Ruimte voor christelijk onderwijs is een bedreigd bezit
Christelijk onderwijs moet ons hart hebben. De dagelijkse vorming van kinderen en jongeren op een school met de Bijbel is van levensbelang. Dat hart voor de christelijke school dient te kloppen in de christelijke gemeente, bij ouders en ouderlingen.
In 2017 vragen twee grote jubilea onze aandacht. Vijf eeuwen geleden sloeg Maarten Luther 95 stellingen op de deur van Wittenbergs slotkapel, waarmee hij het startschot voor de Reformatie gaf. En honderd jaar geleden kwam de zogenoemde Pacificatiewet tot stand, waarin vastgelegd werd dat openbare en bijzondere scholen op gelijke wijze door de overheid bekostigd zouden worden.
Bedreigd bezit
Twee herdenkingsmomenten, die beide veel meer beogen dan dankbaar omzien naar wat de Heere in de geschiedenis van ons land gaf. Al is dankbaarheid iets wat we niet gemakkelijk beoefenen en waartoe we daarom elkaar oproepen, zegeningen wijzen ons ook op onze verantwoordelijkheid vandaag. Als we het ons toevertrouwde ‘goede pand’ dienen te bewaren (2 Tim.1:14), weten we dat vergeten zegeningen snel vervluchtigen.
Zowel de erfenis van de Reformatie in haar spreken over God en mens, als de ruimte voor en bekostiging van christelijk onderwijs is een bedreigd bezit. Een jubileum is daarom vooral aanleiding om vooruit te kijken, om ten aanzien van het onderwijs met de Bijbel elkaar aan te moedigen om de zegeningen levend te houden voor een volgende generatie. Al kijk ik niet weg als politieke partijen de vrijheid van onderwijs ter discussie stellen, het meest bedreigd wordt de school met de Bijbel als ouders anno 2017 er de waarde niet meer van zien.
Jonge boompjes
Wie bij 1517 en 1917 samen stil wil staan, ontdekt dat de Reformatie en het christelijk onderwijs samen nauw verbonden zijn. Aan de raadsheren van alle Duitse steden schreef Luther in 1524 dat zij christelijke scholen moesten oprichten en onderhouden. Zes jaar later spreekt hij in een preek de ouders aan: ‘Het is u ernstig geboden dat u uw kinderen zult opvoeden tot de dienst van de Heere. Opvoeden tot wereldse eer is niet anders dan zijn kind aan de afgod offeren.’ Omdat ‘jonge boompjes te buigen en te leiden zijn’, ziet de reformator het werk van ‘een vlijtige, vrome schoolmeester’ direct onder het predikambt staan.
Nadat de beginselen van de Reformatie in ons land postvatten, verwoordde de Dordtse kerkorde dat ‘de kerkenraden alom zullen toezien dat er goede schoolmeesters zijn, die niet alleen de kinderen leren lezen, schrijven, talen en vrije kunsten, maar hen ook in de godzaligheid en de catechismus onderwijzen.’ Het zijn woorden die ik graag in elke personeelskamer van een christelijke school opgehangen zou zien, in elke kerkenraadsvergadering een keer geciteerd.
Theodidact
Mensen die door zelfstudie tot kennis komen, noemen we ‘autodidact’. In een mooi opstel over de betekenis van het onderwijs met de Bijbel noemt dr. H. Bout – van 1940 tot 1974 lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond – het woord ‘theodidact’, ‘van de Heere geleerd’. Hij verwijst dan naar 1 Thessalonicenzen 4:9, waar Paulus de gemeente zegt dat ze ‘zelf door God onderwezen is om elkaar lief te hebben’. Om die reden kan dr. Bout schrijven: ‘Achter de scholen met de Bijbel staat Hij, die de kinderen in deze wereld zet om Zijn raad te volbrengen.’
In mijn studententijd ontmoette ik een oudere student theologie wiens dochter naar het vwo kon, maar die naar de mavo ging. Zijn argument haalde hij uit Lukas 10:42: ‘Eén ding is nodig’, het goede deel dat Maria gekozen had. Ik was perplex. Immers, hebben we van onder anderen Calvijn niet geleerd te woekeren met de ontvangen gaven, als rentmeester ten dienste van God en de naaste?
En tegelijk, vergeten ben ik de uitspraak van die student nooit en zo positief mogelijk wil ik zijn denklijn duiden. Want meer en meer zijn christenouders gericht op maatschappelijke prestaties, misschien wel op een vervolgopleiding die tot een hoog salaris leidt. Alsof geluk maakbaar is, alsof we zo niet meegetrokken kunnen worden door de afgod economie. Dán roept de Bijbel ons tot de orde van Gods Koninkrijk, dan leert de christelijke school ons de gerichtheid op de eeuwige dingen.
Piet Vergunst is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend. Lees hier het volledige artikel en klik hier om De Waarheidsvriend te ontvangen.
Praatmee