Wat tijdens de PKN-synode werd besproken over huisgemeenten
"Het woord dat God tot ons spreekt, grondvest de gemeente, die er vervolgens op antwoordt. Om die reden speelt de verkondiging een belangrijke rol in de protestantse eredienst," schrijft Piet Vergunst in De Waarheidsvriend. "Deze woorden schrijft prof. Marcel Barnard in de handreiking ‘Tot Gods eer’, die het gesprek over de liturgie stimuleren wil. ‘Voor Calvijn is Woord geen woordenvloed.’
In het kader van een focus op de kern van het kerk-zijn stimuleert de synode het inhoudelijke gesprek over onderdelen hiervan. Een jaar nadat prof. J. Muis over de beleving van het avondmaal sprak, liet een andere hoogleraar van de Protestantse Theologische Universiteit, prof. Barnard, in zijn hart kijken ten aanzien van de eredienst. De hoogleraar Liturgiewetenschap benoemde zelf het paradoxale toen hij aangaf dat je de liturgie moet vieren, meer dan dat je erover moet spreken. En tegelijk, bij een groeiende verscheidenheid ten aanzien van de inrichting van de eredienst, is het goed in gemeente en kerkenraad na te denken over wat een eredienst is. In hervormd-gereformeerde kring zien we dit meer dan ooit gebeuren, nogal eens aan de hand van het boekje In de kerk, bij God. Aspecten van de reformatorische eredienst.
Huisgemeenten
Over het nieuwe verschijnsel ‘huisgemeente’ – hoewel, het komt al voor in het Nieuwe Testament – voerde de synode een bezinnend gesprek. Het voorstel is om in de kerkorde op te gaan nemen dat ‘een huisgemeente een kleinschalige gemeenschap is die samenkomt om te vieren, te leren, te dienen, daar waar geen gemeente (meer) is’. Die huisgemeente wordt gevormd ‘bij besluit van de classicale vergadering en staat onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad van een naburige gemeente of van de classicale vergadering’.
Ter inleiding op dit gesprek zoomde dr. J. A. van den Berg in zijn functie van voorzitter van het platform ‘Kerk 2025’ in op een context van krimp en op een missionaire situatie. ‘Als er minder kerkgangers zijn, nauwelijks nog ambtsdragers gevonden worden en een gemeente niet met een andere kan samengaan, komen de grenzen van een eeuwenoud kerkmodel in zicht.’ Synodeleden gaven hun mening over vier vragen.
Waar denkt u aan bij het woord ‘huisgemeente’?
Oud. C. de Heer (Houten) denkt aan een huiskamer en spreekt daarom liever over basisgemeente.
Ds. T. J. Oldenhuis (Coevorden) wil een huisgemeente ‘zo simpel mogelijk invullen. Waak ervoor een tegengemeente te vormen.’
Oud. G. Flim (Rijssen) vraagt naar de precieze omvang van een huisgemeente.
Oud. J. W. Boorsma (Workum) denkt bij een huisgemeente aan een oud kerkgebouw in een dorp waren mensen iets zichtbaar maken van wat de kerk is.
Ds. A. H. Wöhle (Amsterdam) denkt aan een verschijningsvorm van de kerk als de gemeente de reguliere eredienst niet meer kan onderhouden.
Welke basistaken moet een huisgemeente vervullen?
Ds. M. G. Pettinga (Monnickendam) heeft de associatie met het Nieuwe Testament en noemt Woord, gebed, breking van het brood en eigentijds diaconaat.
Ds. M. J. Tekelenburg (Reeuwijk) ziet een huisgemeente graag ingebed worden in de christelijke traditie. ‘Want ik zie veel huisgemeenten die íets met religie hebben.’
Ds. H. Jansen (Drachten) wil aan een huisgemeente niet de verplichting koppelen om wekelijks samen te komen.
Mw. ds. A. J. Wouda (Sexbierum) vreest voor wildgroei en pleit daarom voor de aanwezigheid van ambtsdragers.
Hoe ziet u de inbedding van een huisgemeente binnen het geheel van de kerk?
Mw. oud. A. Verbeek (Amsterdam) pleit voor ruimte.
Diaken J.A.A. Bas (Alblasserdam) noemt de inbedding van een huisgemeente een teken van omzien naar elkaar.
Ds. M.J. Tekelenburg zegt van een kleine gemeente te horen waarin men op termijn wat uitgeleerd was aan elkaar, een gemeente die hulp nodig had om vitaal te blijven.
Wie mag voorgaan in een huisgemeente?
Diaken G. Visser (Zoetermeer) is bang voor chaos in de kerk. ‘We moeten voorzichtig zijn, zodat het Woord van God in een huisgemeente goed uitgelegd wordt.’
Ds. D. van Duijvenbode (Monster) pleit voor een laagkerkelijke en niet-ambtelijke invulling.
Ds. L. O. Giethoorn (projectleider Kerk 2025) wijst op de streekgemeente Noordhorn-Saaksum, waarvan Saaksum als huisgemeente fungeert en waar men bijeenkomt rond Woord en sacrament.
Verandering van tijdperk
Bij de evaluatie van dit gesprek zegt de schrijver van de notitie ‘Huisgemeente’, dr. Sake Stoppels, docent aan de Vrije Universiteit, dat het uitgangspunt niet kan zijn dat we moeten houden wat we hebben. ‘We leven immers niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk.’
Dat laatste citaat (van de hoogleraar Transitiekunde Jan Rotmans) is een rode draad in de bezinning op en het beleid van de synode geworden. Enkele jaren al staat ‘Kerk 2025’ op de agenda, het toewerken naar een qua organisatie kleinere kerk, die haar bronnen kent en daaruit leeft. Om dat laatste zal het blijvend moeten gaan, wil de kerk kérk blijven: oriëntatie op het Nieuwe Testament (en daarmee tegelijk op het Oude Testament). Kleine kracht, en toch Mijn woord bewaard, en toch Mijn Naam niet verloochend. Waar ‘klein en getrouw’ samengaan, houdt de lofzang niet op, de eredienst aan God, in Zijn gemeente en in ons dagelijks leven. Dan geeft niemand anders dan Christus een geopende deur, een belofte voor degenen die Hij volharding geleerd heeft.
Piet Vergunst is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend. Lees hier zijn volledige commentaar en klik hier om De Waarheidsvriend te ontvangen.
Praatmee