Hoe kan het Joodse volk na de slavernij in Egypte beginnen aan een lange woestijnreis?
Hoe kan een volk uit slavernij, waarschijnlijk helemaal uitgeput, verzwakt, afgemat door de harde slavendienst, beginnen aan een lange woestijnreis? Was er voor de Israëlieten in Egypte wel voldoende eten, omdat ze later terugdenken aan de vleespotten in Egypte?, vraagt een vragensteller in de vragenrubriek van Refoweb.nl. Prof. dr. M. J. Paul geeft antwoord.
Paul maakt duidelijk dat het Joodse volk beschikte over een aantal eigen dieren, waaruit ze een lam moesten nemen om bij het Pascha te offeren. "Ook was er de mogelijkheid vis te vangen in de Nijl. In Exodus 16 is het volk nog maar net op weg of het hunkert al naar de vleespotten in Egypte. Naar eigen zeggen aten de Israëlieten daar brood tot verzadiging toe (16:3).
Lange tijd was er archeologisch niets bekend van een verblijf van de Israëlieten in Egypte, in Gosen. De laatste jaren worden er veel opgravingen verricht in de Nijldelta en worden meer bijzonderheden bekend. Zo blijkt dat er Semieten in de stad Avaris leefden en daar een bepaalde welvaart hadden.
Hoe zwaar was de woestijnreis? Dat hangt voor een groot deel af van de afstand die per dag afgelegd werd. De schattingen daarvan lopen erg uiteen, omdat niet duidelijk is waar de berg Sinaï lag. (...) Omdat onbekend is hoeveel de Israëlieten per dag reisden, is ook niet duidelijk hoe vermoeiend die reis was."
Praatmee