Hoe Jacob God leerde kennen na een leven van stelen, liegen en bedriegen
In de beginperiode van zijn drugsgebruik voelde hij zich stoer en het mannetje. Hij overtrad alle regels en kon de hele wereld aan. “Ik was vooral met mezelf bezig en deed alles wat God verboden heeft! Het was een leven van stelen, liegen en bedriegen,” vertelt Jacob Buter uit Urk.
De uit Urk afkomstige Jacob groeit als kind op met de kerk en de Bijbel, maar voor hem was het slechts traditie en verhalen waar hij niet zoveel mee kon. Op dertienjarige leeftijd gaat hij als vrijwilliger werken in het buurthuis en vanaf dat moment komt zijn leven in het teken te staan van seks, drugs en drank. Jacob: “Een medewerker kocht een aantal tassen alcohol en dan gingen we naar het bos en daar gebeurde het een en ander. Dat heeft een knak veroorzaakt bij mij.” Om de realiteit niet onder ogen te hoeven zien, vlucht Jacob in de cocaïne en doet daar alles voor. Hij berooft zelfs z’n eigen vader. Jacob: “Ik rookte cocaïne dus dat is nog een keer heftiger. Het is alsof je alles van je afblaast. Voor een kort moment voel je je helemaal fantastisch, alsof je in de hemel bent.” Maar die hemel wordt een totale hel als de drugsdealers Jacob totaal in hun macht hebben. Ondanks een betaalde baan, heeft hij geen geld voor eten, want zijn salaris gaat op aan drugs. Dus Jacob eet niet meer en als hij iets eet, is het een croissantje die de dealers meenemen. Jacob is dan 21 jaar en heel dicht bij de dood.
Dan komt hij op Koningsdag iemand tegen die hem uitnodigt naar de kerk te komen en de Alpha-cursus te volgen. Hij komt tot de ontdekking dat hij een heel vertekend beeld heeft van God en geloof en Jacob wordt geraakt door God. Maar hij is nog steeds verslaafd. Jacob: “Ik had zes klinieken geprobeerd maar ik bleef met die leegte zitten. Uiteindelijk kwam ik bij De Hoop terecht maar ik kon pas na twee maanden op intake-gesprek komen. Ik was lichamelijk alleen zo slecht dat ik dat niet eens zou halen.” Dan gebeurt er een wonder...
Bekijk het volledige gesprek en lees hier het CIP-interview met Jacob Buter:
Praatmee