Gereformeerd christen-zijn anno 2018: "De verwarring is groot"
“Iedere Bijbellezer kan in onze tijd zijn eigen visie op de Schrift ontwikkelen. Dat heeft grote verwarring tot gevolg. In die verwarring is de Nederlandse Geloofsbelijdenis van Guido de Brès erg heilzaam,” zegt Henk Vermeulen. Hij schreef mee aan ‘Waarom ben jij gereformeerd? – De geloofsbelijdenis voor tieners’.
In dit boekje staat de Nederlandse Geloofsbelijdenis centraal. Wat houdt deze geloofsbelijdenis in?
“Veel belijdenissen zijn ontstaan in een tijd waarin mensen de behoefte hadden om helder te verwoorden wat de Bijbel zegt. Zo’n tijd was het waarin Guido de Brès in 1561 de NGB schreef. Renaissance en humanisme brachten een andere gerichtheid in het leven dan in de periode van de Middeleeuwen, meer gericht op de mens en op het hier en nu. Het gezag van de kerk, dat zolang als vanzelfsprekend was erkend, verminderde. De Reformatie richtte de gelovige rechtstreeks op God, zonder tussenkomst van de kerk.
Binnen de Rooms-katholieke kerk was het nooit verboden geweest dat leken zelfstandig, zonder geestelijken, de Bijbel lazen. Maar het protestantisme stimuleerde bewust het vertalen van de Bijbel in de volkstaal (hoewel het idee van een Bijbel in de volkstaal niet exclusief protestants was in die tijd) en bevorderde het Bijbellezen door leken. Radicale protestanten probeerden actief het Godsrijk voor te bereiden en een plek te veroveren waar Christus zou kunnen terugkomen. Dat alles leverde een heftige theologische strijd op, die zich vermengde met de politieke strijd van vorsten die hun onderdanen wilden dwingen aan het oude geloof vast te houden.
In die context schrijft Guido de Bres zijn belijdenis. Geen polemisch geschrift, maar een belijdenis die de rijkdom van de Bijbel wil na spreken. Daarmee is de NGB een gereformeerde belijdenis met thema’s als Schriftgezag, Drie-eenheid, schepping en zondeval, verkiezing en het herstel van de gevallen zondige mens in en door Christus.
De NGB is vooral een verkondiging van en een lofzang op het verlossingswerk van Christus, ‘want er is niemand, noch in de hemel, nog op de aarde, onder de schepselen, die ons liever heeft dan Jezus Christus’ (art. 26). De belijdenis wil elke gelovige opbouwen in Christus en leren uitzien naar zijn komst, zoals de slotzin van de belijdenis zegt: ‘Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften van God, in Jezus Christus onze Heere’.”
Waarom is dat wat mensen in de reformatietijd opdiepten uit de Bijbel ook voor gereformeerde christenen vandaag de dag relevant?
“Niet alleen de tijd van Guido de Bres was er een van verwarring, het geldt ook voor onze tijd,” maakt Henk duidelijk. “In vier eeuwen westerse geschiedenis zijn autonomie en individualisme leidend geworden. Daar nemen christenen het nodige van mee. Iedere Bijbellezer kan in onze tijd zijn eigen visie op de Schrift ontwikkelen.
Dat heeft grote verwarring tot gevolg. Ik doe een greep: gereformeerde christenen gaan de sabbat vieren en zich aan oudtestamentische Joodse wetten houden; er is strijd over kinderdoop en volwassendoop; ‘refobaptistische’ gemeenten ontstaan; de positie van kerk en ambt(sdragers) is onduidelijk; tussen de twee wegen die de Schrift leert, openen we een derde weg voor nette bekommerde kerkmensen en velen worstelen hun leven lang met de toe-eigening van het heil.
In al die verwarring is het heel erg heilzaam om te lezen wat Guido de Bres schreef, bijvoorbeeld over ‘de Heilige Geest (die) in onze harten ontsteekt een oprecht geloof’, 0f of over de kinderdoop waarin ‘onze Heere geeft wat door het sacrament beduid wordt’.
Zulke woorden zijn niet bedoeld als juridische afbakening van onze theologische positie of als een opsomming van Bijbelse waarheden zonder meer. Het gaat in de belijdenis altijd om het leren met het hoofd en met hart: kennen en vertrouwen horen bij elkaar.
