Ds. J. Belder over zelfdoding: "De meeste dominees zijn voorzichtiger"
"Waarom verlaat iemand het leven door de nooduitgang door zichzelf het leven te benemen? Hoe groot is de emotionele ravage die zo’n wanhoopsdaad aanricht in de onmiddellijke omgeving van de suïcidant?," vraagt ds. J. Belder zich af in De Waarheidsvriend.
"Nog niet zo lang geleden hadden de meeste kerkmensen een uitge sproken en vooral vernietigend oordeel over de zelfdoder. Op grond van 1 Korinthe 10:13 was het voor velen glashelder dat een kind van God nooit tot zo’n daad zou komen. Het is zeer wel mogelijk dat hierin ook de invloed doorwerkt van Wilhelmus à Brakel, die in de Redelijke Godsdienst dit standpunt huldigt.
De Maartendijkse predikant A.J. Wijnmaalen (1914-2009) sprak van het ‘ongeroepen voor God verschijnen’. Daar ging een veelzeggende waarschuwing van uit. Ook de wat excentrieke, door velen geliefde en door anderen verguisde ds. Jac. van Dijk (19131984) volgde dat spoor. Als de moedeloze Elia na zijn Karmeldienst de woestijn invlucht, zijn knecht congé geeft en alleen nog maar wil sterven, is de toepassing duidelijk: een kind van God slaat de hand niet aan zichzelf. Daar wordt hij voor bewaard.
Vandaag zijn de meeste dominees voorzichtiger. Niet alleen omdat ze de schriftgegevens opnieuw doordachten, maar vooral vanwege voortschrijdend inzicht in psychiatrische ziekten. Martin Schouten schreef over de zelfdoding van een vriendin in de Volkskrant (18-12-1996) en gebruikte het beeld van een moeras. ‘Je wilt er uit weg, maar bij elke stap zuigt de modder aan je voeten. Die donkere modder van het leven waarin je vastloopt en die je meezuigt in de dood.’
Stijgende lijn
Na een ‘hoogtepunt’ in 1984 daalde het aantal zelfdodingen in de jaren daarna, om in deze eeuw weer een opwaartse beweging te maken. In 2016 pleegden 1894 mensen suïcide. Dat zijn er gemiddeld vijf per dag! Het werkelijke getal zal hoger liggen. Er is sprake van toename in de groep twintigers en bij zestigplussers. In 2016 benamen 121 jongeren tussen 10-25 jaar zich het leven. Dat zijn er meer dan twee per week. Het aantal pogingen zichzelf om te brengen ligt vele malen hoger.
Er slaan meer mannen en jongens de hand aan zichzelf dan vrouwen en meisjes. Vooral gescheiden mannen en weduwnaars vormen een risicogroep. Het aantal vrouwen en meisjes met suïcidale gedachten is volgens onderzoekers groter, maar het aantal daadwerkelijke suïcidanten lager. Hoewel zelfdoding in iedere beroepsgroep voorkomt – ook onder predikanten – scoren sommige bovengemiddeld.
In landen als Rusland, Slovenië en Hongarije beroven procentueel meer mensen zichzelf van het leven dan in Nederland. En ook Frankrijk kent een hoger percentage zelfdodingen per duizend inwoners. Japan voert de wereldranglijst zelfs aan. Zelfdoding is er vanouds geaccepteerd wanneer het de familie behoedt voor schande en eerverlies. Het verklaart wellicht mede het grote aantal zelfdodingen onder (falende) studenten. In de Tweede Wereldoorlog bliezen op Okinawa duizenden Japanse militairen zichzelf op, teneinde zoveel mogelijk slachtoffers te maken aan Amerikaanse zijde. Samen met de kamikazepiloten – in feite niet anders dan een zelfmoorddivisie – werden zij als helden vereerd, zoals bij ons Jan van Schaffelaar, Jan van Speyk en anderen. Hun zelfgekozen dood diende een groter belang, een gedachte die overigens door W. à Brakel wordt bestreden. Hij wil niet weten van ‘couragie’, maar spreekt van ‘roekeloze domkoppen’ (Redelijke Godsdienst).
Zouden we de zelfdoding van Saul (1 Sam.31:4; 1 Kron.10:4) ook niet als een heldendaad kunnen interpreteren? Maar welk belang diende hij daar dan mee? Dacht hij niet uitsluitend nog aan zichzelf? Zijn koningschap had hij verspeeld door steeds niet te doen wat God hem opdroeg. Ten slotte week Gods goede Geest van hem. Saul werd agressief richting anderen en zichzelf, met een fatale, dramatische afloop. Hij redde door zijn wanhoopsdaad niemands leven, in tegenstelling tot de verzetsmensen die zich in de Tweede Wereldoorlog het leven benamen om niet onder onmenselijke druk kameraden te verraden.
In de Joodse en later ook in de christelijke traditie wordt de drang tot zelfvernietiging nooit gelegitimeerd. Het gaat over een diepingrijpend gebeuren dat je jezelf noch je naasten moet aandoen. Naast-bestaanden kiezen er niet voor na-bestaanden te worden. ‘Terwille van hen moeten wij de zuigkracht weerstaan van de (...) zelfdoding’ (Okke Jager, Oude beelden spreken een nieuwe taal, 1990). In de gevangenis van Filippi staat een totaal ontredderde gevangenisdirecteur op het punt zichzelf te doden. Op datzelfde moment klinkt het met kracht: ‘Doe uzelf geen kwaad...’ (Hand.16:28)."
Ds. J. Belder uit Harskamp is emeritus-predikant. Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 31 mei 2018, of download hier de gratis pdf. Klik hier om een abonnement op De Waarheidsvriend te nemen.
Praatmee