Van hindoe naar christen: "Ik zei tegen Jezus: 'U redde mij, maar ik heb geen vrienden en geen familie meer'"
We horen er niet zoveel over, maar de gemeente van de Heere Jezus in India groeit snel. Er komen heel veel mensen tot geloof. Vandaar ook dat de hindoeïstische overheid probeert de groei van het christelijke geloof in te perken. Exacte cijfers over het aantal christenen in India zijn er niet, omdat er heel veel niet-geregistreerde huiskerken zijn.
Vroeger was Vipur* een hindoe. "Door een ernstige ziekte en een toegewijde christenvriend keerde hij in 2000 het hindoeïsme de rug toe om een volgeling van Christus te worden.
Mijn vrouw was zwanger van onze tweede dochter toen ik ziek werd. Ik ging naar veel dokters en ze gaven me tal van adviezen. Maar niets hielp. Ik zocht mijn toevlucht bij toverdokters, maar de ziekte verergerde alleen maar."
Eén van zijn oude vrienden hoorde van zijn ziekte en zocht hem op. "Hij deelde met mij hoe Jezus zijn leven had veranderd en hoe Jezus wilde dat hij mij zou helpen. Ik geloofde niets van wat hij zei. Ik dacht dat hij mij op die manier wilde bemoedigen. Ik had ook zoveel pijn dat het nauwelijks tot mij doordrong wat hij allemaal zei.
Elke week kwam hij weer bij mij op bezoek en bad hij voor mij." Tijdens die gebeden voelde Vipur zich steeds wat beter. Hij raakte ook geïnteresseerd in wat hij over Jezus vertelde. Om meer van Jezus te ontdekken, ging Vipur met zijn vriend mee naar een samenkomst van een gemeente, waar de voorganger voor hem bad. Er was iets wat hem elke keer weer naar die gemeente dreef, om de bijeenkomsten bij te wonen. En langzaamaan herstelde hij. Na een half jaar was hij helemaal hersteld.
Die genezing was voor Vipur het definitieve teken dat hij het hindoeïsme de rug toe moest keren en Jezus moest volgen. In de gemeente die hij bezocht, werd hij toen ook gedoopt.
Zijn vrouw en kinderen lieten Vipur in de steek
Omdat hij zich niet langer thuis voelde in de hindoegemeenschap, begon hij zich steeds eenzamer te voelen. Hij maakte nu deel uit van een van de gehate geloofsminderheden in het land en dat vond hij best moeilijk. Tot overmaat van ramp verliet ook zijn vrouw hem en nam hun beide dochters mee. Ook zijn familie liet hem in de steek.
"Niemand sprak meer met mij," vertelt Vipur. "Ik zei tegen Jezus: 'U redde mij, maar ik heb geen vrienden en geen familie meer. Waarom hebt U mij gered?'"
Hij huilde dagen, las in de Bijbel, ging in gebed. Hij was boos op zijn vrouw omdat zij hem had verlaten, maar vroeg wel aan God of Hij haar bij hem terug wilde brengen. En op een dag was ze er opeens weer, met hun beide dochters. Vipurs gebeden waren verhoord.
Geleidelijk aan raakte ook zijn vrouw geïnteresseerd in het christelijk geloof. Zes maanden later wilde ook zij gedoopt worden, ondanks tegenwerking van hun families. Zij werd zelfs onterfd door haar familie.
Toen Vipurs broers ziek werden, deed hij wat zijn vriend vroeger bij hem deed. Hij ging naar hen toe en bad voor hen. En ook zij kwamen tot geloof in de Heere Jezus en werden genezen.
Ongeveer tien jaar geleden begon Vipur zijn eerste huiskerk in zijn dorp. Later begon hij nieuwe gemeenten, ondanks tegenstand en vervolging van hindoe-extremisten.
‘Bid voor mijn herstel’
Vier jaar geleden werd Vipur voor het eerst in elkaar geslagen. "Ik werd ervan beschuldigd mensen gedwongen te bekeren tot het christelijke geloof."
Na de laatste aanslag op zijn leven is Vipur nog steeds niet hersteld. Drie maanden lag hij in bed. Inmiddels kan hij weer een beetje lopen, maar hij is nog erg zwak. Hij heeft z’n gevoel in zijn gezicht verloren en is aan één oor doof. Ook zijn gezichtsvermogen is aangetast, terwijl hij ook nog ademhalingsproblemen heeft.
Hij weet inmiddels dat hij is aangevallen door een politieagent, die wel werd aangehouden, maar al snel weer werd vrijgelaten. "God is onze Rechter," merkt Vipur op. "Ik moet hem vergeven, maar het is niet makkelijk om iemand te vergeven die mij bijna heeft gedood. Ik ben bang dat hij me opnieuw aanvalt. Maar ik wil luisteren naar wat de Heere zegt en hem vergeven. Ik wil in dit dorp blijven, zolang de Heere me niet vertelt dat ik elders moet gaan wonen.
Ik voel me zwak, maar God maakt mij sterk. Mijn passie voor de Heere Jezus neemt alleen maar toe. Ik geloof absoluut wat de apostel Petrus schrijft, dat het zalig is om te lijden voor de Heere."
Vipur vraagt om gebed voor een volledig herstel. "Ik wil zo graag weer de gemeenten leiden en het Evangelie doorgeven."
Ook vraagt hij om gebed voor alle christenen in India, voor de gemeenten, om veiligheid en bescherming, om zegen over de verspreiding van het Evangelie. Nog kan het Evangelie worden gebracht, maar niemand weet hoelang nog...
* Naam gefingeerd om veiligheidsredenen
Dit verhaal verscheen via Open Doors USA in de nieuwsbrief van Dirk van Genderen.
Praatmee