Het verschil tussen een goed gevoel en een goed geweten
"Het hebben van een geweten onderscheidt de mens van het dier. Het geweten is onlosmakelijk verbonden met het mens-zijn. Het moet ontwikkeld en gevormd worden naar de wil van God," betoogt ds. J. Belder in De Waarheidsvriend.
"Hoe ontwikkelt het geweten zich? Dat gebeurt door middel van woord en beeld. Bij dat laatste hebben we dan vooral te denken aan het voorbeeld. Welk voorbeeld geven wij onze kinderen? In welke sfeer groeien zij op? In welk normen- en waardenklimaat? Welke mensen omringen hen?
Ook beloning en straf spelen een rol. Een ouder die dreigt met en straf oplegt die in geen verhouding staat tot de overtreding, doet aan negatieve gewetensvorming. Dat geldt ook voor onveilige hechting. De volwassene wordt geen aantrekkelijk rolmodel (R. Kohnstamm, Ontwikkelingspsychologie). Naast bestraffen van verkeerd gedrag is waarderen niet minder belangrijk in het proces van gewetensvorming (onder andere Ef.6:4). Niettemin kan dit om verschillende redenen blokkeren. Bijvoorbeeld door tegengestelde voorbeelden en regels, door conflicterende normen en waarden. Gezin en school zitten niet op één lijn. Ook kerk, buurt, vriendjes en vriendinnetjes en bij het ouder worden, ‘de groep’, kunnen tegenstrijdige boodschappen communiceren.
Een kind kan dermate weinig intelligentie hebben dat dit het proces van gewetensvorming bemoeilijkt. Een stoornis in het autismespectrum kan betekenen dat er sprake is van onvermogen om zich in te leven in anderen. Er is gebrek aan empathie, aan emotionele diepgang waardoor er nauwelijks ‘goedmaakgedrag’ is. Er kan ook sprake zijn van bewuste kwaadaardigheid, van een egoïstische levenshouding. Geen enkele ouder die ernst maakt met de dienst van de Heere zal en kan het daarbij laten zitten. Het dringt hem of haar des te meer op de knieën.
Goed gevoel
In de huidige cultuur speelt gevoel een grote rol, ook onder christenen. Wat goed voelt, moet wel goed zijn. Niet weinigen trekken daaruit de conclusie dat ‘goed voelen’ een positief oordeel van God inhoudt, zelfs als dat ‘goede gevoel’ op gespannen voet staat met de Bijbel. Zomaar leidt dat tot grensverleggend en -overschrijdend gedrag. Mensen verwarren het ‘goede gevoel’ dan met een ‘goed geweten’ hebben. Zo maken ze de bijbelse norm ondergeschikt aan het eigen gevoel. Daarmee kan de zonde op een vrome wijze uit beeld raken. Dat onderstreept het belang om helder te hebben waarin ons geweten is geworteld.
Norm
In het proces van gewetensvorming leren we onze kinderen dat de norm van een goed geweten ligt in het Woord van God. Gaandeweg maken we ons die norm eigen. Dat heet internalisatie, de normen en waarden die van buiten worden aangedragen, worden verinnerlijkt. Er groeit iets als ‘een stem van binnen’. Daarbij is het niet om het even hoe de bijbelse boodschap binnenkomt, bijvoorbeeld als het gaat om het mens- en Godsbeeld. Het luistert hier nauw. Wij kunnen nog zo nauwgezet zijn, maar er blijft altijd een laatste rest van onrust, tenzij ons geweten tot rust is gekomen in het bloed van Christus. Een zuiver geweten kan derhalve niet bestaan buiten de gemeenschap met Hem."
Ds. J. Belder uit Dordrecht is emeritus-predikant. Lees hier zijn volledige betoog en klik hier om De Waarheidsvriend te ontvangen.
Praatmee