Waarom ik mij wel thuis voel bij Forum voor Democratie
Idealiter zou een meer bijbels geïnspireerde politiek dan Forum voor Democratie uitdraagt wenselijk zijn. Tegelijk is dat ook een wensbeeld. Het politieke landschap van de verzuiling is in vele opzichten achterhaald en de SGP heeft hier alle kenmerken van. In haar lange bestaan heeft de SGP nooit meer dan drie zetels behaald. Hoewel de SGP wellicht de enige conservatieve partij in Nederland is, zal daar geen grote invloed van uitgaan. Daarom is Forum voor Democratie een goed alternatief.
Nederlandse christenen zijn wat dat betreft ook altijd een beetje verwend geweest. Het verzuilde bestel maakt dat je kon kiezen uit tal van christelijke partijen die ieder zo hun eigen accenten legden. Ook buiten de christelijke partijen waren er christelijke facties in bijvoorbeeld de PvdA en GroenLinks. Het gevolg hiervan is dat de stem van een nog steeds aanzienlijk christelijk volksdeel versplinterd is geraakt.
In tal van Europese landen en in de VS is dit anders. Er is sprake van een tweepartijenstelsel, waarbij de scheidslijn loopt tussen sociaaldemocratisch en conservatief. In die landen is het voor christenen onontkoombaar dat zij moeten kiezen tussen partijen die geen van beide nadrukkelijk christelijk zijn. Ik denk dat er bij veel behoudende christenen wel behoefte is aan een brede conservatieve partij, bijvoorbeeld zoals de CSU in Duitsland, waarin burgerlijk conservatieven en christendemocraten elkaar vinden. Ik denk dat Bart Jan Spruyt zoiets voor ogen stond, toen hij in 2004 met Geert Wilders in zee ging (later gingen ze uit elkaar, red.).
Zo kijk ik ook naar Forum voor Democratie. Ik vind het bijzonder fascinerend hoe Baudet, als leerling van de Britse conservatieve filosoof Roger Scruton, de cultuurhistorische en politieke waarde van het christendom heeft ontdekt. In Nederland reageren vooral linkse christenen daarop als een stier op een rode lap. Ik lees dan ook nauwelijks meer Nederlandse commentatoren. In de Engelstalige wereld is er echter heel wat te ontdekken. Naast de genoemde Scruton zijn in het Verenigd Koninkrijk politieke commentatoren als Peter Hitchens, in de Verenigde Staten Dinesh D’Souza en Ann Coulter, en in Canada Jordan Peterson, slechts enkele voorbeelden van intellectuelen die stem geven aan een christelijk conservatisme.
Natuurlijk is er in het Forum ook een rechts-liberale stroming - in de lijn van Paul Cliteur – waar ik veel minder affiniteit mee heb. De toekomst zal moeten leren hoe deze stromingen zich tot elkaar verhouden. Een vraaggesprek met Baudet bij Café Weltschmerz levert hiervan een goede illustratie.
Tom de Nooijer is niet helemaal consistent in zijn kritiek op wat Baudet het partijkartel noemt. Hij ontkent het bestaan ervan, maar signaleert wel de kloof tussen de kiezer en de agenda van politiek Den Haag. Hij verwijt de burger te weinig volgens de eigen prioriteiten te kiezen, met name als het gaat om EU en immigratie. Maar dit bewijst precies het bestaan van het partij- en mediakartel. Politieke representatie werkt blijkbaar niet als een doorgeefluik van stemmen. Er zijn allerlei mechanismes, die niet altijd rationeel zijn en die de uitkomst van verkiezingen niet alleen articuleren, maar ook vervormen. Denk hierbij aan de uitslag van het Oekraïne-referendum. Je hoeft echt niet in samenzweringstheorieën te vervallen om dit inzichtelijk te maken.
Ds. Henk-Jan Prosman
Ik zal enkele eenvoudige voorbeelden noemen. Enkele jaren geleden was ik op studiereis naar Israël. Aan die reis nam ook een vertegenwoordiging van Perspectief, de jongerenorganisatie van de ChristenUnie, deel. Zij waren daar om zich te bezinnen op hun Palestina-standpunt, zo verklaarden zij. Ik vroeg hen of ze dan ook bezig waren met een West-Papoea standpunt en hoe zij dachten over de Westelijke Sahara en een Koerdische staat. Daar hadden ze nog nooit over nagedacht. In het politieke milieu waar deze jongeren vertrouwd mee waren, wisten ze niet beter of als volwaardig politicus hoefde je alleen een standpunt te hebben over de Palestijnse kwestie.
Een ander voorbeeld is het belang van homoseksuelen en transgenders. Electoraal gezien een minimale groep en als je zou peilen hoe hoog dit onderwerp scoort onder kiezers, is het waarschijnlijk dat dit nauwelijks prioriteit heeft. Toch is dit de laatste jaren uitgegroeid tot een onderwerp waarop bijna alle partijen zich willen profileren.
Met andere woorden; de kiezer is in hoge mate afhankelijk van wat door politici, journalisten en lobbyisten wordt verheven tot zaak van politiek belang. Je hoeft het wat mij betreft geen partijkartel of baantjescaroussel te noemen. Maar als De Nooijer ooit nog eens gaat solliciteren in het openbaar bestuur of bij een universiteit, vermoed ik dat hij er wel achter komt dat benoemingsprocedures vaak verre van transparant en objectief zijn. Forum van Democratie wil deze cultuur aan de kaak stellen.
De Nooijer lijkt zich hier ook wel van bewust te zijn. Nadat hij genuanceerd heeft uitgelegd waar zijn affiniteit met het Forum ligt, verwijt hij deze partij 'smerig populisme'. Zelfs als je keurig uit kunt leggen waar je met je opponent overeenstemt en verschilt, kun je er blijkbaar niet om heen een obligate verwensing te maken aan het adres van de vermeende populisten. Als een volleerd politicus zegt De Nooijer hiermee: “Ik behoor tot de respectabele politieke kaste en Baudet is een smerige populist.” Dit is niet principieel, maar opportunistisch. Het politieke debat zou er op vooruit gaan als we dit soort verwensingen achterwege zouden laten.
Deze blog is geschreven door ds. Henk-Jan Prosman, lid van Forum voor Democratie. Hij reageert desgevraagd op een commentaar van Tom de Nooijer: Vijf redenen waarom ik me niet thuis voel bij Forum voor Democratie.
Praatmee