Syrische oorlog: in Damascus staan christenen doodsangsten uit
Het militair offensief dat op dit ogenblik in Syrië aan de gang is, treft niet alleen de inwoners van de regio Oost-Ghouta, maar ook die van het nabijgelegen Damascus. De raket- en mortierbeschietingen op de hoofdstad duren voort. Ook de christelijke wijk aan de oostelijke rand van de oude stad krijgt het zwaar te verduren, meldt Kerk in Nood.
Pater Andrzej Halemba is de projectverantwoordelijke voor het Midden-Oosten van de pauselijke stichting en wereldwijde hulporganisatie Kerk in Nood. Hij vertelt: "De toestand is bijzonder ernstig. De beschietingen met mortiergranaten gaan onverminderd voort. De christenen staan doodsangsten uit. Ik heb onlangs met een kloosterzuster gesproken. Ze vertelde mij dat zij en haar medezusters het stadscentrum zelfs niet meer kunnen verlaten om zich naar de wijken te begeven waar vele christenen wonen en vluchtelingen uit Oost-Ghouta een onderkomen hebben gevonden. Het is gewoonweg te gevaarlijk. Konvooien die humanitaire hulp naar Damascus moesten brengen, werden tegengehouden. Het is een verschrikkelijke situatie!"
Oost-Ghouta ligt maar iets meer dan vier kilometer van het stadscentrum van Damascus verwijderd. Van daaruit hebben de rebellentroepen een goed zicht op de stad. Onder hen zijn er ook milities die nauw aanleunen bij Al Qaida. In het zuiden van de hoofdstad zijn er ook nog altijd enkele eenheden van de Islamitische Staat (IS) gelegerd. Men mag dus niet uitsluitend over het optreden van de regeringstroepen spreken, maar er moet ook worden gewezen op het feit dat de islamisten de hoofdstad in het vizier hebben genomen: met terreuraanslagen in de stad zelf en met mortierbeschietingen van buitenaf. Ook de christelijke stadswijk Bab Tuma, aan de oostelijke rand van het oude stadscentrum, krijgt het zwaar te verduren.
"Als christelijke hulporganisatie bekommert Kerk in Nood zich om alle mensen die het slachtoffer van deze oorlog zijn en in nood verkeren," vervolgt Halemba. "Daartoe werken wij in Damascus ook nauw samen met andere organisaties. Wij kunnen dus voortbouwen op bestaande netwerken. Niemand wordt van onze hulp uitgesloten. Dat geldt uiteraard ook voor individuele moslims die evenzeer onder de oorlog te lijden hebben als de christenen. Christelijke naastenliefde kent geen grenzen en vraagt niet welke godsdienst iemand heeft. In het gezicht van elke mensen die lijdt, kunnen we het gelaat van Jezus Christus herkennen."
Praatmee