Is er hoop voor geradicaliseerde moslims?
Vlak na de aanslagen in Barcelona kerfde een vrouw in het Engels op een boom nabij de plek des onheils: 'God is love' en 'Jesus died and rose from the death'. Die ene boom werd zo een symbool van hoop. Iets waar het de jihadistische aanslagplegers aan ontbrak; hoop. Iets wat zij weg probeerden te nemen van de slachtoffers en hun nabestaanden. En gelet op de daad zelf - een aanslag op onze levensstijl - zijn we ergens allemaal nabestaanden van onze levensstijlgenoten.
Ik scrollde via verschillende media door het verhaal van de mogelijke buschauffeur; een 17- of 18-jarige jongen. Hij wordt omschreven als voetbalgek en IT-student. Een normale jongen uit een gescheiden gezin van vier. Had je buurjongen kunnen zijn. Ja, het had echt je buurjongen kunnen zijn. Daar schrik ik van. Het komt op die manier en met zo'n omschrijving al gauw dichtbij.
Moussa, zo heette hij, werd diezelfde nacht doodgeschoten door een antiterreureenheid. Ik rouw niet om het verlies van een jihadist. Niet om een jongeman, ongeacht zijn leeftijd of achtergrond, die het lef had hoop van anderen weg te nemen. Hoop op een nieuwe dag met een uitje langs Parc Güell; hoop op een ontmoeting met Messi; hoop op een lekker ijsje of misschien wel hoop op een veilige terugreis. Ik rouw wel om weer een beetje minder hoop.
Dat geldt wat mij betreft ook voor Moussa. Ergens down the road verloor ook hij hoop. Ergens down the road was de dood nog zijn enige, zelfgekozen doel. Voor hem geen hoop meer op een bestaan, waarin hij andersgelovigen of andersdenkenden wilde kunnen tolereren. Hij koos voor een snelle, zekere dood en keerde daarmee hoop op beter de rug toe.
In zijn val nam hij vijftien anderen mee. Honderden lieten hij en zijn andere celleden gewond achter. Angst werd ingeboezemd; hoop werd afgenomen. Tot dat die ene vrouw een boodschap op een willekeurige boom kerfde: 'God loves you'. Als er iets is wat deze samenleving, zeker na een terroristische aanslag, nodig heeft, is het hoop. En als ons als christenen één taak gegeven is op aarde, is het hoop geven.
Kenmerkend voor veel jihadisten en radicalen over het algemeen is dat ze hoop op beter verloren hebben. Ze zetten het zwaarst mogelijke geschut in om alles te breken wat ons lief is. Dat ze zich daarbij beroepen op de islam, is voor mij een teken dat moslims vanuit geestelijk perspectief een hoopvolle boodschap hier tegenover moeten stellen. Dat ze zich vaak tegen de gevestigde politiek keren, betekent dat onze politiek hoopvol moet worden. En ga zo maar door voor elk ander motief.
Ik ken de vrouw die in de Barceloneze boom kerfde niet, maar ze gaf ons als nabestaanden het meest kostbare bezit om met de hopelozen te delen: hoop. Waar anders kon ze dat beter dan een plek waar de dood om zich heen geslagen had? Precies waar er dood gezaaid werd, zaaide zij hoop. Opdat velen de boomtekst mogen lezen en christenen de hoopvolle boodschap van het Evangelie mogen verspreiden. Immers, hoop doet leven.
Anil Kumar is bestuursadviseur bij de gemeente Den Haag; politiek actief bij ChristenUnie en ondernemend in de samenleving en Indiase diaspora in Nederland.
Praatmee