Jezus sluit elk verlangen naar wraak uit
Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: ‘Een oog voor een oog en een tand voor een tand.’ En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren - (Matteüs 5:38-42).
De oorsprong van dit gebod over ogen en tanden was om iemand niet bij wijze van wraak een zwaardere vergelding aan te doen dan wat jou zelf was aangedaan. Voordat God dit gebod gaf aan zijn volk was dat wel de gewoonte. Het was algemeen gebruikelijk dat een verwonding of belediging gewroken moest worden, maar dan wel veel zwaarder dan het leed dat eigenlijk was aangebracht. Zo moordden de zonen van Jakob bijvoorbeeld een heel dorp uit, omdat hun zus daar was verkracht.
Het is makkelijk in te zien dat aan zo’n manier van doen geen eind komt. Want ook de partij die de bloedwraak heeft ondergaan, wil weer terugslaan, en nog weer veel heftiger. En zo ontstaat een spiraal van geweld, die nauwelijks meer te stoppen is.
‘Oog om oog’ was dus juist een verzachtende, en geen verzwarende rechtsregel. De bedoeling was om 'met gelijke munt’ de situatie recht te zetten. Bovendien ging dat niet letterlijk om vergelding in de vorm van een oog of een tand maar om een vergoeding van de waarde daarvan, net zoals wij dat met een verzekeringspolis hebben, die een bepaald bedrag uitkeert bij een bepaalde schade.
Maar Jezus gaat nog verder, en sluit zelfs elk verlangen naar wraak uit. Hij gaat weer terug naar de basis en laat zien dat ook hier de regel tot doel gemaakt was: het doel van dit gebod was niet om precies te regelen wat je een ander mocht aandoen, maar om die voortdurende stroom van geweld in te dammen. Maar dat geweld begint uiteindelijk ook in het hart van een mens. Dus als je dat geweld wilt stoppen, dan moet je in je eigen hart beginnen.
Daar gaat Jezus naar terug: wat laat je toe in je hart ten opzichte van de ander? Net zoals daar geen haat past die tot moord kan leiden, past daar ook geen verlangen naar vergelding. Weer gaat het niet om de regel die door mensen was uitgewerkt, maar om de wil van binnen om het goede te doen. De wil om - net zoals God dat wil - die ander de ruimte te gunnen om te leven, ook al is hij niet je volksgenoot, of je geloofsgenoot, of je kerkgenoot.
Wij zullen als gelovigen waarschijnlijk niet zo gauw met onze vuisten ons recht willen halen, maar Jezus maakt elke keer weer duidelijk dat het erom gaat dat wij de ander nooit buitensluiten. Niet in de praktijk, maar vooral ook niet in ons hart. Want daar begint ons gedrag naar de ander.
Jezus zelf is in zijn gedrag het grote voorbeeld geweest van deze dingen. Hij schold niet, Hij sloot geen mensen buiten en Hij verzette zich niet tegen Zijn vijanden. Heel de Bergrede lijkt zo wel een beschrijving van Jezus zelf. Hij was de enige die dit zo kon doen. En nu is Hij degene die deze dingen in óns kan doen.
Arie-Jan Mulder is spreker en schrijver. Zijn boek over de Bergrede is als ebook verkrijgbaar. Klik hier om zijn website te bezoeken.
Praatmee