John Lapré schrijft RD-hoofdredacteur: "Ik hoop dat ik je straks in de hemel zie"
"We voelen mee met elkaars zorgen en op hoofdpunten delen we die van harte met elkaar. Tegelijkertijd voelen we een kloof. En toch, Steef, hoop ik met heel mijn hart dat ik je straks in de hemel ga zien." Dit schrijft John Lapré - hij kwam zeven jaar geleden uit de kast - in zijn afsluitende briefwisseling met Steef de Bruijn, hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.
Aan de hand van de vorige briefwisseling met John op dat er sprake is van een kloof tussen hem en De Bruijn. "Aan de ene kant van de brug staat namelijk iemand die Jezus citeert met de woorden: 'Gij zijt mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebied.' En aan de andere kant iemand die zich belemmerd voelt doordat de ander zijn eigen waarheidsclaim aan Jezus’ ware woorden koppelt. Is dit te doorbreken?," vraagt de schrijver zich af.
John wijst op de ontmoeting tussen de Heere Jezus en Zacheüs. "Juist bij die man, die door de gemeenschap met argusogen werd bekeken en door mopperende Schriftgeleerden werd verguisd, genoot Jezus een maaltijd. Zo was Jezus. (...) Wat Jezus van homo’s vond, weten we niet, want Hij heeft er nooit over gesproken. Wat we wel weten, is dat Hij homo’s nooit links zou laten liggen."
De Bruijn geeft aan dat hij wel degelijk bereid is om John de hand te reiken en zo over de brug te stappen, maar voegt daar iets aan toe. "Laten we het eens omkeren: stel je voor dat je bij die ontmoeting in mij een ernstige karakterzonde ziet, hoogmoed bijvoorbeeld. (...) Het zou dan toch uiterst liefdeloos van jou zijn als je me wel de hand reikt, maar me niet bestraft, me niet oproept tot bekering en me niet aanspoort om verzoening te zoeken in het bloed van de Zaligmaker?
Ja, zeg je natuurlijk: daar kom je weer, je blijft mijn relatie zonde noemen en je denkt dus toch de waarheid aan jouw zijde te hebben. John, ik heb van ons gesprek geleerd om nog voorzichtiger te zijn. (...) John, we kennen ten dele. Er zijn geen winnaars in deze briefwisseling. Ik ben nog voorzichtiger geworden, zei ik, maar dat geldt ook ten aanzien van de zonde, omdat die zo levensbedreigend is."
De Bruijn sluit de briefwisseling af met een eigen citaat die hij eerder deelde in een radio-interview: 'Wie in de Heere Jezus Christus gelooft, heeft het eeuwige leven, en dat gun ik elke homo.'
Lees ook over de aanleiding van de briefwisseling: Deze advertentie met twee homo's mag definitief niet in het RD.
Praatmee