Weten we écht wie Jezus is?
Jezus had er geen moeite mee zijn emoties te tonen. Er waren volgens het Evangelie nogal wat momenten dat hij uiting gaf aan enthousiasme, verdriet, vreugde, verontwaardiging, humor, boosheid, ontferming, toorn en zelfs teleurstelling, angst en wanhoop. Een bijzonder emotiemoment lees ik in Lucas 10.
Jezus had 72 discipelen extra aangesteld en hen er op uit gestuurd om Hem te verkondigen. Waarschijnlijk, net als de twaalf, eenvoudige mensen uit het volk. Vol vreugde kwamen ze terug van hun missie. Zelfs de demonen waren hen wegens de naam van Jezus onderdanig geweest. Het was een vrolijk overwinningsfeestje; als na een gewonnen voetbalmatch tegen een geduchte tegenstander. Maar Jezus vond het helemaal niet zo bijzonder, dat die demonen voor hen kropen wegens Zijn Naam. Het feit dat voor die discipelen een plek gereserveerd was in de hemel, dat was veel en veel meer reden tot vreugde.
Terwijl Hij dit hemels perspectief benadrukt, wordt Jezus in de Geest zo verheugd dat Hij het uit jubelt. Niet zo maar zachtjes binnensmonds, denk ik dan. Maar uitbundig halleluja’s roepend en huppelend van pure pret.
Vanwaar die extatische vreugde-explosie? Jezus dankt Vader, de Heer van hemel en aarde, wegens de keuze Zijn werkelijkheid verborgen te houden voor “wijzen en verstandigen”, de gezaghebbende intelligentsia. Maar het juist te openbaren aan “de kinderkens”, de onmondige eenvoudige zielen.
Niemand weet wie de Vader is dan de Zoon en wie de Zoon is dan de Vader en wie de Zoon het wil openbaren… dus aan degenen die zijn als kinderen.
Ik neem maar aan dat Jezus met die “kinderkens” de eenvoudige uitgezonden discipelen bedoelde en degenen die hun verkondiging spontaan als kinderen aannamen.
Nu is er in deze wereld een groot gebrek aan wijze en verstandige mensen. Maar voor geestelijke zaken blijkt dit anders te liggen. De geheimenissen van Zijn Koninkrijk vertrouwt God liever toe aan degenen die noch voor de wereld, noch in eigen ogen van betekenis zijn. Als je niet wordt als de kinderen…
Dit lijkt toch wel een erg sneue boodschap, als we er zo volhardend onze tijd en energie aan spenderen om kennis en inzicht op te bouwen en te verspreiden. Wat kunnen we echt weten als het ons niet geopenbaard wordt?
We kunnen er titels en status mee verwerven en onszelf theoloog oftewel god-kundige noemen, maar weten we echt wie Jezus is? En wie de Vader is; de onbeschrijfelijk majesteitelijke Heer van het universum? Nee, niet in fraaie formuleringen en dwingende dogma’s, maar echt?
Als “wijzen en verstandigen” hoeven we nu niet wanhopig het zwaarbeladen hoofd te laten hangen. Want God brengt geen scheiding tussen mensen, maar tussen geesteshoudingen.
Wijs en verstandig zijn we niet zomaar bij onze geboorte. Het is vooral ook een verleidelijke keuze om wijs en verstandig te willen zijn. Adam en Eva weten daar alles van. En het kan oppervlakkig bezien best veel opleveren. Maar willen we vooral innig met onze Vader verbonden zijn? Als we bereid zijn om die verleiding te weerstaan en al onze verworven intellectuele rijkdom te relativeren en zelfs bij het kruis deponeren… als we het net als Paulus vuilnis noemen… als we erkennen niets te weten en nog minder voor te stellen, dan kan maar zo in ons schemerduister een helder stralend Licht opgaan.
Praatmee