats met jezelf. Ben jij, ben ik, zijn wij zelfverzekerd genoeg om het over ons geloof te hebben en vooral als gelovigen te spreken (nuance!) ten overstaande van andersgelovigen, criticasters of mijdende atheïsten?
Zonder ook maar één zondagspreek over dit onderwerp en met dezelfde oproep af te vallen, biedt deze NTR-serie mij in elk geval laagdrempelig de mogelijkheid om dat keukentafelgesprek met haar aan te gaan. Wie spreek jij morgen?
Anil Kumar is bestuursadviseur bij de gemeente Den Haag; politiek actief bij ChristenUnie en ondernemend in de samenleving en Indiase diaspora in Nederland.
Foto: Lilian van Rooij
Praatmee