De levenslessen van André Hazes Jr.
Je zingt ze makkelijk mee, de liedjes van André Hazes Jr. Zoals ‘Leef’, één van zijn grootste hits. Een liedje over een ‘oude wijze man’. Een soort Prediker. Iemand die oud is geworden en nu terugkijkt op zijn leven. Ineens denkt hij: Wat heb ik nou eigenlijk gedaan met mijn leven? Hij heeft zich altijd in het zweet gewerkt en verdiende geld als water. Maar waarvoor? Ja, hij heeft af en toe gelachen, maar veel te veel gehuild...
En wat is het advies van deze oude man? “Leef, alsof het je laatste dag is! Leef, alsof de morgen niet bestaat!”
Veel van André’s liedjes hebben die boodschap: Leef! Geniet! Haal eruit wat erin zit! Al gaat dat ook weleens mis. “Het heeft een heleboel kapot gemaakt”, zingt André in ‘Ik haal alles uit het leven’. En feestjes kunnen uit de hand lopen. Luister maar naar ‘Wie kan mij vertellen’: “Wie kan mij vertellen wat ik gisteren heb gedaan? Heb ik me wel gedragen? Ben ik te ver gegaan? Ik weet niet alles meer. Ik had een slokje op. Of waren het die shotjes?”
Braaf burgerleventje
Je kunt natuurlijk zeggen dat het niet slim is, zoveel drinken. En dat die ‘shotjes’ ook niet ongevaarlijk zijn. Dat er met alcohol en drugs al heel wat levens totaal kapot en verrot zijn gegaan. Maar ja, wat wil je dan? Een braaf burgerleventje? Nee, dan liever écht leven. Het leven gaat al zo snel en dood gaan we allemaal, vroeg of laat. Daarom blijft André zingen: “Ik haal alles uit het leven! Drink de laatste druppel op. Er zijn nachten bijgebleven, stond mijn wereld op z'n kop. Je moet me leren nemen zoals ik altijd ben geweest…”
Daarin zit de kracht van zijn liederen. Er zit leven in, het zijn liedjes die tintelen en bruisen van verlangen en levenslust. Die oude man uit ‘Leef’ heeft deels gelijk: alleen leven voor werk en geld is dodelijk. Maar feestvieren, drinken en lol maken – is dat het dan?
Miezerig verlangen
Het is zeker geen zonde om te zoeken naar leven, vreugde en geluk. Alsjeblieft niet zeg. Daarvoor ben je gemaakt! Dat voelt André Hazes Jr. ergens haarscherp aan. Het probleem is niet dat ons verlangen naar vreugde te sterk is. Nee, dat verlangen is eerder te zwak, te klein, te miezerig. C.S. Lewis zei het zo: “We zijn halfhartige wezens, we rommelen wat met drank en seks en status, terwijl er oneindige vreugde aangeboden wordt; zoals een onnozel kind dat wil doorgaan met moddertaartjes maken in de achterbuurt omdat het zich niets kan voorstellen bij een vakantie aan zee. We zijn veel te gauw tevreden.”
Maak jij nog moddertaartjes?
Dit artikel is afkomstig van het LCJ (Landelijk Contact Jeugdwerk), een jongerenorganisatie binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK).
Praatmee