Johan Smoorenburg over zendingswerk op Haïti: “Als je geen roeping hebt, houd je het niet vol”
Al 35 jaar zet zendeling Johan Smoorenburg (74) zich op Haïti in voor kinderen. Waar de omstandigheden op het eiland – armoede, aardbevingen en ander natuurgeweld- andere mensen afschrikken, hoopt hij namens Hart voor Haïti nog jarenlang door te gaan met zijn zendingswerk.
Enkele weken geleden raasde er nog een cycloon over het eiland, dat met een zekere regelmaat wordt geteisterd door natuurgeweld. “We hadden gerekend op iets verschrikkelijks,” zegt Smoorenburg, die in de hoofdstad Port-au-Prince woont. “We hebben enorm veel gebeden. Maar de cycloon is vrijwel zonder schade voorbij gegaan. Op tv beelden is ook te zien dat het rechts de zee op ging, langs de kust.” Ook het huis van zijn zoon, die op Sint-Maarten woont, is blijven staan.
Zendingspost op Martinique
Johan Smoorenburg woont nu al 35 jaar op Haïti. Gepassioneerd vertelt hij over zijn werk. “In 1972 ben ik naar Martinique gegaan en op een Franse zendingspost gaan werken, met een baby van drie maanden en een kleuter van twee. Na een jaar of acht kreeg ik aanwijzingen dat ik daar klaar was.” En zo kwam hij met zijn gezin op Haïti terecht. Zijn kinderen waren toen tien en twaalf jaar oud. “We gingen in het geloof, zonder zekerheid. De kerk hield een collecte voor ons. Toen we er aan kwamen, vroegen de jongens huilend of ze terug mochten naar Martinique. Dat is mij tot de dag van vandaag bij gebleven. De kinderen hadden er veel moeite mee, het is voor hen niet meegevallen.”
Kogelvrije auto
In al die jaren heeft hij al heel wat meegemaakt, weinig is hun bespaard gebleven. “Vier staatsgrepen, dubbele oorlogen, kidnappen. In 85 begon de revolutie. We hebben de auto kogelvrij laten maken. In één maand hebben we drie cyclonen en een aardbeving meegemaakt. Mensen die denken dat zendingswerk saai is, moeten maar eens hier op Haïti komen werken. Dan hebben ze genoeg spanning en actie.” Zijn kinderen gingen terug naar Martinique, om op het Franse overzees departement hun school af te maken. “Ze zijn daar gebleven. Het is hier altijd rommelig en gevaarlijk gebleven. Het gezin is uit elkaar gevallen.” Dat zijn offers die je moet brengen voor je geloof, erkent hij. “Er zijn wel meer teleurstellingen geweest. Het is een moeilijk land, het wordt ook wel een ‘failed state’, een mislukt land genoemd. Als je geen roeping hebt, houd je het niet vol.”
Liefde voor een land
Dat hij het zelf zou lang zou volhouden, of er überhaupt zou wonen, had hij nooit gedacht. “Toen ik er in de jaren tachtig voor de eerste keer kwam, zei ik: we moeten wat doen, maar wonen: nooit van m’n leven. Toen ik er de tweede keer kwam, kreeg ik liefde voor het land. Niemand verdient het om te leven zoals deze mensen leven. Tachtig procent leeft onder de armoedegrens, zestig procent onder de absolute armoedegrens. God geeft mij de liefde voor een land, die is altijd gebleven.” De Haïtiaanse bevolking noemt hij ‘ongelooflijk gelovig’. “Ze schamen zich niet, ze lopen kilometers in de hitte om naar de kerk te komen. Vijftig procent van de bevolking is evangelisch. Niet altijd in de praktijk, maar ze staan wel open voor het evangelie.”
Kinderdorp
Hij heeft een kinderdorp opgezet, waar zo’n honderdzestig kinderen wonen en onderwijs volgen. In de jaren kreeg hij ook hulp van jonge mensen in zijn team, onder wie Rik en Charlotte die vlogs maakten. Die publiceerden ze op hun YouTube-kanaal #HaiHaïti en op CIP waren ze te zien. Vanwege persoonlijke omstandigheden, moesten ze naar Nederland terugkeren. “Het zijn jongelui met veel mogelijkheden,” zegt Smoorenburg. “Het is heel jammer dat het zo is gelopen.”
Op Haïti is in de loop van de jaren de situatie verslechterd. De armoede is toegenomen, vechtpartijen, vernielingen en berovingen zijn aan de orde van de dag en corruptie is een groot probleem. Is dat niet ongelooflijk demotiverend? “We doen wat we kunnen. Ik werk niet voor het land, maar voor de mensen en voor God. Daar houd ik me aan vast. Ik had ook op Martinique of op een Bounty-eiland kunnen blijven. Maar al onze jongelui, ook die vele jaren buiten wonen, zijn actief in evangelische kerken en kunnen hun eigen geld verdienen. Het land kan ik niet veranderen, maar mensenlevens wel. Als ik die mentaliteit niet zou bezitten, zou ik het hier erg moeilijk hebben.”
Praatmee