‘Gezegend de jongere die zijn been breekt in de kerk’
“Een jongen zei een tijdje geleden tegen mij: ‘Gezegend de jongere die zijn been breekt in kerk,” vertelt Kees van Vianen. Deze jongen liet de directeur-bestuurder van de christelijke gereformeerde jongerenorganisatie LCJ weten dat hij vanuit de kerk veel betrokkenheid ervoer nadat hij zijn been brak. Zou die betrokkenheid er ook zijn geweest zonder gebroken been? Van Vianen beantwoordt een aantal vragen over pastorale nood onder jongeren.
Je merkt dat er onder jongeren pastorale nood is. Hoe komt die nood bijvoorbeeld tot uiting?
“Als je zelf dichtbij de Heere leeft, ben je meer alert op de nood onder jongeren. Dan gaan je ogen daarvoor open. Het is niet zo dat jongeren niet willen praten over hun problemen en zonden, dat willen ze echt wel. Het is wel belangrijk dat je zelf ook open en kwetsbaar durft te zijn; dat je bereid bent de diepte te zoeken. Dan gaan jongeren heus wel praten over hun vragen en worstelingen.
Met welke problemen jongeren zitten? Dat kan van alles zijn, bijvoorbeeld stress en spanning, gebrokenheid in het gezin, problemen rondom seksualiteit en relaties. Of ze hebben geen relatie met de Heere God, of een relatie die verdonkerd is en dichtgeslibd.
Een jongere vertelde mij pas: ‘Ik probeer er met Pasen echt bij stil te staan dat Christus de dood overwonnen heeft en is gestorven voor de zonden. Met Bijbelkring zijn we daar ook mee bezig. Maar ik vind het best lastig, het blijft toch abstract en ver weg. Ik voel me ook te goed voor een Zaligmaker, ik besef niet dat ik Jezus nodig heb.’
Een ander zei: ‘Ik ben bang dat ik tot die groep behoor die ten prooi valt aan ‘innerlijke secularisatie’. God lijkt vaak zo ver weg. En als Hij dichtbij lijkt, ga ik het wegredeneren: Wie zegt met dat het geen toeval is?’ Weer een andere jongere mailde pas: ‘Op dit moment ervaar ik Gods nabijheid zeer sterk, maar als ik straks weer het leven inga en ik weer op mezelf zie, ga ik honderd procent zeker weer onderuit.’”
Eén van de uitspraken die je hoorde is: “Mijn geloof is als platgebrand dorp.” Wat zou die jongen hiermee bedoelen?
“Die uitspraak komt van een jongen die bij zichzelf zag dat hij een kille houding had als het ging om kerk en geloof, en die houding zag hij bij veel van zijn leeftijdsgenoten. Hij was keurig gereformeerd opgevoed, met zondagschool, catechisatie, reformatorische scholen etc. Later bezocht hij een niet-christelijke hbo-school en kreeg hij een vriendin uit een kerk waar ze heel anders dachten dan in de kerk waar hijzelf was opgegroeid. Hij zei: ‘Ik val tussen wal en schip op deze manier, dan weer hoor je dit en dan weer dat: op school en thuis, de ene en de andere kerk tegenover elkaar. Inmiddels weet ik niet zo goed meer wat ik ervan moet vinden. Er valt veel meer te zeggen, maar kortom: mijn geloof is een afgebrand dorp geworden.’”
Wat heeft deze pastorale nood tot kerken te zeggen? Waar is men tekortgeschoten?
“Op het gebied van pastoraat gebeuren er veel mooie dingen. Tegelijk schieten we tekort in oprechte en concrete aandacht, liefde en bewogenheid. Is het in deze tijd nog mogelijk om concreet oog te hebben voor àlle jongeren in onze gemeenten? Hebben we daar de tijd en de mensen voor? We hanteren onze stramienen, ook als het gaat om pastoraat. Maar kom je dan echt bij het hart van jongeren? En zien we de kracht van het gebed? Bidden we op de manier van Habakuk? Zijn naam betekent ‘handenwringer’, hij ging echt op de knieën.
