Kerktaal: Kunnen we alsjeblieft normaal doen?
Het was een vorm van goddelijkheid, zo vermoedde ik toen ik net tot geloof was gekomen: het NBG-taaltje spreken in je dagelijks leven. Ik had niet veel moeite met het lezen van de NBG-bijbel, omdat ik christelijk ben opgevoed, en ondanks dat ik reeds 12 jaar niks met het geloof deed, snapte ik toch de meeste termen nog wel. Ik had er een simpelere Bijbelversie naast en ook een studieboek met wat achtergrondinformatie. Buiten de bijbelstudies in de kerk en een aantal boeken had ik verder weinig nodig om te groeien.
Toch kon ik de bijbelse termen die te pas en te onpas werden gebruikt maar moeilijk inpassen in mijn eigen leven. Want, zo dacht ik: je praat toch ook niet zo op je werk? Of op school? Of uberhaupt thuis? Dat betekent dat de meeste mensen alleen zo praten in de kerk, of -inmiddels- op social media.
Dat vond ik een beetje nep, dus ik deed er liever niet aan mee.
Als ik liedjes schreef die voor de kerk bedoeld waren (in plaats van voor evangelisatie) dan kon ik nog wel eens hier en daar wat bijbelse termen gebruiken. Hoe kan het ook anders: het bloed van het Lam, dat is toch wel een term die alleen gelovigen begrijpen en tevens een belangrijk onderdeel is van ons geloofsleven.
Op straat gaan evangeliseren en gaan roepen over 'het bloed van Jezus' is niet bijster slim.
Immers, de ongeestelijke mens begrijpt het geestelijke niet. Je zult daarom per definitie in normale termen moeten spreken om op 'niet-kerkelijk niveau' met iemand te kunnen spreken.
Het lijkt me dan ook de normaalste zaak van de wereld om ook in de rest van je leven gewoon hedendaagse taal te gebruiken. De lat voor niet-christenen om een kerk binnen te stappen is al hoog genoeg.
Helaas is het gebruiken van bijbelse termen in de kerkelijke omgang eerder een vorm van schijnheiligheid en afstandelijkheid. Als iemand mij 'broeder' noemde in de persoonlijke omgang, betekende dat voor mij meestal dat iemand me niet goed kende, of zelfs mijn naam niet wist.
Daarnaast vond ik het een beetje gek: ik noem mijn biologische zus ook geen 'zuster' in de persoonlijke omgang, maar ik noem haar gewoon bij naam.
We meten geestelijkheid vaak af aan openbaar gedrag. Ofwel: spreekt hij het juiste jargon? Draagt hij de juiste kleren? Zingt hij altijd mee met alle liedjes? Bid hij lang en met gebruik van veel woorden?
Ondanks dat de Bijbel duidelijk maakt dat dit uiterlijkheden zijn en God naar ons innerlijk kijkt, lijken wij dat in kerken vaak te vergeten.
De afstandelijkheid in de kerk en het gebrek aan openheid onderling zorgt er dan ook vaak voor dat relaties tussen kerkgenoten vaak oppervlakkig blijven en zich nauwelijks verplaatst naar situaties buiten de kerk. Althans, in de meeste gevallen. Ken jij meer dan 10 personen uit je kerk echt privé?
En dan bedoel ik niet vanuit je kerkelijke rol, maar echt met wederzijdse openheid en broederschap (om maar even zo'n term te noemen)? En waarom doe je niet je best om meer mensen te leren kennen op een intiemere wijze dan elke zondag een lauw handje schudden?
Laten we beginnen met gewoon met elkaar te praten. Geen overgeestelijk gewauwel, gewoon zoals we thuis en op het werk ook praten. Je bent echt niet meer christen als je bijbelse woordenschat groter is. Uiteraard hoeven we bijbelse terminologie niet helemaal uit te bannen, zeker niet bij Schriftuurlijk onderwijs, maar voor alles is een plek en een moment. Openheid en kwetsbaarheid zijn een groot goed en nodig in onze kerken. Zo worden we meer een eenheid en functioneert het Lichaam beter.
Matthijn Doekes is een voormalig gospelrapper en is voor vragen of opmerkingen per e-mail bereikbaar. Bezoek hier zijn weblog.
Praatmee