Onze toekomst verzekeren is een zinloos streven
Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. Verzamel schatten in de hemel. Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.
Dit gedeelte van Jezus’ toespraak gaat over geld en bezit. En het is een heel lang stuk, het meest uitgebreide onderdeel van de Bergrede. Jezus heeft veel woorden nodig om ons daarop aan te spreken. Dat is al veelzeggend!
Het begint meteen heel treffend: waar onze schat is, daar is ook ons hart. Onze aandacht en onze verlangens liggen bij wat voor ons het belangrijkste is. Jezus weet wel dat Zijn leerlingen God als hun ‘schat’ hebben. Maar toch vindt Hij een uitgebreide uitleg en een stevige waarschuwing nodig op dit punt. De aantrekkingskracht van geld en goederen en de zorg om ons eigen welzijn zijn blijkbaar erg sterk en daar moeten we dus ook nadrukkelijk rekening mee houden.
Vervolgens zegt Jezus dan: Het oog is de lamp van het lichaam. Maar als je oog troebel is, zal er in heel je lichaam duisternis zijn. Onze ogen brengen de beelden uit de buitenwereld bij ons binnen. En ons oog lijkt misschien een passief instrument, dat alleen maar licht doorgeeft, maar we kunnen kiezen waar we het op richten, net zoals we met een lamp ergens op kunnen schijnen. Wij bepalen dus zelf welke beelden wij toelaten om bij ons binnen te komen.
Wanneer wij kijken naar iets dat niet goed voor ons is of dat bijvoorbeeld onze hebzucht opwekt, levert dat ons innerlijke strijd op: we moeten kiezen om niet iets verkeerds te denken of te doen. Dan is het inderdaad maar beter om onze ogen niet te richten op dingen die ons op verkeerde gedachten kunnen brengen. ‘Als ik kijk moet ik kiezen, dus ik kies er voor om niet te kijken’, zoals iemand het eens treffend uitdrukte.
In het Hebreeuws betekent het hebben van een boos oog dat je gierig bent, terwijl een goed oog betekent dat je vrijgevig bent. Jezus waarschuwt voor een gebrek aan vrijgevigheid en voor het gevaar dat wij teveel gehecht raken aan onze aardse bezittingen. Onze bezittingen kunnen als het ware bezit van ons nemen. Dan hebben wij geen spullen, maar onze spullen hebben ons. En als onze spullen de baas over ons zijn, dan kan God niet tegelijk onze meester zijn. We kunnen niet God dienen én de mammon, zegt Jezus.
De onderliggende reden voor ons verlangen naar geld is dat wij willen overleven. Wij zijn kwetsbare en zwakke mensen, en ieder moment kan er uit een onverwachte hoek onvoorzien onheil op ons neerduiken. En we willen niet alleen nu overleven, maar we willen ook morgen leven, en overmorgen en volgend jaar. Daarom proberen wij geld op te stapelen voor onze oude dag en sluiten we verzekeringen af tegen allerlei risico’s. Maar dat zijn maar lapmiddelen. Want als ons huis afbrandt kunnen we alleen maar zeker maken (ver-zekeren) dat wij dan een geldbedrag ontvangen waarmee we weer nieuwe spullen kunnen kopen. Maar dat maakt de brand niet ongedaan. De foto’s van je moeder en andere tastbare herinneringen aan vroeger zijn allemaal in het vuur verbrand. En een verzekering voor ziektekosten, bijvoorbeeld, geeft ons wel betere mogelijkheden voor medische behandeling, maar is geen garantie tegen ziekte en dood.
Het grote probleem, waar Jezus zoveel woorden aan besteedt, is de sterke drang die wij hebben om ons eigen leven in stand te houden en te proberen onze eigen toekomst te verzekeren. Hij probeert ons hier te leren dat dat een zinloos streven is. Wij hebben ons leven niet in onze hand. God is de enige die ons leven bepaalt. En het zoeken naar Gods koninkrijk houdt in dat wij heel ons leven aan Hem toevertrouwen.
‘Geloof’ betekent letterlijk trouw zijn aan God, en dus vertrouwen hebben in wat Hij zegt en doet. En dat is precies wat we nodig hebben om verlost te worden van ons misplaatste vertrouwen in onze eigen overlevingskracht.
Arie-Jan Mulder is spreker en schrijver. Zijn boek over de Bergrede is als ebook verkrijgbaar. Klik hier om zijn website te bezoeken.
Praatmee