Zo binden we jongeren aan onze geloofsgemeenschappen
Er is een vraag die in veel kerken zorgt voor de nodige hoofdbrekens: hoe binden we jongeren aan onze geloofsgemeenschap?
Ik denk aan een antwoord, dat bestaat uit acht elementen.
1. Stralen we leven uit?
Deze vraag is het meest fundamenteel. Zijn we een gemeenschap, waar mensen graag willen zijn? Worden we gekenmerkt door vreugde, hartelijkheid en veiligheid? Sprankelt het als we samenkomen?
Of zijn we dof geworden, is de glans eraf? Misschien hebben we diep van binnen al het gevoel te trekken aan een dood paard en slepen we ons naar de volgende dienst op een flinke dosis wilskracht en de energie van een vaste groep actievelingen.
Een ‘doffe kerk’ heeft opwekking nodig, dat de Geest van God hernieuwd vuur doet ontvlammen (zie mijn boek Als de hemel de aarde raakt).
Het is geen wonder dat jongeren niet langer deelgenoot willen zijn van een glansloze kerk. Jongeren willen in hun hart geraakt worden, willen voelen dat er iets gebeurt. Zo niet, dan hebben ze geen zin meer om te gaan en zoeken zij elders hun heil.
Het volgende kan helpen om de juiste snaar bij jongeren te raken. We zullen hun harten veroveren, als we oprecht geïnteresseerd zijn in hun denken, doen en laten. Dan zullen ze willen zijn op de plek waar God wordt groot gemaakt en de Geest overmatig vloeit.
2. Weet wat er leeft onder jongeren
We moeten erachter zien te komen wat jongeren drijft. Daar komen we maar op één manier achter: door met hen in gesprek te gaan. Een tijdje geleden las ik van een speeddatesessie in een kerk, waarbij jongeren in gesprek gingen met ouderen en de leiders in de gemeente. Het werd als heel waardevol beschouwd en één van de deelnemende jongeren zei: ‘Wanneer is de volgende keer?’
3. Bied ruimte om kritische vragen te stellen
De tijd dat klakkeloos wordt overgenomen wat in de kerk wordt gezegd, is voorgoed voorbij. De wereld is een dorp geworden en jongeren worden geconfronteerd met een ongelofelijke diversiteit aan invloeden en meningen. Het geloof wordt beproefd door allerlei doorwrochte visies en wereldbeelden en dat kan voor (heftige) twijfels zorgen. In een kerk moet een jongere die twijfels zonder enige schroom op tafel kunnen leggen. De gemeenschap moet hier serieus naar luisteren en niet gelijk een antwoord willen hebben, ook niet als de meest kritische vragen door de ruimte vliegen.
4. Social media zijn alles!
Jongeren zijn een wifi-slurpend ras geworden :). Wie impact wil hebben, moet invloed uitoefenen op het beeldscherm. Organiseer eens Facebook-sessies, waarbij de voorganger of dominee in gesprek gaat en in een eigentijdse sfeer ook zijn eigen menselijke kant laat zien. Wie worstelingen deelt, geeft ruimte aan de worsteling van de ander en dat is een geweldige stap naar erkenning en overwinning. Jongeren hebben hier een enorme behoefte aan.
5. Haal ze op!
Haal de jongelui op van huis en neem ze mee naar een kampvuuravond. Geef ze een drankje, neem een gitaar mee en lach samen. Jongeren willen echt wel, maar een grote groep is klaar met de traditionele vormen van kerk-zijn (met een anderhalf uur durende kerkdienst op zondagmorgen). De vraag is wat we willen bereiken? We zijn op zoek naar het hart van de jongeren. Als we die niet kunnen stelen in de kerkdienst, dan maar op een andere manier. Daarbij moeten we nadenken over de locatie (heel belangrijk!).
6. Drempels moeten verdwijnen
Hoe komt het dat jongeren heel makkelijk naar een plezierige plek gaan en daar met heel veel andere mensen een plezierige avond beleven? Omdat ze ervaren dat iedereen daar gelijk is. Je ontkomt niet aan leiders in een gemeente (noodzakelijk en belangrijk), maar die hebben wel de bijzondere uitdaging te voorkomen op welke manier dan ook een drempel op te werpen, waardoor jongeren zich ongemakkelijk voelen. Taal, kleding en gewichtigheid kunnen een drempel zijn.
7. Toon een kwetsbare kerk
Jongeren voelen zich soms zoekend en worstelend (vooral in de puberteit) en hebben alleen maar anderen nodig die naast hen staan. Geen lange preken, geen doorwrochte antwoorden. Ze willen maar één ding: gehoord worden en zich geliefd weten. Hier kunnen we Christus laten zien in al zijn glorie. Een bijbelstudie is prachtig en voorziet in allerlei behoeften, maar allereerst staan we naast de ander. We zijn geen steek verder dan hem of haar, ook wij worstelen ons elke dag een weg naar het licht. De kerk is een kwetsbare gemeenschap, die niet vrij is van een stormvrij leven. Al struikelen wij, we weten ons geliefd door de hemelse Vader. Deze preek mogen wij de jongere laten zien, in al zijn onvoorwaardelijkheid.
8. Sluit bij ze aan!
Krijgt die jongen een diploma uitgereikt? Mag dat meisje afrijden? Hangt de vlag uit? Ga ernaar toe. Sta aan de zijlijn in de manege als er een show is. Bied een helpende hand, als een jongen op z’n Facebook schrijft: ‘Hè bah, weer m’n band lek; hoe plak je zo’n ding eigenlijk?’ Wie harten wil winnen, is niet alleen bij een graf, naast een ziekbed of wieg. Wie harten wil winnen, gaat niet alleen op pad om iets geestelijks te brengen, maar leeft het praktische leven van de ander mee.
Als we onze jongeren ontvankelijk willen maken voor de geweldige, goede en blijde boodschap van het evangelie, dan moeten we naar het nieuwe denken. Gemeente-zijn wordt steeds meer iets dat buiten de muren van een kerkgebouw zal gaan plaatsvinden. De honger naar echtheid, naar steun, naar samen-zijn is niet minder groot dan in het verleden. Alleen moeten we anders gaan denken. Omdenken. Méér vanuit een persoonlijke, intieme benadering en minder vanuit een systeembenadering binnen een stelsel dat wij kerk noemen. Voor een symbiose tussen jongeren en de blijde boodschap is het lastig beleid te schrijven. De Geest waait waarheen Hij wil en uiteindelijk gaat het er niet om dat jongeren in onze kerk blijven, maar dat zij de Heer (beter) leren kennen.
Daarom is het beter onze vraag ‘Hoe binden we jongeren aan onze geloofsgemeenschappen?’ aan te passen. Beter is: ‘Hoe binden we jongeren aan onze goede God?’ Want dáár gaat het om.
Praatmee