Jan Wolsheimer: Ik mis het vuur van Jan van den Bosch
"Afgelopen week bekeek ik de uitzending van Pauw waarin aandacht werd besteed aan het vijftigjarig bestaan van de Evangelische Omroep. Een keur aan (oud)medewerkers zat beurtelings bij Pauw aan tafel. Van de altijd scherpe Bert Dorenbos, via de goeddeels herstelde Andries Knevel naar de 66-jarige babyboomer Jan van den Bosch die er nog steeds uitziet als in de dagen waarin hij de EO jongerendag presenteerde. Ik vond het echt een leuke aflevering om te kijken," schrijft voorganger Jan Wolsheimer op zijn blog.
Toch was er een fragment in de uitzending dat bij mij insloeg als een bom. Zo tegen het einde van het programma besprak Pauw de toekomst van de EO en hij vroeg aan presentatrice Anne-mar Zwart waarom ze bij de EO was gaan werken. Anne-mar begon het verhaal te vertellen. Over haar moeder die bij de EO werkte en haar aan een stageplek hielp bij diverse kinderprogramma’s en dat vond ze geweldig. Ze legde vooral de nadruk op ‘het mooie bedrijf’. Tot zover kon ik me best inleven in haar verhaal. Ze is een geweldige presentatrice en wat ik zo af en toe bij de EO zie tijdens mijn spaarzame bezoekjes laat ook op mij de indruk achter van een leuk, solide en professioneel bedrijf waar je graag zou willen werken.
Maar ineens begon het ergens achter haar, buiten beeld van de camera, wat te rommelen. De geluidsman moest zijn hengel even in positie brengen en toen hoorden we de stem van Jan van den Bosch, u weet wel die van de eeuwige jeugd. En wat hij zei raakte me tot in mijn diepste wezen. Jan zei: 'Anders dan jij kwamen wij uit díepe overtuiging. Wij vonden echt dat er wat moest gebeuren in Nederland. Het was dus niet een leuke stage maar het was hé, we gaan echt voor ons geloof'. Waarop Anne-mar opmerkte dat dat element bij haar pas later kwam."
Wolsheimer merkt op dat er veel onbegrip is tussen de generatie X en Y en de babyboomers. "De laatste groep staat te boek als star, onbuigzaam en ouderwets. (...) De generaties X en Y willen weg uit het keurslijf van vorige generaties en ruimte geven aan andersdenkenden, oude waarden opnieuw onderzoeken en doordenken. (...) Ze experimenteren met andere vormen en hebben duidelijk andere behoeften dan luisteren en liedjes zingen. (...) Maar toch mis ik in die nieuwe kerkvormen, in al die hippe experimenten, in al dat sloopwerk van de kerk van de babyboomers iets. Ik knaag daar al een tijdje op maar kon het geen woorden geven. Maar toen Jan van den Bosch zijn mond opendeed wist ik wat het was: vuur.
Iets van dat vuur zou ik graag opnieuw zien in de kerk van vandaag. Dat vuur waarmee de apostelen besmet waren. Dat geloof dat zich niet liet tegenhouden door beperkingen."
Praatmee