Leven met een puber: wat je wel en niet moet doen
“Wat je vooral niet moet doen als je met je puber praat? Jezelf als een puber gedragen,” zegt Annelies van Pelt, werkzaam in de kinder- en jeugdpsychiatrie bij De Hoop. Tijdens de Week van Hoop van 17 tot en met 23 juni zal zij samen met gezinstherapeut Piet Mulder een seminar geven over ‘Praten met je puber’.
De seminar wordt op woensdagavond 20 juni gegeven in Dordrecht. Ook in Vlissingen en Veenendaal worden seminars gegeven die passen binnen het thema van de Week van Hoop ‘Verhalen van Hoop’. Naast seminars worden er tijdens de Week van Hoop ook andere events georganiseerd, waarbij mensen direct kunnen zien wat de impact is van hun gebed, steun en betrokkenheid.
Annelies is al vier jaar actief binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie bij De Hoop. “Ik geef hulp aan kinderen en jongeren die zijn vastgelopen in het leven.” Annelies en Piet zien het in de praktijk vaak voorbij komen: “In veel gevallen zijn de contacten met de ouders ook stroef, wanneer het even niet goed gaat met een kind of een jongere. We hebben beiden ondervonden dat als ouders en kinderen weer met elkaar in contact komen, dat er iets gaat bloeien! Dat willen we breder en toegankelijk maken. Daarin willen we onze kennis en ervaring delen met de mensen die op onze seminar afkomen.”
Interactieve seminar
Ze hoopt op een interactieve seminar, “waarbij we mensen aan het nadenken zetten: Hoe was ik dan zelf als puber? En kan ik in de huid van een puber kruipen? Hoe ging dat bij mij vroeger, als ik met mijn ouders praatte?” Volgens Annelies gaat het er vandaag de dag in ieder geval anders aan toe dan vroeger.
“Vroeger was vaders wil wet, bij wijze van spreken. Nu zie je wel dat ouders meer hun best willen en moeten doen.” Kinderen zijn ook mondiger geworden, meent ze. “De gezagsverhouding in de hele maatschappij is veranderd. Zo is ook het ouderschap in ontwikkeling. Waar in de periode van de jaren ’70 en ’80 kinderen soms teveel werden losgelaten door hun ouders, willen ouders tegenwoordig weer meer grenzen kunnen stellen.”
Verbinding
Praten biedt volgens haar in ieder geval de gelegenheid om in verbinding te komen, maar er zijn ook valkuilen. “De grootste valkuil die ik vaak zie is dat ouders al automatisch gaan invullen wat hun kind wil zeggen. Zolang het gesprek rustig verloopt, gaat het meestal wel goed. Zodra er emotie bij komt kijken, vinden ouders het vaak moeilijk”, zegt ze.
‘Krijgen we dit verhaal weer’, verzuchten ze dan soms volgens Annelies. “Of ze vullen de betekenis in van de woorden van de ander. Op het moment dat dit soort gedachten in je op komen, kan dat voor je puber remmend werken, waardoor de puber de luiken sluit met de gedachte: ‘Als je het toch al weet, ga ik niet meer vertellen.’” Annelies adviseert ouders daarom om de eigen verwachtingen of gedachten over wat het kind gaat zeggen, los te laten en te proberen echt open te blijven luisteren. “Ook al weet je wat er komt. Ook al weet je wat je ervan vindt. Laat het nu eens los.”
Oordeelvrije benadering
Zeker op het moment dat een kind bijvoorbeeld iets doet, waardoor je steil achterover slaat, is dat heilzaam volgens haar. Ze noemt als voorbeeld dat een puber een blowtje doet. “In plaats van dat je dan zegt: ‘Hoe haal je het in je hoofd?!’ Kun je beter iets zeggen als: ‘Wow, die komt even binnen. Dat had ik niet verwacht.’ Dat is een oordeelvrije benadering, die we ook zullen toelichten tijdens de seminar.”
“Pubers hebben het nodig om hun eigen autonomie te ontwikkelen. Om daarin te merken: ik word serieus genomen. De relatie, zoals ze die hebben met hun ouders, levert veel oefenmateriaal op. Ze leren om zichzelf later ook te kunnen verwoorden. Ook ten opzichte van vrienden. Het is de basis.”
