Leven tussen de Aboriginals: "Kerk-zijn doen we onder een boom"
Wilfred en Harriëtte Knigge wonen sinds juni dit jaar tussen meer dan 700 Aboriginals in het noorden van Australië. “Vergeleken met andere dorpen in Arnhemland is het hier nog vrij groot,” vertelt Harriëtte namens MAF (Mission Aviation Fellowship). “Sommige dorpen tellen niet meer dan drie of vier huizen.”
Wat houdt jullie taak in?
Wilfred: “Als piloot breng ik veel mensen van A naar B en weer terug. Dit zijn vaak hulpverleners of Aboriginals die boodschappen doen in een groter dorp. Het komt hier ook vaak voor dat ik Aboriginals naar een begrafenis vlieg. Door hun manier van leven heeft de lokale bevolking een grote kans op ziekten. De taal is een grote barrière die het moeilijker maakt dat mensen op een goede manier voorzorgsmaatregelen kunnen treffen. Zo is het belang van een gemiddelde antibioticakuur moeilijk uit te leggen. Dan is er ook nog de toenemende westerse invloed die tot uiting komt in fastfoodproducten. Dit alles maakt dat de kans op een ziekte relatief groot is.”
Harriëtte: “Ik houd mij thuis bezig met de opvoeding van onze twee zoons Micha (4) en Ruben (2). De oudste gaat vier ochtenden in de week naar school. Daar krijgt hij les in Engels en de lokale taal. ’s Middags geef ik hem zelf onderwijs in Nederlandse basisvakken. De jongste gaat twee ochtenden in de week naar een peuterspeelzaal samen met mij. De lokale moeders worden uitgenodigd om te leren samen met hun kind te spelen/voor te lezen en er wordt veel voorlichting gegeven over hygiëne, hondenverzorging en lichaamsbeweging.”
Wat is het grote verschil tussen het leven in Nederland en in Arnhemland?
“Wachten was in Nederland niet onze grootste kwaliteit,” antwoordt Harriëtte. “Alles moet rap, haastig, goede strakke planningen waren van levensbelang. Druk zijn was bijna een status. Verbonden met geliefd zijn, nuttig zijn, een doel hebben. Hier kennen ze het woord ‘planning’ niet, wordt er eerst even gekeken of de piloot al op het vliegveld is, en wordt daarna weer naar het dorp gereden om het geld voor de vlucht op te halen. Terwijl ze die eerste keer al te laat waren!
De mensen leven in een ander ritme dan dat wij gewend zijn. En ja, dat botst ook wel eens. Zij kiezen de iets minder hete namiddag, avond & nacht om actief te zijn. Wij zijn om 6 uur in de ochtend klaar wakker. Zij willen het liefst een bijbelstudie om 17.00 uur, waarbij de eersten pas om 17.30 uur komen opdagen en de studie echt niet voor 18.00 uur begint. En dat is precies huilen-eten-nog wat meer huilen-bad-slaap tijd voor onze jongens.”
Wilfred aan het werk
Wat hebben jullie in de afgelopen periode geleerd over de cultuur van de Aboriginals?
Wilfred: “Dat staat ver af van de westerse cultuur. Alles gebeurd in groepen, op het individu ligt geen nadruk. Het is prachtig om te zien hoe vrijgevig ze zijn en ze elkaar dingen gunnen. Ook hun relatiesysteem is fantastisch mooi. Er is precies vastgelegd wie er voor wie zorgt binnen de clan. Dans en zang nemen hier een belangrijke plaats in. Hun geschiedenis is vastgelegd in liederen die zingend wordt overgedragen naar de volgende generatie. Ook de natuur vinden ze belangrijk.”
Jullie gaan regelmatig naar de kerk. Hoe gaat het kerkelijk leven er daar aan toe?
“Kerk-zijn gebeurt vaak onder een boom met een groep mensen uit het dorp,” vervolgt Wilfred. “Omdat hier in het verleden veel zendingswerk heeft plaatsvonden is het overgrote deel van de Aboriginals christelijk. Wat dat betreft is evangelisatie hier overbodig. De vraag voor hen is: hoe kunnen we hier handen en voeten aan geven? Hoe krijgen we meer diepgang in ons geloof? Hoe kunnen we Hem op goede manier dienen? In hoeverre botst onze oude gewoontes en gebruiken (waaronder veel spiritualiteit) met ons huidig christen-zijn?”
Hoe is jullie contact met de Aboriginals en de andere blanke stellen?
Harriëtte: “Ik vind het lastig om contact te maken met de Aboriginals, omdat zij zich over het algemeen terughoudend opstellen. Boven spreekt niet iedereen goed Engels en moet ik dus tijd investeren in het leren van de lokale taal. Wat wel mooi is om te vermelden: we maken inmiddels deel uit van het relatiesysteem. Zo hebben wij er nu een zus en zwager bij gekregen en hun hele familie. Door dit systeem worden mensen voor elkaar verantwoordelijk gemaakt. Buitenstaanders doen mee door geadopteerd te worden. Door onze adoptie zijn er beginnende contacten ontstaan, en worden we meegenomen om te vissen en krabben te vangen. Prachtig mooi om eeuwenoude tradities tot leven te zien komen en te mogen genieten van de mooie dingen uit deze cultuur.
Les krijgen in de peuterspeelzaal
In ons dorp bevinden zich verder nog één ander MAF-gezin. De andere westerse stellen zijn hoofdzakelijk leraar of verpleegkundige. Met hen hebben we helaas niet zoveel contact. MAF is de enige christelijke organisatie die hier mag wonen en werken. Omdat het leven hier niet gemakkelijk is, is het een komen en gaan van westerlingen. Velen zijn op zichzelf aangewezen en leiden daarom een eenzaam bestaan. En omdat de cultuur zo anders is, kost het enorm veel energie om je aan te passen. Toch voelen we ons bevoorrecht dat we hier mogen wonen en werken. We voelen ons steeds meer op onze plek hier ‘in the middle of nowhere’.”
Praatmee