Vaak lijken we blind voor de nood die er is bij jongeren. Heeft dat te maken met staar op onze ogen of met slaperigheid? Richard Wurmbrand zei eens: ‘Het is vreselijk om in de gevangenis te komen, maar het is nog veel erger om in vrijheid te slapen.’
Een jongen zei een tijdje geleden tegen mij: ‘Gezegend de jongere die zijn been breekt in kerk.’ Die jongen had eerder zelf z’n been gebroken. Hij merkte dat dan de hele kerk in beweging komt. Je naam komt in het kerkblad, je krijgt bezoek in het ziekenhuis van de clubleider en de jeugdouderling en je krijgt allerlei kaarten uit de gemeente. En als je na een tijdje weer thuis komt, dan herhaalt het hele proces zich. Die betrokkenheid is natuurlijk heel mooi en waardevol. Maar die jongen zei ook: ‘stel dat ik niet mijn been breek, maar mijn hart, wat gebeurt er dan?’
De wereld trek 24 uur per dag en 7 dagen per week aan jongeren. Wat stellen wij daartegenover? Het komt erop aan om op een natuurlijk-geestelijke manier dichtbij jongeren te zijn, zonder dat het claimerig of vervelend wordt. Hoe kom je werkelijk in contact met jongeren in het leven van 2018, in alle ruwheid, grofheid en bagger? Net zoals de Heere Jezus die de tollenaar Levi opzocht in de ‘bagger’ en in Johannes 4 op een heel open en liefdevolle manier in gesprek gaat met een vrouw die allerlei relaties achter de rug heeft. Hij zegt niet ‘vieze vuile hoer’, maar stelt gewoon open vragen.
Als het waar is dat we in onszelf verloren zondaren zijn, doelmissers en losers. En als het tegelijk waar is dat de goedheid van de HEERE hemelhoog is en Zijn barmhartigheid grondeloos, als er bij de Heere Jezus een oceaan van zondaarsliefde is, wat doe je dan? Dan mag je op pad gaan, gedrongen door Zijn liefde. Dat kunnen ouderen, jongeren en alleenstaanden doen, iedereen kan worden ingeschakeld. Je kunt in contact treden met jongeren via social media. Of zoek jongeren gewoon op waar ze zijn! Ga naar een keet toe, ga bij ze zitten, begin een gesprek, daar zijn jongeren heel erg toe bereid. Ga niet gelijk preken, maar probeer aan te sluiten bij jongeren, toon interesse, stel vragen.”
Wat doet het LCJ om aan deze pastorale nood tegemoet te komen?
“We geven toerusting aan kerkenraden, ouders, ambtsdragers en jongerenwerkers. Zo geven we praktisch tips en adviezen om op een open manier pastorale nood tegemoet te treden. Dat kan door middel van mentoraat, een buddy-systeem, maar pastoraat kan ook op een heel natuurlijk manier in gemeente plaatsvinden. Het gaat er vooral om dat er geestelijk besef komt. Met trucjes en een beetje gegoochel bereik je niets, daar prikken jongeren gelijk doorheen.
Steeds vaker krijgen we vragen van jongerenwerkers, opvoeders en jongeren zelf. Die vragen komen uit heel het land en allerlei kerken. We proberen die vragen op een open en eerlijke manier te beantwoorden, live, telefonisch, via mail of social media.
Daarnaast werken we mee aan een onderzoek van de Christelijke Gereformeerde Kerken over visie op jongeren / jongerenpastoraat. We proberen in beeld te krijgen hoe de situatie nu eigenlijk is in de gemeente. Zijn er dingen waarover we als gemeente in gesprek moeten gaan? Op een gemeente-avond is er vaak veel tijd voor het financiële jaarverslag. We moeten het hebben over het fietsenhok, veilig jeugdwerk, vrijwilligers, het is allemaal belangrijk. Maar hebben we het ook over de vraag of onze jongeren ‘eternity proof’ zijn, zou dat ook een gesprek van een uur kunnen opleveren op een gemeenteavond?”
Meer weten over het werk van het LCJ? Klik hier voor meer informatie.
Praatmee