De belijdenis is trouwens ook van belang nu de gewoonte om de Bijbel van Genesis tot Openbaring te lezen steeds meer verdwijnt. Daarvoor in de plaats leiden allerlei dagboeken ons door de Bijbel. Die dagboeken kunnen mooi en zinnig zijn, maar het zicht op het totaal van de Schrift kan langzamerhand verdwijnen. De belijdenis wil juist die totale boodschap weergeven.”
Verschillende stukjes uit die belijdenis worden in gewone taal weergegeven. Kun je ter illustratie aangeven op welke wijze jullie dat hebben vormgegeven?
“Wat de taal betreft, proberen we duidelijk en verstaanbaar te schrijven. Geen kerkelijke ‘incrowd taal’, maar woorden die tieners begrijpen en die verbinding leggen met hun eigen leven. Op die manier willen we ook graag de rijke inhoud van de belijdenis bij de tieners binnenbrengen. We hebben geen complete artikelen uit de NGB opgenomen, maar de gedeelten die van belang zijn voor de thema’s die aan de orde komen.
Als voorbeeld artikel 2:
‘Hoe wij God kennen. Er zijn twee manieren waardoor wij God kennen. Allereerst door de wereld, die God heeft geschapen, die Hij onderhoudt en regeert. Die wereld is voor onze ogen als een prachtig boek. Alle schepsels, groot en klein, zijn in het boek van de schepping als letters. Ze laten ons de onzichtbare dingen van God zien: Zijn eeuwige kracht en goddelijkheid. Al deze dingen in de schepping zijn voldoende om de mensen te overtuigen dat er een God is. Daardoor zijn ze niet te verontschuldigen als ze niet in God geloven.
Ten tweede laat God Zich nog duidelijker kennen door Zijn heilig en Goddelijk Woord, de Bijbel. Daarin laat God zo veel van Zichzelf kennen als nodig is om tot Gods eer te leven en voor het behoud van iedereen die door het geloof bij God hoort.’”
Welke handreiking kun je meegeven aan ouders die de Nederlandse Geloofsbelijdenis op een begrijpelijke wijze willen bespreken met hun kinderen?
“Het begint natuurlijk met het overwinnen van de taalbarrière,” stelt de auteur. “Veel ouders en ambtsdragers beseffen niet dat jongeren vaak geen idee hebben van wat bedoeld wordt met kerkelijk jargon – ik zou trouwens ook heel benieuwd zijn naar de uitleg die veel volwassenen aan allerlei oude woorden geven. Dus het eerste is: neem een betrouwbare en duidelijke hertaling van de belijdenis.
Verder lijkt het me belangrijk om regelmaat te brengen in het lezen van de belijdenis. Daarbij kan ons boekje helpen, hoewel dat niet alle artikelen integraal weergeeft. Die artikelen zou je wel na de maaltijd of op zondag stuk voor stuk met elkaar kunnen lezen en bespreken. Daarbij is niet het vele goed, maar het goede veel. Schroom dus niet om maar een klein stukje met elkaar te lezen.
En er kan aanleiding zijn om een speciaal gedeelte uit de NGB met elkaar te lezen. Denk aan een doopdienst of aan de viering van het Heilig Avondmaal. Het kan ook een preek zijn over de schepping of een preek op de laatste zondag van het kerkelijk jaar over de wederkomst. Wat zegt de belijdenis daar nu over?
Hoe of wanneer ouders de belijdenis ook aan de orde stellen, het belangrijkste is om de verbinding tussen kennen en vertrouwen vast te houden. De belijdenis zegt ons de woorden voor opdat we die persoonlijk leren beamen. Het gaat om persoonlijke inleiding en inwijding in het geloof en de belijdenis geeft ouders daarvoor taal en woorden.”
Klik hier om ‘Waarom ben jij gereformeerd? – De geloofsbelijdenis voor tieners’ te bekijken of te bestellen. Voor opvoeders thuis, op school en in de kerk organiseert Driestar educatief in vier regio’s ontmoetingsavonden over de waarde van de gereformeerde belijdenis. Klik hier voor meer informatie.
Praatmee