Geen bevoorrechte positie voor etnisch Israël in Gods koninkrijk
Het is opvallend dat Willem Ouweneel vorige week op CIP.nl pas na bijna zes jaar reageert op onze ‘Open Brief aan Nederlandse christenen over Israël’ van september 2012. In die periode is veel gepubliceerd en gedebatteerd over Israëlvisies.
CIP.nl en Ouweneel bleven echter bijna stil of helemaal stil over het boek van Bram Maljaars over Romeinen 11:26, mijn Israelvisies in Beweging, Liefde voor Israël nader bekeken en tot nu toe ook over onze bundel essays, Het Israëlisme en de plaats van Christus. Ik ben blij dat na deze kritische maar toch niet onwelwillende column van Ouweneel weer wat ruimte is toestaan voor een weerwoord op een gangbaar geworden en wat belangrijke aspecten betreft door Ouweneel vertegenwoordigde tendens in de 'Israelology'. In mijn reactie probeer ik onze Open Brief van destijds en Ouweneels naijlende kritiek erop in een wat breder kader te plaatsen. Ik beperk me niet tot het verschijnsel van het Christenzionisme, maar bespreek het bredere begrip ‘Israëlisme’, dat elke uitzonderlijke theologische of filosofische verwachting ten aanzien van etnisch Israël omvat. Dit verschaft me de mogelijkheid om aan te geven waarom het mijns inziens in de kern gaat in de discussie tussen Ouweneel en mij over de plaats van Israël ten aanzien van Kerk, theologie en persoonlijk geloof.
De apostel Paulus zegt van ons, mensen: ‘allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God’ (Rom.3:23). Wij zijn doelmissers. Daarom hebben we geen vrede met God en zijn we gevangen in de dood. Die impopulaire Bijbelse notie betreft Joden en niet-Joden van alle tijden en plaatsen. Maar de Heere Jezus Christus heeft het werk van de verzoening volbracht dat volmaakt en volledig toereikend is voor de verlossing van alle mensen. Allen die in het geloof zich aan Hem overgeven, zijn gered (Rom.3:24-31).
Vanuit hun geestelijke vrede met God hebben zij uitzicht op de nieuwe hemel en aarde die Hij met Zijn wederkomst volmaakt realiseert. Deze Blijde Boodschap vormt de kern van de Bijbel, ook van alle profetieën. De persoon en het werk van Christus vormen de enige toegang tot het verstaan van de Bijbel. In Hem is de betekenis van de hele Schrift samengebald. De boodschap zoals die naar voren komt in Onze Open Brief en in mijn verdere publicaties is: de Bijbel kan alleen worden geïnterpreteerd vanuit Christus als centrum. Dit raakt naar onze overtuiging ook de uitspraken over het herstel van Israël.
Gods heilsplan wordt ontvouwd in het Oude Testament. Het komt tot complete vervulling en diepste betekenis in de Christus of de Messias, zoals het Nieuwe Testament Hem presenteert. Hij is bezig om de heilsgeschiedenis tot finale bestemming te brengen. Uit Zijn woorden en uit die van de apostelen blijkt niets van een uitzonderlijke toekomst die Ouweneel na en voor de wederkomst aan etnisch Israël wil toekennen. Zo’n notie zou ook hebben ingedruist tegen de geestelijke en de universele aard van Zijn gerealiseerde en naderende Koninkrijk dat al door Johannes de Doper was verkondigd.
De Heere Jezus Christus is door God de Vader als Zijn eeuwige Zoon én als Mens gezonden om de wereld te redden; als mens kwam Hij voort uit het volk Israël. God heeft zich vanaf het begin van de geschiedenis gericht op de verlossing van de wereld. Dat blijkt nader uit de bijzondere wijze van Zijn handelen in een unieke relatie met Bijbels Israël. Via oudtestamentisch Israël laat Hij Zijn genadige voornemen in Christus aan de wereld zien. Jezus Christus is het Licht van de wereld, voor alle volken, dus ook voor het Joodse volk. Vanuit alle volken brengt Hij de Zijnen samen als Zijn ene volk, de gemeenschap van alle gelovigen, het Lichaam van Christus.
In deze Blijde Boodschap neemt Christus de centrale en allesomvattende plaats in. In ons geloof in de verbondstrouw van God zien wij alleen op Christus en niet op de geschiedenis van post-Bijbels Israël. De staat Israël en het Joodse volk hebben recht op volledig respect. Wij verwerpen en verafschuwen alle vormen van antisemitisme en ernaar tenderende vervangingstheologie. Maar in het persoonlijke geloof, de theologie en de Kerk kan de belijdenis van Christus niet zonder schade worden gecombineerd met een positieve voorstelling van de religie van het Judaïsme, die Christus expliciet verwerpt, en met een specifieke verwachting voor alleen het volk en het land van het na-Bijbelse Israël.
Een dergelijk perspectief zou noodzakelijkerwijs tekort doen aan de oudtestamentische profetische verwachtingen die in Christus mogen gelden voor alle volken. In feite is de betekenis en de positie van de Heere Jezus Christus onverenigbaar met een uitzonderlijke heilsverwachting voor specifieke etnische groepen, geografische gebieden en religies. Jezus wordt niet verheerlijkt door Israël als zodanig, maar door allen, Joden en niet-Joden uit alle landen en van alle tijden, die in het geloof Hem toebehoren en nieuwe schepsels zijn geworden.
Tellen raciale of etnische voorkeuren nog mee in de manier waarop God zich in liefde heeft neergebogen naar de gevallen mensheid? Het Bijbelse antwoord is hier een hartgrondig en ondubbelzinnig nee. Deze taaie voorstelling, die telkens weer de kop opsteekt, heeft voorgoed afgedaan. De tussenmuur is afgebroken! Het Evangelie kent geen bijzondere status toe aan rassen, volkeren of naties. De geestelijke status van Israël is niet anders dan die van andere naties. Het door christenzionisten en Israëlisten handhaven van een uitgezonderde en bevoorrechte positie van etnisch Israël in de heilsleer is dus misleidend, zowel voor de Jood als de niet-Jood. Het beschadigt de christocentrische aard van de Kerk, de theologie en het geloof. Als gevolg daarvan compromitteert het de eenduidige uitvoering van de universele zendingsopdracht van Christus aan alle volken, inclusief het opstandige ‘Babel’ (Op.16 en 17) en het in ongeloof gevangen ‘Jeruzalem’ (Gal.4:25).
Steven Paas schreef dit artikel in reactie op deze column van Willem Ouweneel. Onlangs schreef Paas de uitgave 'Het Israëlisme en de plaats van Christus: Christocentrische interpretatie van Bijbelse profetie'. Klik hier op zijn boek te bekijken of te bestellen.
Foto: Marco van Bemmelen
Praatmee