"Opvallend dat meerderheid studenten let op taalgebruik"
“De overgrote meerderheid van studenten is opvallend conservatief als het gaat om respectvol taalgebruik. Dat heeft mij enorm verrast,” zegt Arend Kuipers. Namens Bond tegen vloeken hield hij zich bezig met een enquête: Hoe denken studenten over vloeken en schelden?
De Bond tegen vloeken vroeg studenten een aantal stellingen te beoordelen. Bijvoorbeeld: ‘schelden is hetzelfde als vloeken’ of ‘je mag mensen aanspreken op hun taalgebruik.’ Veel studenten hebben hun mening gegeven. Daaruit blijkt dat vier op de vijf studenten ervan overtuigd zijn dat iemand met zijn woorden te ver kan gaan. Eenzelfde aandeel ziet dat hun taalgebruik invloed heeft op hun omgeving. 91% vindt het zelfs normaal om te letten op je taalgebruik.
Heb je een verklaring voor dit enorme percentage?
“De laatste jaren constateren we in ieder geval een steeds grotere scheiding tussen mensen die zich niet storen aan respectloos taalgebruik en mensen die waarde hechten aan respectvolle taal. Hoe dat komt, weet ik niet precies. Zo ben ik bijvoorbeeld verrast door de grote hoeveelheid studenten die aangeeft dat kinderen les zouden moeten krijgen over respectvol taalgebruik (meer dan 70%, red.). Vrijheid van meningsuiting wordt voor sommige groepen steeds belangrijker. Denk aan de video’s van Powned. Je moet alles altijd tegen iedereen kunnen zeggen, ook al maak je diegene misschien een beetje belachelijk.”
Hebben ook niet-christelijke studenten deelgenomen aan het onderzoek?
“Jazeker,” antwoordt Arend. “Het onderzoek is gehouden aan de Radboud Universiteit Nijmegen, de Wageningen Universiteit, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Universiteit van Amsterdam. Daar studeren mensen met allerlei verschillende achtergronden.”
Respectvol taalgebruik; wat houdt dit eigenlijk in?
“Ik geloof dat het ten diepste neerkomt op de ander liefhebben. Dan maak je duidelijk dat je niet boven de ander staat en iedereen in zijn of haar waarde laat. Overigens is dit niet per se een christelijk principe. Zo ontmoette ik onlangs op een beurs een humanist. Hij zei: ‘Ik ga jullie niet financieel steunen, maar toch draag ik jullie werk een warm hart toe.’”
Ruim 84 % vindt dat je de ander moet kunnen aanspreken op taalgebruik. Doe jij dat ook wel eens?
“Ja, maar dan wel in een omgeving waarin ik mensen ken. Volgens mij heeft het weinig zin om mensen aan te spreken in een drukke winkelstraat. Maar als mensen bij mij thuis over de vloer zijn, zou ik ze wel aanspreken. Ik denk ook dat het invloed heeft. Onlangs was ik aan het kitesurfen en hoorde ik iemand vloeken. Toen ik later een één-op-één gesprek met hem had, viel mij op dat hij vloekwoorden achterwege liet. Dat heeft er waarschijnlijk mee te maken dat hij weet hoeveel waarde ik hecht aan Gods naam.”
Jullie gaan vervolgonderzoek verrichten. Wat moet daaruit blijken?
“Een groot deel van de studenten (59%) vindt dat schelden niet (helemaal) hetzelfde is als vloeken. Bij doorvragen blijkt echter dat het precieze verschil niet voor iedereen duidelijk is. Velen denken namelijk dat de situatie het verschil maakt: bijvoorbeeld ‘kanker’ roepen bij pijn (vloeken) of iemand een ‘kankerjong’ noemen (schelden). Oorspronkelijk betekent vloeken echter het ‘misbruiken van de naam van God of Jezus’. Zonder die uitleg vindt twee derde dat je met vloeken niemand beledigt. Wat de uitslag anders zou zijn geweest hoopt de Bond in een vervolgonderzoek te ontdekken.”
Praatmee