De kerk: het oude en het nieuwe denken
Vroeger was trouw zijn iets vanzelfsprekends. Je bleef jarenlang bij dezelfde baas, je ging niet zomaar scheiden van je partner en je bleef bij dezelfde kerk waar je altijd al heen ging. Het leven was voorspelbaar, maar wel duidelijk en je kon ergens op bouwen. Sommigen kijken met weemoed terug naar dit verleden.
Er is natuurlijk ook een keerzijde, zoals altijd. De wereld was een stuk kleiner. Bij dezelfde baas blijven zorgde soms voor minder prestatiedrang en ontplooiing. Mislukte huwelijken modderden nog jaren door, terwijl er van een huwelijk eigenlijk geen sprake meer was. Misbruik of mishandeling schoof men onder tafel. En de kerk kon haar leden alles voorhouden wat ze maar wilde, weg gaan was sociaal gezien onwenselijk en had invloed op alle facetten van het leven.
Tegenwoordig leven we in de 'ik'-generatie: ik doe wat ik wil en wat ik vind, is wat telt. Een doorgeschoten concept van zelfwaardering en overschatting van de ego. Je bent je baan niet meer zeker, want vaste contracten verdwijnen. Bij het minste of geringste stappen mensen uit hun huwelijk en sommige zijn zo ongeveer professionele church-hoppers geworden, gaande van kerk tot kerk en conferentie tot conferentie, zonder zich echt ergens bij aan te sluiten.
Dat laatste is een doorn in het oog van vele voorgangers. Zij klagen over gebrek aan toewijding als het gaat over bediening, kerkbezoek en financiële bijdragen. Het gebrek aan gehoorzaamheid aan de kerkelijk leiders wordt vaak genoemd, met name in kerken waarbij de hiërarchie nogal 'flesvormig' is: krap aan de top en breed onderaan, weinig doorgroeimogelijkheden en een strak beleid van een veeleisende pastor.
Het goede aan de 'ik'-generatie is dat men zich niet meer zomaar voor het karretje laat spannen. Men doet veel meer zelfonderzoek en kan Bijbeluitleg veel beter vinden dan vroeger, bijvoorbeeld door online diverse interpretaties te onderzoeken. Trouw is iets wat verdiend moet worden en niet meer vanzelfsprekend. Men verlangt meer inspraak in de kerk en wil dat de leiders verantwoording afleggen aan de gemeente over het beleid en de uitgaven. De frase 'raak Gods gezalfde niet aan' is niet meer voldoende voor een voorganger om kritiek te verstommen.
Ergens in het midden ligt Hoop. Zelfontplooiing en - kennis is een groot goed, mits het toegepast wordt in het dienen van elkaar. Discussie over Bijbelstudies is zeer gewenst, indien men het van elkaar kan verdragen dat de ander een andere mening heeft. Mensen die zich toewijden aan hun kerk doen dat nu vanuit oprechte overtuiging en met heel hun hart, want men wil zich binden aan iets waar ze echt in geloven.
Het oude en nieuwe kan prachtig samen smelten in een beter geheel en een volwassener gemeente.
Het vraagt dat de leiders open zijn in alle opzichten en kritiek niet afdoen met ouderwetse denkpatronen. Leiders zien hun tekortkomingen en laten zich graag aanvullen door andere gemeenteleden. Sociale hiërarchie verdwijnt voor een groot deel en zo kan men elkaar helpen en er voor elkaar zijn. Discipelschap komt voort uit broederschap en niet uit dwangmatige gehoorzaamheid.
Dit is wat ik zie en hoop voor de toekomstige kerk. Het vraagt echter van ons om open te zijn voor verandering, angst los te laten en handen aan de ploeg te zetten. Laten we in vriendschap en met wederzijds respect met elkaar omgaan, elkaars zwakheden dragen en elkaar opbouwen in eenheid.
Misschien is dit verlangen van mij een utopie, misschien zal de toekomst van de kerk heel anders zijn. Maar dit is mijn inzet en waar ik persoonlijk voor strijd.
Matthijn Doekes is een voormalig gospelrapper en is voor vragen of opmerkingen per e-mail bereikbaar. Bezoek hier zijn weblog.
Praatmee