Synodepreses GerGem: “Petitie kan eenheid met GGiN niet afdwingen”
Moeten de Gereformeerde Gemeenten (GerGem) en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN) werk maken van eenwording? Deze vraag is actueel naar aanleiding van een petitie werk gemaakt worden van Geert Jan Rozendaal. Volgens hem is samengaan een Bijbelse plicht. CIP.nl nam contact op met diverse betrokkenen.
Ds. J. J. van Eckeveld (foto), synodepreses binnen de Gereformeerde Gemeenten, benadrukt dat “de kerkelijke weg bewandeld moet worden” als het gaat om kerkelijke eenheid. “Mensen kunnen vanuit de beste bedoelingen brieven schrijven en petities starten, maar dergelijke initiatieven kunnen alleen op een kerkelijke wijze ter tafel komen. Als dat niet wordt gedaan wordt het in de gemeente des Heeren een verwarrende toestand. De Heere God is een God van orde.”
De predikant legt uit wat hij met die kerkelijke weg bedoelt. “De initiatiefnemer zou zijn wens kunnen delen met zijn kerkenraad. Vervolgens kan de kerkenraad daarmee naar de classis stappen. Via de classis kan dit initiatief vervolgens worden besproken op de generale synode.” Van Eckeveld voegt toe dat beide kerken via de Deputaatschap Kerkelijke Eenheid met elkaar in gesprek zijn. “Daar proberen we elkaar meer en meer te vinden.”
“Toen ik over de petitie las, dacht ik: ‘deze man heeft de strekking van mijn boek begrepen’,” reageert ds. M. Golverdingen. In 2016 bracht hij een boek uit over de kerkscheuring in 1953, waaruit de GGiN is ontstaan. “Om die eenheid te bereiken moeten betrokkenen voorzichtig te werk blijven gaan. Met een petitie in de publiciteit treden kan de nodige emoties oproepen. Eenheid is in de eerste plaats geen zaak van actie, maar van gebed. En gebed kunnen we niet forceren, maar wordt bewerkt door de Heilige Geest.” Golverdingen juicht gesprekken naar aanleiding van de petitie binnen kerkelijke gemeenten toe.
Opvallende toevoeging
Jan Zwemer is Zeeuws historicus van bevindelijk-gereformeerde afkomst. "Zulke initiatieven komen altijd onverwacht," merkt hij op. "Mijn aandacht werd meteen getrokken door de gesuggereerde toevoeging ‘onder het Kruis’ na ‘Gereformeerde Gemeenten’. De voorstellers refereren daarmee aan één van de twee oorspronkelijke ‘bloedgroepen’ van de Gereformeerde Gemeenten. De andere bloedgroep, die van de gemeenten ontstaan onder ds. Ledeboer, had in zijn ideologie altijd een breed kerkbegrip: men verlangde terug naar de ongedeelde vaderlandse kerk, betreurde ‘afscheiding’ ervan en voelde altijd nog banden met de Hervormde Kerk. Dat element lijken de indieners van de petitie nu te vergeten, bewust of onbewust. De ‘Ledeboerianen’ waren ten dele ook minder strikt georiënteerd op radicale uitverkiezingsnoties, bijvoorbeeld in de prediking."
Twee jaar geleden riep ds. A. A. Egas op tot kerkelijke eenheid binnen de reformatorische gezindte. De christelijke gereformeerde predikant hoopt dat ooit collega’s uit de Oud Gereformeerde Gemeenten of zijn CGK kansels binnen de GerGem mogen beklimmen. “Ik ben blij met ieder initiatief dat eenheid aanspoort,” zegt Egas over de petitie. “Wat zou het voor de GerGem en GGiN mooi zijn als de breuk uit ’53 wordt geheeld. En wat mooi dat dit initiatief van onderop komt. Blijkbaar zijn er honderden gemeenteleden die dit verlangen delen.”
“Tegelijkertijd vraag ik mij af of binnen de GerGem en GGiN een petitie het juiste middel is, omdat het activistisch kan overkomen. Dat kan leiden tot weerstand en dat zou de bedoeling van de initiatiefnemer schaden. Het is duidelijk dat Rozendaal wordt gedreven door een hartelijk verlangen naar eenheid. Ik denk dat hij terecht constateert dat er theologisch geen wezenlijke verschillen zijn tussen de beide kerken. Er zou dan ook meer ruimte moeten komen om werk te maken aan eenheid.”
Drs. I. A. Kole ondersteunde twee jaar geleden de oproep van ds. Egas aan het adres van de Gereformeerde Gemeenten om de kansels open te stellen voor predikant van buiten het kerkverband. De afgelopen jaren heeft Kole zich namens het Contactorgaan Gereformeerde Gezindte (COGG) ingezet voor meer kerkelijke eenheid binnen de reformatorische gezindte. “Deze petitie vind ik een goed initiatief,” laat hij weten.
“In beide kerken zou men de verschillen en gevoeligheden onder de loep moeten nemen om te onderzoeken of eenwording mogelijk is. De GerGem en GGiN werken al samen op maatschappelijk, politiek en educatief gebied. Waarom zou je die samenwerking en eenheid dan ook niet kerkelijk gestalte geven? De gesprekken die hierover al gaande zijn wil ik van harte aanmoedigen. De tijd is rijp voor meer kerkelijke eenheid - zie Johannes 17:20-21.”
Hoge en stevige kerkmuren
“Maar als ik naar de omstandigheden kijk, ben ik met zorg vervuld,” voegt Egas toe. “De praktijk wijst uit dat de hoog opgetrokken kerkmuren behoorlijk stevig zijn. Verschillen hebben vaak betrekking op sentimenten uit het verleden en gevoelens. Daardoor zitten mensen er geharnast in. Ik word hoopvol als ik naar Boven kijk in plaats van naar de omstandigheden. Als de Heere gebed om eenheid geeft, zal het gebeuren. Door gebeden kan de Heere door kerkmuren heen breken. Er is dus hoop.”
Van Eckeveld: “Als voorzitter van onze Deputaatschap Kerkelijke Eenheid lijkt het mij vanzelfsprekend dat ik de boodschap van de initiatiefnemer van deze petitie toejuich. Maar eenheid kan niet worden afgedwongen, ook niet via een petitie. We hebben nog altijd te maken met een moeilijk en ingewikkeld vraagstuk. Laten we vooral bidden dat de Heere de onderlinge gesprekken zegent.”
Namens de GGiN is ds. J. Roos nauw betrokken bij onderlinge gesprekken tussen beide kerken. Hij was niet bereid om commentaar te geven en verwees door naar het kerkelijk bureau van de GGiN. Ook het kerkelijke bureau wilde niet op de petitie reageren en verwees door naar ds. O. M. van der Tang. Ook de GGiN-predikant had geen behoefte aan commentaar. “Deze discussie zou niet via de media gevoerd moeten worden,” aldus de predikant uit Alblasserdam.
Praatmee