Arie van der Veer over zijn herseninfarct: "Ik ben niet bang geweest"
Wat is het erg als je niet kunt spreken. Je weet wat je wilt zeggen, maar het komt er niet uit.
Toen de mensen mij thuis vonden, kon ik alleen wat klanken uitbrengen. Ze dachten misschien dat ik in de war was, maar dat was niet zo. Mijn mond wilde niet, mijn tong luisterde niet.
Als de hulpverleners hebben gedacht, dat ik het niet meer op een rijtje had, kan ik dat best begrijpen. Mijn hele lichaam trilde. Ik kon ook niet opschrijven wat ik wilde zeggen. Het leek alsof er allerlei stroomstootjes door mijn armen gingen. Ik kon de armen wel bewegen maar het ging allemaal ongecontroleerd.
En het opvallende was, dat ik hen wel goed begreep.
En dat ik alles verstond wat er gezegd werd.
Ze antwoordt bevestigend.
Eén was duidelijk: ik moest zo snel mogelijk naar het ziekenhuis.
Van die rit met de ambulance herinner ik me weinig. Ik zou niet weten langs welke route we naar het ziekenhuis zijn gereden.
‘Stond de sirene aan?’, vraag ik nu aan mijn vrouw.
Ze antwoordt bevestigend. Maar ik heb het niet meer gehoord.
Steeds verder zakte ik weg in een andere wereld.
Als ik alleen op mijn eigen herinnering afga, zijn we steeds op dezelfde plek in het ziekenhuis gebleven. Dat blijkt niet te kloppen. Ik herinner me wel veel stemmen. En allerlei mensen.
Ook sommige opdrachten die ik kreeg...
En toen ineens het hoofd van een dokter vlak boven mij, die zei: ‘U hebt een herseninfarct gehad’.
Naar mijn gevoel was ik nog steeds op diezelfde plek toen ik ontdekte dat ook de andere kinderen naast mijn bed zaten. Ze probeerden me te aaien, maar ik vond het maar niks. Niet aardig van mij. Ik zocht naar iets van het bed wat ik kon vastpakken. Want alles trilde...En steeds was ik de alarmknop kwijt. Die had een zuster op mijn buik gelegd en daar moest hij van mij blijven.....
Ik ben niet bang geweest.
Dat is heel apart. Want ik ben niet zo’n held.
Ik ben ook niet opstandig geweest.
Had best gekund.
Want uitgerekend het spraakcentrum was getroffen. Ik herinner me nog dat Ellen daar haar verbazing over uitsprak: ‘Uitgerekend daar!’ Alsof een boze macht mij het zwijgen had opgelegd.
Nooit meer kunnen spreken zou voor mij verschrikkelijk zijn geweest. Ik probeerde in het ziekenhuis dan ook met al mijn krachten iets te zeggen. Het bleef bij de eerste lettergreep van het eerste woord van een zin. En dan vele malen herhaald. Niet een keer, maar wel tien keer...
De kinderen hebben het verschrikkelijk gevonden.
Ik heb er toen niet aan gedacht. Maar nu wel.
Het is nog geen week geleden. Je denkt terug.
Weet u, wat de tekst was van mijn intredepreek in 1966 in Nieuwe Pekela?
‘HERE, open mijn lippen, opdat mijn mond Uw lof verkondige’, (Psalm 51:17).
Met dat gebed ben ik mijn loopbaan begonnen.
52 jaar geleden..
Maandag 9 april leek daar een einde aan te komen. Hoe anders is het gegaan!
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee