Van de brede weg naar de smalle weg: "Ik begreep dat alleen God mij kon helpen"
Michael Bozhok, evangelist in Jakoetië, schreef voor Stichting Friedensstimme een lange brief met daarin een ontroerend getuigenis van Gods genade. Hij beschrijft hoe God hem riep uit de duisternis om Hem te dienen in het ijskoude Jakoetië.
"Ik ben op 10 mei 1989 geboren in het dorp Polovinnoje, gebied Novosibirsk in een onchristelijk gezin. Mijn moeder was gemeentelid, maar later werd ze uitgesloten omdat ze met mijn ongelovige vader trouwde. In ons gezin zijn drie zusters en twee broers. Op dit moment ben alleen ik lid van de gemeente. Van mijn oma, Anna Kovalenko, heb ik de eerste beginselen van het geloof meegekregen. Zij was vaak bij ons en benutte de mogelijkheid ons de waarheid bij te brengen. Vanaf mijn zesde jaar kwam ik vaak in de samenkomsten, soms bezocht ik de zondagsschool. Toen ik ongeveer tien jaar was ben ik daarmee gestopt. Natuurlijk lokte de wereld mij, net als vele jongeren van mijn leeftijd. In de 7e klas begon ik naar disco's en schoolavonden te gaan en te drinken. In de 9e klas ging ik roken en nog later ging ik met klasgenoten drugs uitproberen. Ons levensmotto was: 'We leven maar één keer!', en we wilden alles proberen.
Als ik alleen was, kwamen vaak de woorden van oma in mijn gedachten. Mijn geweten sprak en zei me dat het einde van de wereld snel zou komen en dat ik dan voor het gericht van God rekenschap zou moeten afl eggen over mijn leven. Ik wist heel goed dat iedereen zich moet bekeren, maar ik wilde niet met de wereld breken omdat ik er van hield.
Ik stelde mezelf gerust met de woorden dat ik nog jong was en toch wel plezier mocht hebben en dat ik over bekering nog wel kon nadenken als ik de pensioenleeftijd had bereikt. Toen ik 16 jaar was, gebruikten wij met ons groepje lichte drugs. De uitwerking was op iedereen verschillend. Meestal werden de vrienden vrolijk en ontspanden ze zich. Op mij hadden de drugs echter geen uitwerking. Ik heb het enkele keren geprobeerd, maar het lukte mij niet met mijn vrienden op dezelfde golfl engte te komen. Op een keer probeerde ik het daarom door veel meer van het mengsel van drugs te gebruiken dan gewoonlijk werd gedaan en het werkte eindelijk! Ik werd echter niet vrolijk of uitgelaten, maar integendeel: ik werd verschrikkelijk bang en hallucineerde, waardoor ik me, mijn hoofd in mijn handen houdend, heen en weer gooide.
Wat had ik een spijt. Een hele nacht en dag bracht ik hallucinerend door, een verschrikkelijke belasting voor mijn zenuwen. Maar de gevolgen daarna waren nog verschrikkelijker.
Enkele dagen later was ik weer met vrienden en ik merkte plotseling dat de angst en hallucinaties weer terugkwamen, hoewel ik geen drugs had gerookt. Het was zeer beangstigend dat ik merkte dat het niet simpelweg wegens de drugs was, maar dat de hallucinaties vanzelf kwamen. Binnen drie maanden kwam ik in een zware depressie terecht. Ik schaamde mij aan mijn ouders toe te geven dat ik drugs had gebruikt, maar ze hadden dat vermoeden zelf al. Ik at slecht, leerde slecht omdat in de schoolbanken weer de hallucinaties en de angst op mij af kwamen. Toen pas begon ik te smeken tot God, ik was toen zestien jaar oud. Er slopen gedachten over zelfmoord binnen. Zo wilde ik niet leven. Maar zelf een einde aan mijn leven maken kon ik niet, omdat ik wist van het gericht van God. Ik bad om hulp en probeerde mij weer ergens mee bezig te houden om zo dit vreselijke gevoel te ontlopen. En het werd werkelijk wat gemakkelijker. In de loop van ongeveer een jaar leek ik genezen.
Maar snel daarna begon alles opnieuw: vrienden, alcohol, disco's en alles wat er bij hoort. Alleen de drugs heb ik vermeden. Ik begreep dat mijn genezing te danken was aan Gods ingrijpen, maar ik wilde het niet toegeven. Ik schreef mijn genezing toe aan mijn jonge en sterke gestel. Maar in mei 2011 kwam ik tijdens mijn werk in
aanraking met een giftige verfstof. Plotseling bespeurde ik weer dezelfde gevoelens die ik enkele jaren daarvoor meegemaakt had. Toen dacht ik geschrokken: 'weer hetzelfde?' Ik ging snel naar huis, ging liggen en sliep met moeite in. Maar toen ik opstond begreep ik dat ik toch in deze verschrikkelijke val was geraakt. Wat moest ik doen? Hopen dat mijn jonge lichaam weer zou herstellen? Nee. Ik schaamde me ervoor me tot God te wenden omdat ik zeer goed wist, dat Hij mij al een keer gered had. Als ik me tot God zou keren, betekende dat ook dat ik mijn leven moest veranderen, en dat wilde ik niet. Toen zocht ik naar een alternatief en satan wilde mij maar wat graag 'helpen.'
