Voorgangers in India dragen de littekens van de Heere Jezus
"Paulus droeg littekens van de Heere in zijn lichaam. Het zou zomaar kunnen dat de tekenen van Christus’ lijden zichtbaar waren aan zijn handen en voeten. In India kun je tientallen voorgangers tegenkomen die wonden aan hun hals, hoofd en rug laten zien," schrijft Piet Vergunst in De Waarheidsvriend.
"Op reis met SDOK (Stichting de Ondergrondse Kerk) ontmoet ik broeders die in het spoor van Paulus gaan. Sinds premier Modi in 2014 in India aan het bewind kwam, weet elke radicale hindoe dat hij vrij spel heeft om zich op christenen te richten. In de Indiase context betekent dit vooral aanslagen op kerkgebouwen (we schreven er eerder over) én vurige pijlen van de boze op hun léven.
Voorgangers die verlangen om anderen te laten delen in Gods liefde, die spreken over de Heere Jezus als dé Weg tot het leven – ze moeten tot zwijgen gebracht worden. Handlangers van de boze kunnen een boodschap van vrede immers niet verdragen. Maar…, deze predikanten zwijgen níet, maar spreken Paulus na: ‘En nu, ik reis, gebonden door de Geest (…) en ik weet niet wat ik zal tegenkomen, behalve dan dat de Heilige Geest van stad tot stad getuigt dat mij boeien en verdrukkingen te wachten staan. Maar ik acht mijn leven niet kostbaar voor mijzelf, opdat ik mijn loop met blijdschap mag volbrengen…’ (Hand.20) Ze blijven getuigen van het Evangelie van Gods genade en beseffen dat de woorden ‘getuige’ en ‘martelaar’ in het Grieks aan elkaar verwant zijn.
Messen en bijlen
Ds. Sumathi Prakash knoopt zijn blouse los, laat zijn hals en schouder aan ons zien. Littekens! Daarna vertelt hij zijn verhaal in woorden. Op de zondag voor Pasen in 2016 liepen acht hindoe-extremisten door zijn dorp en vielen ze vrouwen lastig. Toen kerkmensen de vrouwen wilden helpen, richtten de hindoes zich op de predikant, vielen ze hém aan met messen en bijlen.
Sumathi belandt in de gevangenis, waarna de organisatie ‘Liefde voor vervolgden’ – partner van SDOK – 1500 kilometer overbrugt om voor zijn vrijlating te komen lobbyen. Het resultaat is de inspanning waard: in een hoger gerechtshof wordt erkend dat Sumathi geen wapens had, dat zijn gemeente geen aanstichter maar slachtoffer was.
Inmiddels gaat Prakash verder met zijn werk, preekt hij elke zondag weer voor 200 mensen. Angst kent hij niet, evenmin als boosheid: ‘Waarom? We kennen Jezus Christus en geloven in Hem.’ Over zijn lichamelijke ongemak wil Sumathi het niet meer hebben…
Op de Bijbel staan
Het verhaal van elke Indiase voorganger is als een puzzelstukje, soms met een afwijkende vorm, maar passend in de grote puzzel die vervolging heet. Daarom luister ik ook naar Deena Bhandu. Diens vrouw is in april 2016 zeven maanden zwanger, als Deena na een gebedsbijeenkomst een man met een hakmes voor zich ziet staan, samen met een andere overvaller. ‘Hij hield dit mes tegen mijn hals, terwijl ik de hindoegoden moest prijzen én op de Bijbel moest gaan staan. Toen ik dat weigerde, gooide hij benzine over de Bijbel. Het leek een wat grotere brand te worden, maar omdat er meer mensen aankwamen, vluchtten de aanvallers weg.’
Kijkt Deena met een trauma terug? ‘Nee, als ik zou sterven, dan was ik voor God gestorven.’ Ondertussen blijven de zestig, zeventig kerkgangers elke zondag komen. Bescherming is er niet buiten de zorg van de engelen."
Piet Vergunst is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend. Lees hier het volledige verhaal en klik hier om De Waarheidsvriend te ontvangen.
Praatmee