Huwelijk, relaties en seksualiteit: een complexe doolhof
‘De kans dat een Brits kind van acht een televisie op zijn kamer heeft, is groter dan de kans dat zijn vader bij hem thuis woont.’ Soms kan een citaat je treffen, kan het denken en leven in een maatschappij scherp op je netvlies komen.
Wat voor Groot-Brittannië geldt, zal in Nederland niet anders zijn. De geest van de tijd stopt niet bij de Noordzee of de Kanaaltunnel. Om die reden mogen ook wij ons bovengenoemde woorden van de Britse arts en schrijver Theodore Dalrymple aantrekken.
In 1984 al schreef Alexander van der Does de Willebois Het vaderloze tijdperk, waarin hij betoogde dat ‘de mannelijke autoriteit’ afgeschaft is. Deze rooms-katholieke psychiater schreef dat een vaderloze maatschappij tot een maatschappij zonder oriëntatiepunten leidt, een samenleving waarvan de leden jaar na jaar moeilijker hun plek zullen kunnen vinden. Ruim dertig jaar later is dit een belangrijke waarneming voor ieder die voor zijn kind van harte vader wil zijn, die niet allermeest druk is met zichzelf.
Familierecht
Het leven in Nederland ten aanzien van huwelijk, relaties en seksualiteit is als een labyrint geworden, een complexe doolhof. Niet voor niets heeft het huidige kabinet zich ingespannen om het familierecht te moderniseren. De in 2014 ingestelde Staatscommissie kwam enkele maanden geleden in haar rapport ‘Kind en ouders in de 21e eeuw’ met het voorstel om meerouderschap en meeroudergezag mogelijk te maken, om een regeling voor draagmoederschap in te stellen en het recht van een kind vast te leggen om te weten waar het vandaan komt.
De inzet bij het recht van ieder mens, van ieder kind maakt dat de ontwrichting op dit terrein voortgaat en de woorden van Alexander van der Does over een maatschappij zonder oriëntatiepunten elke week meer in vervulling lijken te gaan. Is nog bekend dat we vrij recent spraken over het gezin als hoeksteen van de samenleving?
Zoeken naar identiteit
Wie uitgaat van de rechten van de individuele mens, zal moeilijk een grens kunnen trekken. Dan ben je niet meer verbaasd van het nieuws dat een notaris in Colombia drie weken geleden voor het eerst een partnerschap tussen drie mannen vastgelegd heeft, dat het eigenlijk om een ‘huwelijk’ van vier mensen zou gaan, maar dat de vierde man recent gestorven is.
Kunnen we in 2017, in deze context, iets met de richtlijnen van God, onze Schepper, richtlijnen die opgetekend zijn in Zijn Woord? Ja! Vorig jaar werd de Bijbel (!) gekozen als belangrijkste boek in Nederland. ‘Mooi’, hoorde ik een commentator voor de radio zeggen, ‘dat het een boek is met verhalen die niet echt gebeurd zijn.’ Trouw-journalist Stijn Fens zei toen echter iets anders: ‘De Bijbel werd weggezet als een soort sprookjesboek, maar misschien hebben we er ook wat aan als samenleving, terwijl we wanhopig zoeken naar identiteit.’ Ik vind het bijzonder dat in dezelfde zin de woorden ‘Bijbel, identiteit, wanhopig, samenleving’ klinken, woorden die met elkaar in verband staan.
Huiver voor godsdienst
Een terugkeer naar de goede richtlijnen van God wordt in ons land bemoeilijkt door huiver voor een bewuste godsdienstige overtuiging. De Amsterdamse wethouder voor de SP, Arjan Vliegenthart, wees er vorige maand op dat de gemeenteraad in onze hoofdstad ouders laat kiezen waaraan ze geld besteden dat ze als ondersteuning krijgen, tenzij die steun aan godsdienstlessen besteed wordt. In dit verband vielen woorden als onbegrip en ongemak ten aanzien van godsdienst.
In deze context mag het leven van christenen een groot accent krijgen. Zij leggen met hun dagelijkse denken en doen de Bijbel uit, zij laten in hun leven zien dat je hechten aan de geboden van God radicaal anders is. Sinds ze in ontferming aangenomen zijn (1 Pet.2), leven ze als een koninklijk priesterschap en een heilig volk. ‘Houd uw levenswandel onder de heidenen goed’, zegt Petrus, ondanks dat dit je op laster kan komen te staan, omdat jouw leven het geweten voor anderen is.
Piet Vergunst is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend. Lees hier zijn volledige bijdrage en klik hier om De Waarheidsvriend te ontvangen.
Praatmee