Geloven wordt voor mij steeds minder logisch
'Onze Vader, die in de hemelen zijt.' Zo begint het gebed dat de Here Jezus ons heeft geleerd. Ik wil je daar vandaag even met je over praten. Ben je weleens zo je gebed begonnen? Vast wel!
Ik las vorige week een interview dat mij over de woorden aan het denken zette. Met name over die laatste vijf woorden: ‘die in de hemel zijt’.
Het heeft mij geholpen om een antwoord te geven op een paar heel verdrietige reacties.
Naast alle lieve en bemoedigende berichtjes, krijg ik ook berichtjes van mensen die het heel moeilijk hebben. Zij leven harte mee. Maar zij vertellen ook hun eigen verhaal. Ik mocht naar huis. Maar hun partner kwam na een infarct in een verpleegtehuis terecht.
De mensen schrijven: God heeft nog een taak voor jou! Maar hoe zal het gaan met ons? Heeft God ons vergeten?
Hoe moet ik daarop reageren? Ik ben met zulke berichten verlegen. Ik kan ‘gemakkelijk praten’.
Hoe kan ik die ander helpen?
Het gemakkelijkste antwoord is dat ik reageer met hen te schrijven dat God met wat hen overkwam niets mee te maken heeft. Dat lijkt een oplossing. Maar is het dat echt?
Maakt het God niet klein? Alsof er een boze macht is die Hem op bepaalde momenten te slim af is.
Ik geloof - en ik schrijf dat heel voorzichtig op - dat God bij alle dingen van mijn leven betrokken is. Geen mus valt op de aarde zonder de hemelse Vader, zegt Jezus.
Lees het goed, ik schrijf niet ‘zonder de wil’, maar alleen het woord ‘zonder’. Zo heeft Jezus dat echt gezegd.
Ik kan God niet narekenen. Ik kan niet tijdens zijn bestuur over Zijn schouder meekijken. God mag ik Vader noemen maar Hij is wel een Vader van een geheel andere categorie.
Geen Vader op aarde.
Maar een Vader in de hemel.
Ze hebben het weleens over het feit dat je geen appels met peren kunt vergelijken. Nou deze vaders helemaal niet.
God is de Vader in de hemel.
Groot. Heilig.
Ik ben ook een vader, maar nauwelijks te vergelijken met Hem.
De toevoeging ‘die in de hemel zijt’ heeft mij op mijn plek gewezen. En geeft mij opnieuw de vrijmoedigheid om te zeggen dat ik van al die moeilijke dingen niets begrijp.
Steeds sterker leeft in mij de overtuiging dat ik op veel vragen, als het om God gaat, geen antwoord heb.
God is de Vader in de hemel.
Ik weet, dat Hij in Jezus Christus heel dichtbij is gekomen. Hoe groot zijn liefde is.
Toch blijft Hij de Vader in de hemel.
Ik begrijp daarom lang niet alles.
Maar toch vertrouw ik.
Geloven wordt voor mij steeds minder logisch. Geloven is geen wiskunde en de Bijbel een wiskundeboek.
En onze God is een groot God
De Vader in de hemel.
Geloven is voor mij niet ‘dus’.
Geloven is ‘en toch’
Ik schrijf geen enkele lezer dit geloof voor. Maar dit is het mijne.
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee