Hoe een kerkdienst het leven van Samuël veranderde
Samuël (42) is meer dan twintig jaar verslaafd aan cocaïne. Dan ervaart hij Gods roepstem en verandert zijn leven.
“Ik ben heel beschaafd en christelijk opgevoed,” vertelt Samuël. “Maar dan word je wat ouder en word je nieuwsgierig naar drugs. Ik begon op mijn 15e te blowen en daarna heb ik het hele lijstje drugs afgewerkt. Sommige middelen heb ik bijna per ongeluk gebruikt. Ik heb één keer GHB op, in zo’n grote dosis dat ik wel dood had kunnen zijn. Drugs vond ik een middel om te vluchten van de werkelijkheid. Ik was niet echt gelukkig.”
Keileweg
Als Samuël 18 is rookt hij voor het eerst cocaïne. Samuël: “Dat was zo lekker dat ik ervan schrok. Ik heb destijds in één nacht 800 gulden opgemaakt. Ik ging de hele nacht terug naar de dealer. Dat was op de Keileweg, de straat in Rotterdam die berucht was vanwege prostituees. Ik betaalde steeds met een briefje van honderd gulden. Na een paar keer dachten andere verslaafden: ‘Daar komt hij weer.’ Ze hebben me met een hele groep overvallen. Ze hingen aan me en hebben zelfs de kontzak van mijn broek afgescheurd om mijn geld te pakken te krijgen. En toch ging ik daarna weer terug.”
Pijp
De dag nadat hij voor de eerste keer cocaïne rookt, besluit Samuël om dat nooit meer te doen. Vier jaar lang houdt hij dit voornemen vol. “Toen vroeg iemand of ik een pijp voor haar wilde maken waarmee zij cocaïne kon roken. Zodra de pijp klaar was gebruikte zij hem en gaf hem daarna aan mij. Ik ging voor de bijl. Binnen een week had ik zelf een pijp. Ik was gewaarschuwd: ‘Als je zelf een pijp hebt, gebruik je hem iedere dag.’ Dat was waar. Ik raakte verslaafd. Ik werkte in die tijd in een slachthuis, maar ik ging ook drugs dealen, om mijn verslaving te kunnen bekostigen.”
Dubbelleven
Er volgen twintig jaar vol verslaving. “Ik heb een dubbelleven geleid,” zegt Samuël. “Ik had vriendinnetjes. Als mijn relaties niet goed gingen of mijn hoofd vol zat, dan gebruikte ik drugs. Ik heb ADHD. Bij de eerste trek was het of ik bij de zee stond, zo rustig werd ik. Dat verlangen naar rust bond me aan de cocaïne. Ik probeerde mijn gebruik te doseren, maar als ik verdriet had gebruikte ik iedere dag. Ik had altijd iets nodig om afleiding te hebben. Als ik geen cocaïne gebruikte, dan dronk ik wel alcohol, en als ik niet dronk, dan blowde ik. Ik had iets nodig om de leegte op te vullen.”
Politie
Uiteindelijk loopt Samuël vast. “Mijn moeder overleed en mijn relatie ging stuk. Ik voelde me zo ellendig dat ik steeds meer ging gebruiken. Daar was geld voor nodig. Ik begon in mijn eigen huis wiet te telen. Op een dag was ik aan het werk en kreeg ik een telefoontje van mijn neef: ‘De politie staat binnen.’ Mijn wereld stortte in. Ik realiseerde me dat ik mijn huis kwijt zou raken door de wietplantage. Ik heb een lieve familie, dus ik kon bij een tante komen wonen. Ik gebruikte nog steeds heel veel drugs. Mijn tante vond op een gegeven moment mijn pijp. ‘Je gaat maar naar De Hoop,’ zei ze. Toen heb ik me aangemeld.”
Goede Vrijdag
Samuëls familie drong er vaak op aan dat hij meeging naar de kerk. “Voordat ik bij De Hoop naar binnen ging, was het Goede Vrijdag. Toen ben ik meegegaan, om maar van het gezeur af te zijn. De voorganger kwam naar me toe en zei tegen me: ‘Het is tijd.’ Ik barstte in tranen uit. Ik had altijd gezegd: ‘Als God me nodig heeft, moet Hij me roepen.’ Het voelde alsof Hij me nu riep.”
Emoties
Na Goede Vrijdag stopt Samuël met drugs. “Nu heb ik Jezus in mijn hart,” zegt hij. “Nu houdt Hij mij op de been. Ik kwam clean De Hoop binnen. Ik heb me wel even afgevraagd wat ik er eigenlijk deed. Maar ik had deze behandeling echt nodig. Ik heb geleerd om niet weg te lopen voor mijn emoties. Ik hield mezelf altijd in totdat ik bijna klapte omdat ik niets wilde voelen. Bij De Hoop ben ik emotieregulatie gaan doen. Ik vond het wel moeilijk om mijn emoties te tonen, vooral waar anderen bij waren, maar het gaat een stuk beter. Naar een hulpverleningsinstelling gaan is de beste beslissing die ik ooit genomen heb.”
Hoeksteen
Samuëls behandeling loopt ten einde. “Het gaat nu goed. Ik heb vrede en rust die alle verstand te boven gaat. Ik kan met mijn emoties omgaan. Ik ga naar de kerk en ik zoek God iedere dag. God hoort op plaats één. Dat vergeten we soms; we zijn hardleers. Voor mijzelf is het een aandachtspunt om ook als het goed gaat bij God te blijven. Hij moet de hoeksteen zijn. Ik weet nog niet hoe het verder gaat met mijn leven. Hij zal het me laten zien!”
Dit verhaal is ingezonden door De Hoop, een evangelische hulpverleningsinstelling voor psychiatrische problemen en verslavingsproblemen bij volwassenen, jongeren en kinderen. Lees hier meer over De Hoop.
Praatmee