Het gezin van Michail en Frida Bozhjok
Men zei dat in de stad Jarovoje een vrouw was die kon 'genezen'. Ik begreep zeer goed wie deze vrouw was, maar vanwege mijn uitzichtloze situatie ging ik naar haar toe. Ze nam mij in behandeling. Innerlijk wist ik, dat het zonde is je tot zulke mensen te wenden, maar ik troostte mij ermee dat ze een 'gelovige' was. Toen ik mij op de stoel zette begon ze een ritueel. Ik begon te bidden: 'Heere, als het niet van U is, laat dan niet toe dat ze mij beïnvloedt,' en ik herhaalde in gedachten: 'Heere, zegen mij.' Ze kon niets doen voor mij!
Ze zei me dat ik nog een keer moest komen. Maar ook nu kon zij niets doen. Ik begreep daaruit dat God het verhinderde. Nooit ben ik meer naar haar toe gegaan. Ook een bezoek aan een psychiater leverde niets op. Maar net als de verloren zoon bleef ik bij de wereldlijke trog…
Ik herinner me, hoe ik thuis op de bank zat en mijn ellendige situatie overdacht. Mijn oudste zuster en moeder bezochten inmiddels de samenkomsten van de gemeente en zij vroegen mij mee te gaan. Ik begreep nu dat alleen God mij zou kunnen helpen. Ik ging twee keer naar de samenkomst maar nam bijna niets in me op. Toen hoorde ik dat de jongeren op kamp gingen en ik vroeg of ik mee mocht. Alleen God zou me kunnen helpen, dat begreep ik heel goed. Maar hoe kon ik tot Hem komen, na alles wat er gebeurd was? Ik besloot anders te zullen gaan leven, te stoppen met roken. Ik dacht erover na me te laten dopen. Misschien zou het dan anders worden.
Op het kamp werd het met mijn gezondheid steeds slechter. Maar de preken die ik hoorde, waren allemaal als voor mij gehouden. Ik voelde dat ik zonder God niet verder kon. Toen besloot ik mij te bekeren. 's Avonds vroeg ik twee broeders om met mij te spreken. Toen ik begon te vertellen van mijn ellende, kwamen meteen de tranen. Ze stelden voor alles te belijden, maar ik deed het maar gedeeltelijk. Ik bad God om vergeving en hulp. Ze gaven me het advies mij de volgende dag tijdens de samenkomst voor allen te bekeren. Van alle aanwezigen was ik de enige die me bekeerde. Maar eerlijk gezegd, was deze bekering meer vanwege mijn doodsangst dan vanwege mijn schuldbesef. Maar toen ik later het Woord van God las, ging het licht schijnen en zag ik mezelf zoals ik was. Hoeveel geduld had God met mij en wat heeft Hij veel werk aan mij gehad!
Ja, het ging beter met mij, maar mijn zenuwziekte ging niet over na mijn bekering. Ik stelde mezelf gerust, dat ik niet voor het gericht van God hoefde komen na mijn dood omdat er al voor mij betaald was. In het ouderlijk huis was het ondertussen niet eenvoudig. Mijn vader lachte me vaak uit, mijn broer haatte me omdat hij niet meer met mij kon optrekken op de manier zoals we dat altijd deden. Hij vernederde mij en schreeuwde omdat hij wist dat ik hem niets zou doen. Het was bijna onmogelijk om een plek te vinden om te bidden. Daarom bad ik vaak onder onze appelboom in de tuin. Het christelijke leven was heel anders dan ik voorheen dacht. De wereld verloor haar aantrekkingskracht en ik kreeg vreugde in het christelijke leven. Koor, samenkomsten, jeugdbijeenkomsten en reizen: in een jaar tijd had ik zoveel nieuwe dingen ervaren.
De evangelist deelt kalenders en lectuur uit
Op 17 juni 2012 liet ik me dopen. Na de doop kreeg ik meteen de opdracht te preken in de gemeente. Ik heb vaak deelgenomen aan evangelisatiereizen in de regio Tschary (gebied Altaj). In het jaar 2013 trouwde ik met zuster Frida Neufeld. Tijdens de evangelisatie in Tschary gaven de broeders aan dat er iemand naar dit gebied zou moeten verhuizen. Na een evangelisatiereis vertelde ik de broeders dat ik bereid was te gaan, evenals een goede vriend, Andrej Rempel.
We verhuisden en gingen wonen in het huis van de gemeente in Mochsogolloch. De gemeente heeft ons goed ontvangen. Ik moest vaak prediken omdat er maar twee predikers waren en de broeders in ploegendienst werken. Later kreeg ik de taak mij met de jongeren bezig te houden. Wij houden Bijbelstudies en bereiden ons voor op de zondagse diensten en evangelisatiereizen. Met de hele gemeente delen we evangelisatiekranten uit. Ik bezoek ook gevangenissen om daar te evangeliseren en reis naar andere plaatsen om daar het Evangelie te brengen.
Wij hebben besloten met ons gezin zolang in Jakoetië te werken tot onze oudste dochter naar school moet. Er is veel werk te doen. Praktisch in de bouw van het gebedshuis, maar ook in de gemeente en het jongerenwerk. Misschien mogen we hier voorbereidend werk doen voor andere evangelisten die na ons zullen komen. Maar God weet beter hoe lang we hier moeten blijven."
Stichting Friedensstimme staat voor ondersteuning van christenen in de voormalige Sovjet-Unie bij hun evangelisatie- en zendingsactiviteiten. Zij stelt honderd evangelisten in staat om zich volledig aan evangelieverkondiging te wijden en voorziet hen van lectuur en middelen voor vervoer. Op 6 oktober 2018 organiseert de stichting haar jaarlijkse ontmoetingsdag.
Praatmee