Prof. dr. W. Verboom: "Dordt is niet dood"
Het jaar waarin de Nationale Synode van Dordrecht wordt herdacht, is nog maar nauwelijks begonnen of hier en daar zijn al berichten te lezen dat men met elkaar overhoop ligt. ‘Dordt krijgt de handen niet op elkaar’, luidde een krantenkop. Natuurlijk snap ik het onderlinge wantrouwen wel. In onze gereformeerde traditie is eeuwenlang strijd geleverd over verkiezing en verwerping, verkiezing en verbond, verkiezing en verantwoordelijkheid en ga zo maar door. Dat strekt ons niet tot eer. Wat zou de Heere daarvan gevonden hebben?, vraagt prof. dr. W. Verboom zich af in De Waarheidsvriend.
Rotsvast
Zou het dit herdenkingsjaar ook anders kunnen? Waarmee zouden we elkaar kunnen dienen? Hoe zouden ouderen aan jongeren en kinderen de rijke erfenis van Dordt kunnen doorgeven? Is het niet door te belijden en ervan te zingen dat ons heil, waarin we door het geloof in de Heere Jezus mogen delen, voor eeuwig vast, rotsvast ligt in de verkiezende liefde van God? Dat is het kloppende hart van Dordt. Heeft Paulus dat niet bedoeld in Efeze 1:3,4: ‘Geloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus (…) omdat Hij ons voor de grondlegging van de wereld in Hem heeft uitverkoren?’ Dordt leert geen reeks waarheden, los van het geloof in Christus, maar zij is een geloofs-belijdenis. Haar belijdenis is een lofzang op het onbegrijpelijke wonder dat God zonder enige reden van onze kant begonnen is met voor ons te kiezen. Stel je toch eens voor dat ons heil zou afhangen van onze keus voor God. Het zou dan voor eens en voor eeuwig een verloren zaak zijn.
Karikatuur
Nooit heeft Dordt bedoeld dat we door de belijdenis van Gods vrijheid om mensen te verkiezen of voorbij te gaan, niet zeker kunnen zijn van ons heil in Christus. Dat is een onbijbelse karikatuur. Het is precies het omgekeerde van wat Dordt belijdt en bezingt. Een hoogtepunt vinden we in hoofdstuk I.17, waarin beleden wordt dat godvruchtige ouders geen moment hoeven te twijfelen aan het eeuwig behoud van hun kinderen die jong sterven. Wat is dit een troost voor ouders die dit meemaken. Verontwaardigd zeggen onze Dordtse vaderen in het Besluit: ‘Dat veel onschuldige kleine kinderen van de gelovigen van de borst van hun moeders worden afgerukt en op wrede wijze in het helse vuur geworpen worden, zodat hun noch het bloed van Christus kan baten, noch de doop, noch het gebed van de kerk bij hun doop… dat verwerpen wij van ganser harte met afschuw.’ Dordtse duidelijkheid!
Uit één stuk
God, Die mensen verkiest tot Zijn eeuwig heil, is geen Andere dan de Heere, de Vader van onze Heere Jezus Christus. Van deze God geldt wat we lezen in Johannes 1:18: ‘De eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, heeft Hem ons verklaard.’ De verkiezende liefde van Zijn Vader verklaart de Zoon dan als volgt: ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leeft.’ (Joh.3:16) Zoals Hij Hem ook verklaart als Hij zegt: ‘Wie niet in de Zoon gelooft, is al veroordeeld.’ (3:18) God houdt er geen verborgen agenda op na. Hij is een God uit één stuk (Kohlbrugge).
De belijdenis van Dordt over de uitverkiezing wordt vaak gezien als een (rationeel sluitend) antwoord op de vraag wie er wel en niet zalig worden. Het antwoord is dan heel logisch: de uitverkorenen worden zalig, de verworpenen niet. Maar daar gaat het Dordt helemaal niet om. De belijdenis van Dordt stelt de vraag hoe het toch komt dat ik, die de eeuwige toorn van God verdiend heb, er zeker van mag zijn dat mijn heil in Christus vastligt. Het is omdat de eeuwige God mij in Zijn verkiezende liefde heeft uitverkoren. Hoe is dat toch mogelijk! Dat gaat al mijn begrip te boven. Dit is het kloppende hart van Dordt. Wanneer dit hart niet meer klopt, is Dordt dood.
Niet dood
Dordt is niet dood. Dordt leeft voor een ieder die in de Zoon gelooft. Dordt is vooral vandaag een geweldige troost. We leven in een tijd waarin duivelse machten van ongeloof, vijandschap tegen God en Zijn Woord alles wat God gebouwd heeft proberen af te breken. Als je dit ernstig neemt, zou je de moed verliezen. Het werk van God gaat eraan, de kerk gaat eraan. Ons geloof gaat eraan. Ja, dat zou zo zijn als God met zijn besluit van verkiezing de duivel niet van eeuwigheid vóór was geweest.
Laten we bidden dat dit jaar geen jaar van onderlinge twist zal zijn, maar een jaar van samen zingen, vol verwondering. Met onze gevouwen handen dragen we dan ook allen die wetenschappelijk onderzoek naar Dordt verrichten. Want deze God is onze God. Hij is ons deel, ons zalig God. Door tijd noch eeuwigheid te scheiden. Ter dood toe zal Hij ons geleiden.
Dit artikel verscheen in De Waarheidsvriend. Klik hier om De Waarheidsvriend te ontvangen.
Praatmee