Mirjam worstelt met God: hoe moet ik mijn buurman liefhebben?
Love thy neighbour – dat is het thema van The Justice conferentie in die Tear in oktober dit jaar organiseert. Ik vind het nogal een confronterend thema. Ik ben namelijk van mijn buren weggevlucht. Afgelopen herfst lagen er bij mij twee opties open.
1. Een baksteen bij ze door de ruit gooien.
2. Verhuizen.
Het werd de tweede optie, simpelweg omdat er geen vrije baksteen lag. Het feit dat we aan onze linkerzijde geweldige buren hebben, maakte dat we het negen jaar lang met de huisjesmelker aan de rechterzijde hebben uitgehouden. Wisselende bewoners uit verre streken, wietluchten, feesten tot diep in de nacht – een Poolse kroeg, tv’s in de achtertuin, blaffende honden die dagenlang geen eten kregen, nachtelijk gestamp en geschreeuw. We begonnen heel optimistisch toen we hier negen jaar geleden kwamen. Na twee jaar werd de wietplantage aan de linkerzijde ontruimd en kregen we daar buren om van te houden. We hoopten dat door gebed en zegening de andere kant ook een plek van ‘licht’ zou worden.
We baden, we zegenden, we plaatsten dubbele wanden, gingen op de koffie, kozen voor mediation, bakten taarten, probeerden alle soorten oordoppen, schakelden de gemeente in, herpakten ons weer. Eerst baden we vol hoop, maar die hoop veranderde na elk zomerseizoen stukje bij beetje in wanhoop. De herrie ging in mijn lijf zitten en nog meer in die van mijn man. Afgelopen jaar lag hij na elk rumoerig weekend in het ziekenhuis voor een cardioversie (elektroschok) wegens aanhoudende hartritmestoornissen. Ze hielpen niet, dus volgde er een hartoperatie, die helaas niet lukte. Zijn leven veranderde door de medicijnen drastisch.
Nadat ik op een avond om twaalf uur aan de buurman had gevraagd of de muziek in de achtertuin eindelijk zachter mocht (de politie was die week al twee keer geweest) en mijn man opnieuw zijn matras oppakte om ergens anders te gaan slapen, rende ik schreeuwend naar buiten. Witheet van woede was ik. Ik begon te schreeuwen en zocht naar een baksteen – die ik niet vond.
Eenmaal binnen schaamde ik me diep. Ik kon wel door de grond zakken. Was ik die hypergevoelige buurvrouw die buiten zichzelf van woede had staan te schreeuwen? Ik, de stiltetrainer, die mijn buren zo graag wilde zegenen en liefhebben? Ik had gefaald. De volgende dag lag Alex opnieuw in het ziekenhuis. Toen heb ik de makelaar gebeld en binnen twee weken was ons huis verkocht – aan mensen die gelukkig van onze buren wisten. Drie weken later kreeg de huisjesmelker zijn derde boete en ontruimde hij ook zijn huis.
We zitten nu middenin de verhuizing en ik merk dat ik boos ben op mijn buurman – de huisjesmelker. Ik worstel met God: hoe moet ik mijn buurman liefhebben? Wat verlangt U van mij? Gods antwoord was duidelijk: een preek van Martin Luther King in de krant over vergeving. Een artikel bij de notaris over vergeving dat me diep raakte: In vergeving zit niet voor niets het woord ‘geven’. Vergeving is een gift aan de ander, maar vooral aan jezelf. Zonder vergeving is het onmogelijk gelukkig te zijn. Boosheid is alsof er modder tegen je raam wordt gegooid. Niet alles blijft hangen, maar na een tijdje kun je toch niet meer naar buiten kijken. Belangrijk dus om het raam schoon te maken.
Dit raam kan ik niet alleen schoonmaken – ik wil me openstellen voor Gods vergeving en nieuwe liefde. Dit wordt mijn queeste in het komende burenseizoen. Love thy neighbour – volgens mij is dat thema perfect gekozen na het zomerseizoen waarbij veel mensen in Nederland hun buurman wel achter het behang zouden willen plakken (een kwart van de Nederlanders!). Ik ben erbij in oktober en ben benieuwd hoe ik tegen die tijd tegen dit thema aankijk. In ieder geval hoop ik bemoedigd en gescherpt te worden om van mijn buurman te houden – al is hij of zij knettergek (geworden), hypergevoelig of stoned. Zullen we er samen een mooi burenseizoen van maken?
Foto: Bemind Fotografie
Praatmee