“We gunnen dak- en thuislozen van harte een ander leven”
Het Inloophuis van De Hoop ggz in Dordrecht bestaat ruim tien jaar. Vrijwilligster Cobie Quartel is er al vanaf het eerste uur bij betrokken. Ze vertelt wat ze zo inspirerend vindt aan het werken met dak- en thuislozen en hoe het haar veranderd heeft.
Aan de Spuiweg in Dordrecht staat het inloophuis van ggz-instelling De Hoop, op zo’n tien minuten loopafstand van de binnenstad. Het inloophuis is bedoeld voor mensen aan de rand van de samenleving, die bijvoorbeeld verslaafd zijn of geen dak boven hun hoofd hebben. “Het is voor iedereen die een veilige plek wil. Er is veel wat hen opjaagt. Gods aanwezigheid zorgt voor rust, dat merken de gasten. Bij ons hoeft er niks, je kunt zomaar gaan zitten, hoe het ook met je gaat. Sommigen komen langs voor een praatje, een bemoediging”, vertelt Cobie Quartel (67). Ze werkt inmiddels zestien jaar als vrijwilligster bij De Hoop, waarvan de laatste tien jaar bij het inloophuis.
Om half 11 gaat het huis open en is er koffie. ’s Middags is er een lunch, waarbij er uit de Bijbel gelezen wordt en gebeden. Degenen die geen wasmachine hebben, kunnen hun kleding laten uitwassen. Eens in de week komt een kapper langs. “We helpen ook om de papierwinkel op orde te krijgen, bijvoorbeeld voor eventuele opvang in een instelling. Soms is er ook sprake van een huurachterstand”, zegt Cobie.
De groep die binnenloopt, is divers. “Er zijn veelal drugsverslaafden, mensen die verslaafd zijn aan alcohol, dak- en thuislozen, eenzame mensen en mensen met psychische problemen, zoals schizofrenie.” Wat haar opvalt, is dat de groep van dak- en thuislozen steeds jonger wordt en dat de complexiteit van de problemen is toegenomen. Er is vaak sprake van problemen op meerdere levensterreinen. “Toen we net open waren, kwamen er drie gasten. Inmiddels zijn dat er veel meer. Als je op straat loopt, zal het je zelf ook wel opvallen dat er ook heel jonge mensen tussen zitten.” De crisis heeft veel mensen hard getroffen, denkt ze. “Bovendien is er veel veranderd in de zorg. Het geld wordt zes keer omgedraaid, voor het uitgegeven wordt.” Het inloophuis wordt gefinancierd door Vrienden van De Hoop. Ook lokale ondernemers dragen bij. Zo schenkt de bakker het overgebleven brood.
Hoe komt iemand op straat terecht? Sneller dan je denkt, volgens Cobie. “Als je net ontslag hebt gekregen en je kunt de vaste lasten niet meer betalen, houd je dat misschien wel een paar maanden vol. Maar voor je het weet sta je buiten. Die lijn is heel dun.” Ze ziet mensen tussen wal en schip vallen. Ze hebben moeite hun plek te vinden in de maatschappij en kunnen hun weg niet vinden door de wet- en regelgeving. “Door omstandigheden of een bepaalde gebeurtenis, zoals een scheiding, gaan ze bijvoorbeeld drinken. Ze verliezen hun werk, blijven thuis zitten en maken de post niet meer open.” Dat kan het begin zijn van een jarenlang traject om van de schulden af te komen. Problemen zijn hardnekkig en niet van de een op de andere dag opgelost, het vergt een lange adem.
“Er zijn mensen die het niet redden. Ze blijven in de cirkel. Het is heel moeilijk om eruit te komen, al gebeurt er soms een klein wonder.” Ze noemt het voorbeeld van man die jarenlang verslaafd is geweest, en na een langdurig hulptraject toch de verleiding van de drank kan weerstaan en zijn leven weer op de rails krijgt. Ze kent een vrouw die 25 jaar dakloos is geweest, maar toch een normaal huis heeft gevonden. Zij is inmiddels een vriendin geworden. Toch zijn dat soort positieve verhalen uitzonderingen. “Het is een heel lange weg. Wat het eindresultaat is, maak ik soms niet mee.”
Warmte, vriendelijkheid, waardigheid, is wat ze mensen probeert mee te geven. “We zien niet op ze neer en staan naast ze. We gunnen ze van harte een ander leven, daar zetten we alles voor in zonder het te forceren. Het begint met liefdevol naar ze toe zijn, ze respecteren. Al zijn ze 35 keer teruggevallen, dat maakt niet uit. Ze blijven welkom.”
Haar belangstelling voor het werk heeft ze al van jongs af aan. “Ik kom uit een klein dorp uit de Hoeksche Waard. Daar kwam dakloosheid en verslaving eigenlijk niet voor, maar ik ging naar de kerk in de Doelen in Rotterdam, waar ik heel andere dingen zag. Dat raakte mij hard.” Zo kwam ze in de straatevangelisatie terecht. Ook in haar eigen familie vloeide de alcohol rijkelijk. “Ik kan er boeken over schrijven… ”
“Ik heb De Hoop leren kennen als een geweldig plaats om hulp te ontvangen voor een ander leven”, vervolgt ze. “Het is bijzonder werk om te mogen doen. Soms zinkt de moed mij in de schoenen. Dan denk ik: wat kan ik ze bieden? Vooral als ik zelf ook diep in de put zit, met mijn problemen. Dan lees ik Psalm 23: ‘Al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij.’”
Ze kijkt nu anders naar mensen die op straat leven. Vanuit de contacten met inlopers zijn er zelfs vriendschappen ontstaan, vertelt ze. “Ik was gewend om erop neer te kijken: ‘dat zal mij niet overkomen’. Maar door diverse omstandigheden had het mij ook kunnen gebeuren, of mijn kinderen. Het is vaak een mengeling van omstandigheden en gebeurtenissen. Als je een achtergrond hebt waarin je weinig liefde hebt gekend, maakt dat je extra kwetsbaar. We doen wat we kunnen, vanuit ons hart. Behandel mensen zoals je zelf behandeld wil worden, of ze nu stinken of er heel anders uitzien. Het gaat erom dat je door de ogen van de Here Jezus naar ze kunt kijken.”
Lees meer over het inloophuis over de website van De Hoop ggz.
Praatmee