Hoe je in gebed voor een ander gericht kunt luisteren naar God
Het ministrygebed is een manier van bidden waarbij twee personen gericht en persoonlijk bidden met een ander, in de verwachting dat de Heilige Geest hierin wil werken. Deze manier van bidden is in kerkelijk Nederland onder meer geïntroduceerd door de charismatische vernieuwingsbeweging New Wine. Predikant Dick Lagewaard (Nederlands-gereformeerde kerk in Veenendaal) leidt als regioleider van New Wine een ontmoetingsgroep voor predikanten en werkt regelmatig mee aan ministrycursussen in gemeenten. "Ik zie ministry als het individueel toepassen van het algemeen verkondigde Woord."
Wat houdt het ministrygebed precies in?
"Er is een persoon die met een gebedsvraag bij twee andere gelovigen komt. De persoon die om gebed vraagt, mag in gebed in de aanwezigheid van God gebracht worden. Aan de Heer wordt gevraagd om die persoon te zegenen met zijn genade en zijn liefde. Als degene voor wie je bidt dat wil, wordt er gebeden onder handoplegging. Je bidt overigens met de ogen geopend. In sommige kerken wordt ook wel gesproken over persoonlijke voorbede of over gebed en gesprek, maar in onze gemeente blijven we het Engelse woord ministry hanteren.
Tijdens het gebed wil je voor mensen bidden in de kracht van de Heilige Geest. Dat klinkt pretentieus, maar is de kerk niet juist de plek om pretentieus te mogen zijn? Het betekent ook dat tijdens het gebed soms teksten, woorden of beelden worden doorgegeven die de bidders ingegeven krijgen."
Wat maakt deze manier van bidden bijzonder voor jou?
"Voor mij is het grote voordeel van ministry dat er openheid ontstaat voor het werk van God in het hier en nu. Je gaat met elkaar bidden voor iemand anders en verwacht ook echt dat Hij iets gaat doen. Dit betekent niet dat dit bij andere vormen van gebed niet zo is, maar bij deze vorm van bidden durf je ook iets te benoemen terwijl je met iemand aan het bidden bent.
De openheid voor Gods handelen in het hier en nu spreekt mij erg aan. Ik heb via het gebed beelden ontvangen, soms als profetieën, die veel voor mij hebben betekend. Ik heb er geen tientallen ontvangen, slechts een stuk of vijf, maar ze hebben mij geholpen in het besef dat God mij ziet. Dat is eigenlijk het allerbelangrijkste. Ik moet hierbij vaak denken aan de eerste zin van het lievelingslied van mijn moeder, dat we ook hebben gezongen op haar begrafenis: 'De Heer heeft mij gezien en onverwacht ben ik opnieuw geboren en getogen.' Een collega van mij spreekt weleens over hemelse knipoogjes als je op deze manier merkt dat God je ziet.
Daarnaast spreekt het mij aan dat je, als je ervoor openstaat, richting mag ontvangen van God. Het is te vergelijken met wat je in Handelingen leest over Paulus. Hij krijgt geregeld van God te horen dat hij niet de ene kant maar de andere kant op moet gaan. Ik hoef het niet telkens te hebben, maar als ik af en toe tijdens mijn werk bevestiging of correctie krijg, dan is dat bijzonder."
Zijn er ook regels aan ministry verbonden of mag alles gezegd en gedaan worden?
"Nee, dat mag zeker niet. Het is een kwetsbaar gebeuren en dat moet op één of andere manier gewaarborgd worden. Je mag nooit zeggen dat je rechtstreeks een beeld of een tekst van God hebt doorgegeven, maar je mag alleen een indruk doorgeven van een beeld of een tekst. Als bidder moet je dus altijd voorzichtig zijn.
Ik heb weleens meegemaakt dat iemand om advies vroeg, omdat hij een keuze moest maken. Ik kende deze persoon niet, maar de Bijbeltekst 'tot hiertoe heeft God ons geholpen' kwam bij mij op. Ik sprak deze tekst voorzichtig uit, het gezicht van die persoon klaarde op en hij wist wat hij moest gaan doen.
Het kan natuurlijk ook dat een tekst of een beeld helemaal niet van God afkomstig is. Je krijgt er nooit een garantiekaartje bij, maar dat zit ook niet bij een preek. Als iets van God is, weet de ontvanger het wel. Als je er niets mee kunt, voel je dan vrij om er niets mee te doen en het te vergeten.
Een andere belangrijke regel is dat er nooit twee mannen voor een vrouw bidden. Andersom kan wel. Ik hecht er ook aan om te zeggen dat de methode niet heilig is; als iemand liever geen handoplegging wil, hoeft dat niet. Daarbij, en dat vergeten mensen weleens, zijn de stiltes tijdens deze gebeden vaak een letterlijk verademing, want God spreekt ook tot ons in de stilte. Het kan trouwens ook gebeuren dat er helemaal geen beelden of teksten bij de bidders binnenkomen, en dat hoeft ook helemaal niet. Je bent dan wel dicht bij God geweest met je vragen, je vreugde en je lijden."
Er kunnen heel veel drempels zijn om aan deze manier van bidden mee te gaan doen. Heb jij zelf ook drempels ondervonden toen je in aanraking kwam met het ministrygebed?
"Ik was één van de eerste predikanten die heeft meegedaan aan een retraite van New Wine en daar heb ik ontdekt wat het is om profetieën te ontvangen en meer open te staan voor de Geest. In theorie stond ik er wel voor open, maar in de praktijk niet.
Voor mij was een belangrijke drempel dat je óf gelovigen had met een grondige en theologische kennis óf gelovigen die openstonden voor het werk van de Heilige Geest; een combinatie daarvan was ik nog niet tegengekomen. Ik had ook het gevoel dat pinkstervoorgangers die erg openstonden voor het werk van de Geest van alles en nog wat konden roepen, want ze werden niet gecontroleerd. Toen ik door New Wine ontdekte dat er een combinatie mogelijk is tussen zowel grondige en theologische kennis als openstaan voor de Geest, werd voor mij een drempel weggehaald en werd het allemaal minder zweverig."
Welke theologische basis achter ministry leerde je precies kennen?
"Een belangrijke tekst is te vinden in 1 Korintiërs 12, waar het gaat over het werk van de Heilige Geest en de gaven die nodig zijn voor een gezonde gemeente. Zelf vind ik Efeziërs 4:12-13 ook belangrijk. Door middel van ministry willen we heiligen namelijk toerusten 'voor het werk in zijn dienst'. Als predikanten zijn we gewend om dat met het Woord van God te doen en daar geloof ik heilig in. Door middel van het persoonlijk uitspreken van dat Woord richting individuele mensen wordt het concreet.
Ik moet hierbij denken aan twee Bijbelse beelden. Als eerste aan Mozes, die tijdens de strijd tegen Amalek door zijn kompanen wordt gesteund. Deze mannen rusten Mozes toe om zijn werk te doen. Een ander beeld is dat van Nehemia, die na de herbouw van de tempel een tekst voorleest, waarna priesters naar groepen gaan om het meer individueel op deze groepen en mensen toe te passen.
Ik zie ministry als het individueel toepassen van het algemeen verkondigde Woord. Mijn ideaal is dat het Woord krachtig gebracht wordt, dat mensen vragen: maar wat moet ik hier persoonlijk mee?, en dat ze met deze vraag in gebed naar God gaan.
Ministry heeft er ook mee te maken dat je open gaat staan voor de gaven van de Geest. Overigens hecht ik eraan om dat niet al te zwaar in te vullen. Ik vind het heel belangrijk om te benoemen dat je niet moet pretenderen dat je iets doet wat nog nooit gedaan is. Misschien geven we het nu een andere naam, maar werd het in het verleden op een iets andere manier ook al gedaan."
Wat zijn de valkuilen van het ministrygebed?
"De grootste valkuil is die van de theologie van het triomfalisme, waarbij je in liederen dingen zingt als: 'Niets is onmogelijk voor wie gelooft'. Als dat gezongen wordt, vraag ik me weleens af welk verwachtingsmanagement gehanteerd wordt. Volgens mij is God je vriendje niet, bij wie je dingen kunt afdwingen. Hij is soeverein. Daarbij is er de gebrokenheid waarin wij leven. Voor de theologie van het kruis en van het lijden moet ruime plaats blijven.
Het spanningsveld tussen alles van God verwachten en de omgang met lijden is moeilijk, maar ik ga er graag in staan. Het onderscheid dat wel gemaakt wordt tussen het “reeds” en het “nog niet” helpt me daarbij. Ik zet echter geen dikke streep, zoals mij dat vroeger werd geleerd, onder het nog niet, maar wil juist andacht hebben voor het reeds. Want al is er gebrokenheid, dat moet niet de norm zijn, want het koninkrijk is nu al onder ons. Het is gaaf om nu al te mogen zien hoe God aan het werk is."
Kun je een praktijkvoorbeeld geven van de omgang met dat spanningsveld?
"We hebben niet lang geleden een broeder begraven die in december te horen had gekregen dat hij dodelijk ziek was. Op een gegeven moment heeft hij om ziekenzalving gevraagd. Een ouderling, twee bezoekbroeders en ikzelf zijn toen bij hem en zijn gezin geweest. Bij een ziekenzalving weet de hele gemeente ervan. De gemeente wordt ook gevraagd om mee te leven en te bidden. Dat bezoek was een maximaal heilig moment, waarin we voor elkaar hebben gebeden en een heleboel persoonlijke en dierbare dingen tegen elkaar, en in het bijzonder tegen deze broeder, hebben gezegd.
Na de ziekenzalving is het een paar maanden heel goed gegaan met deze broeder en heeft hij zijn huwelijksjubileum nog mogen vieren. Een paar dagen voor zijn overlijden zei hij tegen mij dat hij deze maanden letterlijk als een geschenk van God heeft ervaren. Dit is een voorbeeld van wat ik bedoel met het spanningsveld van grote dingen van God verwachten en tegelijkertijd omgaan met de gebrokenheid."
Wat missen gemeenten als ze niet gebruikmaken van het ministrygebed?
"Je mist één van de vormen waardoor God zich present kan stellen. Ik zeg niet: je bent verkeerd bezig als je het niet doet, want het kan best zijn dat er bloeiend kringenwerk is waar uitgebreid voor elkaar wordt gebeden. Je moet ook vormen zoeken die bij jou als persoon en als gemeente passen. Maar ik merk wel dat bij ons de verwachtingen zijn gegroeid van het direct uitgesproken gebed voor iemand persoonlijk. Het meest belangrijke is volgens mij dat barrières tussen mensen onderling en tussen de mens en God geslecht worden en dat mensen verlangend gemaakt worden naar God en zijn Geest. Daarbij kan het ministrygebed helpen."
Dit interview werd deze week gepubliceerd in het kerkelijke magazine OnderWeg. Met een gratis proefabonnement krijg je drie maanden lang online toegang tot alle artikelen. Lees hier meer informatie over het ministrygebed en ministrycursussen.
Foto: Maarten Boersema
Praatmee