Eerlijk zijn
Een oordeelvrije benadering betekent volgens Annelies niet alleen maar loslaten en ruimte geven, maar ook kwetsbaarheid tonen. “Je moet eerlijk zijn, jezelf blijven. Als de puber zich veilig voelt om meer te vertellen, kun je daarna gerust eerlijk zeggen: ‘Ik heb er wel moeite mee’ of ‘ik ben bang dat je vaker gaat gebruiken als je een blowtje doet.’” Daarbij moedigt ze ouders aan om ook de eigen ervaringen delen.
“Ouders zijn immers door schade en schande wijs geworden. Dan kun je gerust zeggen als ouder: ‘Ik hou zoveel van je, dat ik dit moeilijk vind, omdat ik weet dat het ook verkeerd kan gaan en dan niet zo leuk zal zijn voor je’. Het is een kwestie van loslaten en vertrouwen geven. Daarom heet het ook ‘Praten met je puber’ en niet ‘Controleren van je puber’,” lacht ze. “Geef je puber de mogelijkheid zijn of haar eigen grenzen te ontdekken.”
Geef fouten toe
Uiteraard betekent je puber de ruimte geven niet dat een kind nooit begrenst hoeft te worden, vindt Annelies: “Soms zijn er gewoon situaties dat je veel begrip en ruimte hebt geboden, en dat het kind die ruimte misbruikt. Dan is het goed om je puber alsnog te begrenzen”, aldus Annelies. Wel, geeft ze aan, is het goed om daarover duidelijk te zijn. Leg uit waarom je bepaalde grenzen stelt of consequenties na daden. ‘Ik weet dat je het niet leuk vindt, maar je hebt zus of zo gedaan. Dat kan niet om deze reden. Daarom mag je dit niet meer’.”
“Een puber zal dan eerst kwaad zijn, en negeert de ouders misschien zelfs een paar dagen. Dat is dan het verschil met de volwassene. Die weet inmiddels wel hoe hiermee wel of niet om te gaan, vanuit ervaring”, aldus Annelies. Ze benadrukt hierbij dat het wel goed is om als ouders ook gemaakte (beoordelings)fouten toe te geven. "Als je iets verkeerd hebt gedaan of gezegd, moet je dat zelf kunnen toegeven.”
Mild zijn
Ze zegt: “De ouderrol is eigenlijk ook maar een van de vele rollen die je vervult. Je bent ook werknemer, buurvrouw en partner. Al die rollen hebben invloed op wie je bent en hoe je reageert. Je kunt nog zo pedagogisch verantwoord willen ouderen, maar soms lukt dat niet. Dan mogen ouders ook mild voor zichzelf zijn.”
Ze doelt er daarmee op dat je als ouders vooral niet te hoge eisen moet stellen aan jezelf. “Soms is het oké dat het niet lukt. Dat zeg ik ook vaak tegen stagiaires. Juist als je het idee hebt dat je een gesprek hebt verprutst, zijn er herstelmogelijkheden. Ga zitten met elkaar. Geef eerlijk aan: ‘Dat vorige gesprek was echt prut. Volgens mij heb ik dat niet goed aangepakt. Dat zijn juist de momenten van verbinding en groei. Pubers snappen dat. Zij hebben soms hele dagen dat gevoel, dat dingen niet lukken. Daarmee creëer je in feite ook een stukje herkenbaarheid, juist doordat je jezelf kwetsbaar op durft te stellen.”
Open Dag
Voor Annelies is het de tweede keer dat ze een dergelijke seminar geeft tijdens de Week van Hoop. Naast seminars en andere events vindt er ook een Open Dag plaats van De Hoop. Bezoekers kunnen op die dag kennis maken met het werk van De Hoop, de medewerkers en cliënten die vaak inspirerende ‘Verhalen van Hoop’ kunnen vertellen. Meer informatie over het programma, vind je op de website van de Week van Hoop.
Wil je je aanmelden voor een van de seminars of specifiek voor de seminar over 'Praten met je puber'? Ga naar de website van Vrienden van De Hoop, en meld je aan.
Praatmee