Het Onze Vader is een pinkstergebed!
Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad - (Matteüs 6:9-13).
In dit gebed zien we een opvallende tweedeling. Eerst komen er drie gebeden over de Vader en dan drie gebeden over onszelf. Eerst God, dan wij. Wat is dat mooi. Om te beginnen richten wij ons op God, en pas daarna op onze eigen behoeften. Dat is de veelzeggende volgorde die Jezus hier aangeeft. Dat is niet vanzelfsprekend, want onze eerste neiging is natuurlijk om meteen met onze eigen vragen te komen. Maar dit is de aangewezen volgorde: eerst moet de omgang met God vorm krijgen, en vandaar uit kan pas het leven als mens worden vormgegeven, zoals God dat vraagt. Het begint allemaal in de hemel, bij God, en het werkt door op de aarde, bij de mensen.
Het begin van dit gebed is meteen al spectaculair. Dat horen wij er misschien niet meer in, maar de eerste woorden van dit gebed ontketenen al een soort revolutie. Jezus leefde in een tijd waarin de schriftlezing en de gebeden in het Hebreeuws werden gedaan. Dat was de taal van de kerk, om het maar zo te zeggen. Dat was als het ware de heilige taal, de taal waarin men met God communiceerde. Maar Jezus begint dit gebed niet in het Hebreeuws, maar met een Aramees woord: abba (pappa). Dat is een enorme stap: God hoeft niet te worden aangesproken in een ‘heilige’ taal maar hij is toegankelijk in alle talen.
Dat lijkt in onze tijd vanzelfsprekend, maar voor de Joodse gemeenschap in die tijd was het een revolutie. Net als iedereen had het Joodse volk de neiging om de inhoud van het geloof vorm te geven in rituelen. Het is best moeilijk om te leven met een onzichtbare God, en we hebben allemaal behoefte aan zichtbare dingen. Het is dan ook van alle tijden dat we concrete uitingsvormen zoeken voor ons geloof: een gouden kalf, vaste rituelen, kerkelijke gewaden, speciale muziek, gedragscodes, kledingvoorschriften, een bepaalde bijbelvertaling, speciaal taalgebruik enz. Dat geeft ons een gevoel van veiligheid.
Die algemeen menselijke behoefte aan ritualisering doorbreekt Jezus radicaal door ons te leren om God in de volkstaal aan te spreken. Het evangelie komt naar de mensen toe en is beschikbaar in alle talen en culturen. Er is geen heilige taal en er is geen heilige cultuur. Dat is de boodschap van deze eerste woorden. God is heilig, niet onze taal of onze gewoonten.
Het woord is mens geworden, zegt de Bijbel. Het is in de persoon van Jezus afgedaald naar de aarde. En vanaf dat moment kan dat woord steeds verder doorvertaald worden naar nieuwe talen en andere culturen. Dat zien we vanaf de eerste pinksterdag (in Handelingen 2) inderdaad gebeuren. Het woord van God komt naar ons toe in talen en in vormen die voor iedereen begrijpelijk zijn.
Het Onze Vader wijst al de weg naar het pinksterfeest en naar de verspreiding van Gods woord over de hele aarde.
Arie-Jan Mulder is spreker en schrijver. Zijn boek over de Bergrede is als ebook verkrijgbaar. Klik hier om zijn website te bezoeken.
Praatmee