Hoe Christy door God werd bemoedigd in het bos
In het bos zie ik een blaadje liggen in de vorm van een hart. Wanneer ik daarna een boomstronk zie, klinkt in mijn gedachten de Bijbeltekst: 'Je bent gegrondvest in de liefde' (Efeziërs 3:16). Ik dank God voor deze bemoediging en vraag Hem of ik vandaag Zijn liefde aan iemand anders mag doorgeven.
Samen met mijn hond loop ik langs een bankje, waar een man op zit. Hij knoopt al snel het gesprek met me aan en stort zijn ziel uit. Hij ziet het leven even niet meer zitten. Hij is een vluchteling die nu al jaren in Nederland woont. Zelfs na twintig jaar Nederland, kan hij zijn draai in deze individuele maatschappij niet vinden. Hij is de groepscultuur gewend waarin hij leefde met zijn enorme familie. Samen uren praten en eten. “Ik heb even tijd voor mijzelf nodig,“ is zo Nederlands dat hij dat maar moeilijk vind. Ik kan zijn gemis goed begrijpen vanuit mijn eigen levenskader.
Hij vraagt of ik tijd heb voor een luisterend oor en ik zeg dat ik daar net voor gebeden heb en dus dat mijn antwoord 'ja', is. Meteen begint het te plenzen. Maar beloofd is beloofd en we wandelen kletsnat twee uur lang door de regen. Het goede warme gesprek van hart tot hart, maakt dat we het niet koud hebben. Zijn enorme verlangen naar familie raakt ook mijn worsteling. Mijn levensideaal blijft.
Handelingen 2: 46; Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vreugde. Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.
Ook ik wil graag leven binnen een groepscultuur van een christengemeenschap, ondanks dat het individualistische denken daar ook grond heeft gekregen. Anderzijds worstel ik met gezonde zelfreflectie.
Maak ik eigenlijk mijn eigen moraal wel waar? Bezoek ik eenzamen en zieken?
Ben ik wel attent in het zenden van een kaartje een belletje. Sta ik met mijn gebabbel eigenlijk wel klaar met een luisterend oor?
We spreken af dat hij eens komt eten. Omdat hij mijn achternaam niet weet slaat hij mijn naam in zijn mobiel op als “Christy van God“.
Het klinkt me erg verwaand in de oren en ik wil niet op zo’n enorm voetstuk staan.
Maar hij zegt enthousiast; ”Ik bad tot God, stuur mij een engel en toen kwam jij“. “Jij bent van God”.
“Aj“, denk ik. “Ik ga jou hoe dan ook teleurstellen”. Ik kan geen pijn en verlangens van een mens vervullen, hoe graag ik dat ook zou willen.
Die taak is mij te groot. Wij mensen op aarde hebben de taak om in elkaar een stukje gemis en gebrokenheid te vervullen door lief te hebben.
Zoekende naar de balans tussen “draag je eigen lasten ‘en ‘draag elkanders lasten“ (Galaten 6:2,5).
Bijzonder dat God ons mensen van God plaatst in Zijn hemelse gewesten ondanks dat we op aarde een gebroken gemeenschap zijn. Hij ziet in ons een nieuwe schepping en geeft ons deze identiteit ondanks dat we nog midden in het proces zitten in ons coconnetje.
Eigenlijk is het niet verwaand om jezelf de achternaam van God te geven, want je zegt juist niet “Ik ben van mijzelf en ik geloof alleen in mijzelf."
Het voetstuk waar wij mensen van God op staan is; Jezus christus. Zijn liefde is realistisch, want Hij komt altijd in waarheid (realiteit over onze gebrokenheid) en genade (vergeving voor onze gebrokenheid).
Zo mag ik leren kijken naar mijn christenbroeder en -zuster en zo ook naar mijzelf.
Jij, (vul je naam maar in) bent van God, gegrondvest in Zijn liefde.
Efeziërs 3:16 - Moge Hij vanuit Zijn rijke luister uw innerlijke wezen kracht en sterkte schenken door Zijn Geest, zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart, en u geworteld en gegrondvest blijft in de liefde.
Praatmee