Bij onze zusters zijn kasplantjes in goede handen
Ik vroeg aan de zuster: ’Hoe lang werk je hier?’ ‘Ik durf het haast niet te zeggen’, zei ze, ‘al elf jaar!’ Alsof je je moet schamen als je ergens al heel lang werkt!
Ik kan de afdeling neurologie niet met de andere afdelingen van het ziekenhuis vergelijken.
Maar mijn indruk is dat zeker wie op neurologie werken het behoorlijk druk hebben.
Want niet van iedereen verloopt het herstel voorspoedig...
Niet iedereen heeft de kracht en sturing van zijn benen snel terug. Soms blijft de spraak achter. Je hebt problemen met slikken.
Helaas, niet iedereen wordt beter. Sommige patiënten gaan niet naar huis, maar wel naar een verpleeghuis.
Gelukkig is er dan die zuster.
Toen ik een keer om hulp vroeg, zei ze: ‘Ik heb alle tijd.’
Alsof ze daar in een kamertje zaten te wachten of er nog wel wat te doen zou zijn. Het kon ’s nachts soms best wel stil zijn, maar zo was het beslist niet overdag.
Toen ik een keer om hulp vroeg, zei ze: ‘Ik heb alle tijd.’
Waarom dit eerbetoon aan de zusters?
Wel, gisteren vroeg ik me af: reanimeren of niet?
Het is leerzaam al die reacties van jullie te lezen.
Wat me opviel was niet alleen de hoeveelheid uitgebreide reacties, maar ook hoe verschillend ze waren. Het is heel goed om er met elkaar over te praten en gedachten en gevoelens daarover met elkaar te delen.
Mij ontroerde het geloof van velen.
Velen reageerden. Zij geloven dat hun leven in Gods handen ligt.
Maar leven als een kasplantje wil niemand.
En voor die kasplantjes vraag ik aandacht.
Daar kiest niemand voor.
En de doktoren zijn daar uiteraard helemaal niet op uit.
Het is soms het verdrietige einde van een lang proces.
Daarom ben ik zo blij met die zusters. Ik schreef: God heeft vele handen.
Nou, dat zijn zij zeker.
Ze doen het toch maar. Sommige al vele jaren. Op zulke prachtige mensen mogen we trots zijn. Je bent super als je je medemens met al zijn/haar beperkingen het gevoel geeft: ’ik mag er zijn.’
Wat hebben wij zulke (jonge) mensen nodig.
Juist in onze westerse maatschappij.
Door hun zorg kan het gebeuren dat bij verdrietige en depressieve mensen de zin in leven groter wordt dan de wens om te sterven.
Het blijft diep tragisch als een mens, die ooit groot en sterk was, veranderd in een kasplantje. Niemand wil zijn leven zo eindigen. Als een kasplantje.
Maar ook als kasplantjes zullen wij hen eren en verzorgen. Van God wordt gezegd: ‘Want het geknakte riet veracht Hij niet’. Wij dus ook niet!
Wat is een mens.
In een oogwenk kun je van sterk en groot heel afhankelijk worden.
Zelfs een kasplantje.
Super, dat bij zulke zusters onze kasplantjes in goede handen zijn.
Dat is een samenleving die God wil.
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee