Angst voor de dood: waar komt dat vandaan?
"Het overlijden van een geliefde is altijd confronterend. Wanneer er niets geregeld en op papier gezet is, dan verzwaart dit onnodig het verdriet. Vandaar het pleidooi om tijdig na te denken over het levenseinde," schrijft ds. H. G. de Graaff in De Waarheidsvriend.
"Tijdens mijn bezoeken aan gemeenteleden in de dagen na het plotselinge overlijden van een jonge vader (zie kader) kwam dit steevast ter sprake. Toen bleek dat weinigen serieus hadden nagedacht over de vragen waarmee de jonge weduwe werd geconfronteerd. Dat had niet zozeer te maken met ontkenning van onze sterfelijkheid. De oorzaak was veeleer dat het onrustig maakt om de eigen eindigheid onder ogen te zien. We zien, ook als christenen, op tegen ons sterven, omdat de dood de laatste vijand is (1 Kor. 15:26). Op de bodem van onze ziel leeft bewust of onbewust angst voor de dood. Daarom ontwijken wij het gesprek over ons levenseinde en schuiven we het regelen van allerlei zaken op dat punt steeds weer voor ons uit.
Hulp
Bewust aandacht geven aan de angst voor het sterven en daarover met jezelf en met het Evangelie in gesprek gaan, is lastig. Want waarom zie ik zó tegen het sterven op? Waar zit dat precies op vast? Om daarin te kunnen onderscheiden hebben we hulp nodig, allereerst van de Heilige Geest. Hij is immers de Trooster (Joh. 14:18), dat wil zeggen: de aan ons geschonken Raadgever. Daarnaast is het verstandig om een ervaren pastor, een wijze ouderling of een fijnzinnige bezoekzuster te vragen om samen te zoeken naar de achtergrond van deze angst. Angst voor de dood is namelijk een kluwen die bestaat uit verschillende deelangsten. Doorgaans wordt onderscheid gemaakt tussen: scheidingsangst, pijnangst, afscheidsangst, onbekendheidangst en oordeelsangst.
Wanneer we bij onszelf bemerken dat het opzien tegen het sterven zo’n vorm aanneemt dat het ons belemmert om ons levenseinde bewust onder ogen te zien, dan is het verstandig om samen met iemand te zoeken welke deelangst ons parten speelt. Dat dit gesprek behoedzaam gevoerd dient te worden en omrankt zal zijn door het gebed om de Raadgever, spreekt voor zich. Immers, Hij alleen kan ons in het gesprek zo leiden dat het ook echt duidelijk wordt waar deze angst uit voortkomt.
Deelangsten
Wij zijn als mens door God geschapen in de eenheid van ziel en lichaam. Sterven is bijbels gezien tegennatuurlijk. Het leven verzet zich – onbewust – tegen het uiteenvallen van lichaam en ziel. Vandaar soms dat onrustig plukken aan de dekens vlak voor het sterven. Dat is een vorm van doodstrijd: scheidingsangst. Een andere component is de vrees voor lichamelijk lijden: ziekte, pijn, benauwdheid en ontluistering. Samengevat onder de noemer pijnangst.
Sterven betekent óók dat je afscheid moet nemen van je geliefden en dierbaren, je relaties, je werk, je omgeving. Alles en iedereen moet worden losgelaten. Dat is moeilijk en vertaalt zich in de vorm van afscheidsangst. Er is nog nooit iemand teruggekeerd uit de dood die ons verteld heeft hoe het er precies uitziet áchter de dood. Mensen met een bijna-doodervaring zijn niet achter de dood geweest. Opzien tegen het sterven kan daarom ook samenhangen met angst voor dit totaal onbekende terrein: onbekendheidsangst.
Angst voor het sterven kan ten slotte ook teruggaan op vrees voor de ontmoeting met de Rechter van hemel en aarde en voor het oordeel over het geleefde leven en eeuwige afwijzing: oordeelsangst. Zo kan in een behoedzaam gesprek bijvoorbeeld blijken dat onze angst voor de dood te maken heeft met het feit dat wij van dichtbij een uitermate pijnlijk sterfbed hebben meegemaakt. Zo’n traumatische ervaring laat dan nu nog sporen achter in de vorm van pijnangst. Of het opgroeien onder een prediking waarin eenzijdig de nadruk lag op het Rechter-zijn van God heeft geresulteerd in angst Hem te ontmoeten. Doorgaans licht er iets op van de richting waarin we de oorzaak moeten zoeken.
Ophefbaar
Onbekendheidsangst en oordeelsangst zijn in het licht van Evangelie in principe ophefbaar. Een christen mag in de levenslange geloofsomgang met de goede Herder Hem steeds beter leren kennen en leren vertrouwen. Dat leren kennen gaat zó ver dat de schapen Zijn stem (her)kennen (Joh. 10:4). Daarom is Hij in dat totaal onbekende gebied achter de dood de enige Bekende voor een christen. Een christen die worstelt met onbekendheidsangst, mag daarom in de geloofswetenschap leven achter de dood Hém te ontmoeten met Wie hij/zij levenslang in geloofsvertrouwen is omgaan.
Ten aanzien van angst voor het oordeel mag een christen weten dat God de Vader het aan Zijn Zoon heeft overgegeven het laatste oordeel uit te spreken (Hand. 10:42). Het opzienbarende is echter dat het Evangelie er vol van is dat een ieder die in deze Zoon gelooft, vergeving van zonden ontvangen zal door Zijn Naam (Hand. 10:43). Rechter en Redder zijn in één Persoon verenigd. Logisch is dat niet te verklaren, maar dit is werkelijk troostend voor een mens van wie het geweten hem aanklaagt. In dit verband is ook 1 Johannes 3:20 veelzeggend: ‘Want als ons hart ons veroordeelt, God is meer dan ons hart, en Hij weet alle dingen.’"
Ds. H. G. de Graaff uit Nieuwerbrug is emeritus-predikant. Zijn volledige verhaal is te lezen in De Waarheidsvriend. Klik hier om De Waarheidsvriend te ontvangen.
Praatmee